Begeleiding en opvoeding van autotoeristen (tot 1940)

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
 
'''Reiswijzers en bondshotels'''
 
'''Reiswijzers en bondshotels'''
  
De begeleiding van het opkomende autotoerisme betekende voor de [[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|'''ANWB''']] nauwelijks een koerswijziging. Al in 1888 was de bond ten behoeve van het [[Fiets, motorfiets en auto rond 1900|'''toeren op de fiets''']] begonnen met de uitgifte van een Reiswijzer, een soort Michelin-gids avant la lettre. Acht jaar later kwamen daar de Toerboekjes bij, waarin fietstochten door het gehele land stonden uitgestippeld. Steunend op zijn gedecentraliseerde consulsysteem (de ogen en oren van de bond in elke uithoek van Nederland) werd ter ondersteuning van dat toerisme een netwerk van bondshotels opgebouwd, dat in 1899 al 575 hotels omvatte. In 1909 richtte de ANWB een modelkamer in, die (nomen est omen) op de Middenstandsexpositie in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt voor het eerst werd tentoongesteld. "Weg waren ... de gordijnen van plechtig somber pluche, de houten wastafel met lampetkan en -kom, het monumentale ledikant met machtig veren bed en gewatteerde dekens en de onverslijtbare vloerbedekking, die de voetzolen van vele generaties had gestreeld. In plaats daarvan: lichte gordijnstoffen, lichte stoffen, een gelakt stalen ledikant met modern matras, een vaste wastafel en douche."[[Noten H3#3-58|<sup>[58]</sup>]]
+
De begeleiding van het opkomende autotoerisme betekende voor de [[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|'''ANWB''']] nauwelijks een koerswijziging. Al in 1888 was de bond ten behoeve van het [[Fiets, motorfiets en auto rond 1900|'''toeren op de fiets''']] begonnen met de uitgifte van een Reiswijzer, een soort Michelin-gids avant la lettre. Acht jaar later kwamen daar de Toerboekjes bij, waarin fietstochten door het gehele land stonden uitgestippeld. Steunend op zijn gedecentraliseerde consulsysteem (de ogen en oren van de bond in elke uithoek van Nederland) werd ter ondersteuning van dat toerisme een netwerk van bondshotels opgebouwd, dat in 1899 al 575 hotels omvatte.  
 +
 
 +
In 1909 richtte de ANWB een modelkamer in, die (nomen est omen) op de Middenstandsexpositie in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt voor het eerst werd tentoongesteld. "Weg waren ... de gordijnen van plechtig somber pluche, de houten wastafel met lampetkan en -kom, het monumentale ledikant met machtig veren bed en gewatteerde dekens en de onverslijtbare vloerbedekking, die de voetzolen van vele generaties had gestreeld. In plaats daarvan: lichte gordijnstoffen, lichte stoffen, een gelakt stalen ledikant met modern matras, een vaste wastafel en douche."[[Noten H3#3-58|<sup>[58]</sup>]]
 
    
 
    
Dergelijke hotels stonden in toenemende mate langs wegen die waren voorzien van bewegwijzering, verzorgd door de ANWB. In 1904 stonden er in Nederland 1000 wegwijzers opgesteld, een aantal dat in 1918 was toegenomen tot 2800 en dat zich in de jaren dertig stabiliseerde rond de 4000. In 1919 verschenen de eerste 'paddenstoelen' voor fietsers langs de weg. [[Noten H3#3-59|<sup>[59]</sup>]]  
+
[[DE ANWBDergelijke hotels stonden in toenemende mate langs wegen die waren voorzien van bewegwijzering, verzorgd door de ANWB. In 1904 stonden er in Nederland 1000 wegwijzers opgesteld, een aantal dat in 1918 was toegenomen tot 2800 en dat zich in de jaren dertig stabiliseerde rond de 4000. In 1919 verschenen de eerste 'paddenstoelen' voor fietsers langs de weg. [[Noten H3#3-59|<sup>[59]</sup>]]  
  
 
'''Verkeersopvoeding'''
 
'''Verkeersopvoeding'''
Regel 28: Regel 30:
  
 
[[afbeelding:Anwb_opvoeding_001.jpg|thumb|380px|left|De toenemende verkeersintensiteit en -diversiteit vroeg niet alleen om regels en voorschriften, maar ook om een gedragsverandering en -beïnvloeding. Vooral de jeugs was een belangrijke doelgroep en moest als medeweggebruiker, onder meer als fietser, leren met het opkomende autoverkeer om te gaan. De ANWB was al vrij vroeg bezig met verkeersopvoeding, getuige deze schoolplaat uit de jaren twintig]]
 
[[afbeelding:Anwb_opvoeding_001.jpg|thumb|380px|left|De toenemende verkeersintensiteit en -diversiteit vroeg niet alleen om regels en voorschriften, maar ook om een gedragsverandering en -beïnvloeding. Vooral de jeugs was een belangrijke doelgroep en moest als medeweggebruiker, onder meer als fietser, leren met het opkomende autoverkeer om te gaan. De ANWB was al vrij vroeg bezig met verkeersopvoeding, getuige deze schoolplaat uit de jaren twintig]]
Vanuit het perspectief waarin opvoeding in plaats van regelgeving vooropstaat, is het evenzeer begrijpelijk dat de ANWB de oprichting van de vrijwillige verkeersinspecties op het platteland ondersteunde, nadat de bond eerst had geprobeerd uit zijn eigen rangen een vrijwillig hulpcorps samen te stellen, net als bij de problemen tussen voetgangers en fietsers in het Vondelpark vóór de eeuwwisseling. Een kleine duizend automobilisten sloten zich aan bij de provinciale verkeersinspecties, waarbij zij volgens een vast rooster veldwachters rondreden om bekeuringen uit te delen. De landelijke overheid zat kennelijk danig in haar maag met dit decentrale initiatief, dat in zijn verkeersbenadering sterk de nadruk legde op [[Begrippenlijst#Repressie|repressie]] van brokkenmakers en verkeersovertreders. De inspecties kregen namelijk geen wettelijke status en in 1939 werd de overkoepelende Bond van Vrijwillige Verkeersinspectie, waarvan het dagelijks bestuur werd bemand door burgemeesters, politiecommissarissen, inspecteurs van de Rijksveldwacht en andere plaatselijke notabelen, door de overheid afgeschaft.[[Noten H3#3-65|<sup>[65]</sup>]]  
+
Vanuit het perspectief waarin opvoeding in plaats van regelgeving vooropstaat, is het evenzeer begrijpelijk dat de ANWB de oprichting van de vrijwillige verkeersinspecties op het platteland ondersteunde, nadat de bond eerst had geprobeerd uit zijn eigen rangen een vrijwillig hulpcorps samen te stellen, net als bij de problemen tussen voetgangers en fietsers in het Vondelpark vóór de eeuwwisseling. Een kleine duizend automobilisten sloten zich aan bij de provinciale verkeersinspecties, waarbij zij volgens een vast rooster veldwachters rondreden om bekeuringen uit te delen. De landelijke overheid zat kennelijk danig in haar maag met dit decentrale initiatief, dat in zijn verkeersbenadering sterk de nadruk legde op [[Begrippenlijst#Repressie|repressie]] van brokkenmakers en verkeersovertreders.
Omdat volgens het heersende veiligheidsdenken de "brokkenmaker" tot het slag van "abnormale menschen" behoorde, werd het verkeersonderwijs op lagere scholen tot een van de speerpunten van het veiligheidsbeleid van de ANWB gemaakt. In Haarlem, bijvoorbeeld, werden in 1935 de eerste verkeersexamens op scholen afgenomen en twee jaar later verzorgden alle Haarlemse lagere scholen dergelijk onderwijs, compleet met ANWB-plakzegels met toelichtende tekst, ANWB-maquettes en, als feestelijke afsluiting, een ANWB-verkeersfilm. Boven alle geconstateerde "fouten van wielrijders" uit stak het "geen voorrang verleenen", bij de "fouten van voetgangers" overheerste het "verzuimd eerst naar links en dan naar rechts te kijken".[[Noten H3#3-66|<sup>[66]</sup>]]  De landelijke invoering van verkeersonderwijs op scholen zou na de Tweede Wereldoorlog haar beslag krijgen.
+
 
 +
De inspecties kregen namelijk geen wettelijke status en in 1939 werd de overkoepelende Bond van Vrijwillige Verkeersinspectie, waarvan het dagelijks bestuur werd bemand door burgemeesters, politiecommissarissen, inspecteurs van de Rijksveldwacht en andere plaatselijke notabelen, door de overheid afgeschaft.[[Noten H3#3-65|<sup>[65]</sup>]]  
 +
Omdat volgens het heersende veiligheidsdenken de "brokkenmaker" tot het slag van "abnormale menschen" behoorde, werd het verkeersonderwijs op lagere scholen tot een van de speerpunten van het veiligheidsbeleid van de ANWB gemaakt. In Haarlem, bijvoorbeeld, werden in 1935 de eerste verkeersexamens op scholen afgenomen en twee jaar later verzorgden alle Haarlemse lagere scholen dergelijk onderwijs, compleet met ANWB-plakzegels met toelichtende tekst, ANWB-maquettes en, als feestelijke afsluiting, een ANWB-verkeersfilm. Boven alle geconstateerde "fouten van wielrijders" uit stak het "geen voorrang verleenen", bij de "fouten van voetgangers" overheerste het "verzuimd eerst naar links en dan naar rechts te kijken".[[Noten H3#3-66|<sup>[66]</sup>]]   
 +
De landelijke invoering van verkeersonderwijs op scholen zou na de Tweede Wereldoorlog haar beslag krijgen.

Versie op 7 mei 2008 11:35