Bietsuiker in het buitenland

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 4: Regel 4:
 
Uit de berichten die Nederland in de jaren '30 bereikten, kon men opmaken dat in Frankrijk en Duitsland de [[De bietsuikerindustrie|'''bietsuikerindustrie''']] aan een opleving begonnen was. [[Bietsuikerfabricage in Nederland na 1813|'''Na het einde van het Napoleontische Rijk''']] was ze in Duitsland zo goed als verdwenen. In Frankrijk hadden alleen enkele hardnekkige adellijke grondbezitters en landbouwkundigen de teelt en verwerking van suikerbieten voortgezet. Langzamerhand slaagden zij erin om het rendement van de productie te verbeteren.[[Noten TIN19-1-H7#7-96|<sup>[96]</sup>]]  
 
Uit de berichten die Nederland in de jaren '30 bereikten, kon men opmaken dat in Frankrijk en Duitsland de [[De bietsuikerindustrie|'''bietsuikerindustrie''']] aan een opleving begonnen was. [[Bietsuikerfabricage in Nederland na 1813|'''Na het einde van het Napoleontische Rijk''']] was ze in Duitsland zo goed als verdwenen. In Frankrijk hadden alleen enkele hardnekkige adellijke grondbezitters en landbouwkundigen de teelt en verwerking van suikerbieten voortgezet. Langzamerhand slaagden zij erin om het rendement van de productie te verbeteren.[[Noten TIN19-1-H7#7-96|<sup>[96]</sup>]]  
  
Rond 1830 konden deze voormannen duidelijk laten zien dat het werkelijk een winstgevend bedrijf was. In de ogen van anderen bleef het niettemin een kunstmatig in leven gehouden industrie. In zekere zin was die opmerking terecht, want van een open concurrentie tussen biet- en rietsuiker was geen sprake. Terwijl de rietsuikerprijs altijd werd verhoogd met een invoerrecht, werd op bietsuiker geen enkele belasting geheven. De productiekosten van inheemse suiker konden dus hoger zijn dan die van rietsuiker. De staatskas derfde aldus [[Begrippenlijst#Accijns|accijnsinkomsten]], maar, zo betoogde men in landbouwkringen, dat woog niet op tegen het grote voordeel dat de hele landbouw zou hebben van deze enigszins beschermde industrie.
+
Rond 1830 konden deze voormannen duidelijk laten zien dat het werkelijk een winstgevend bedrijf was. In de ogen van anderen bleef het niettemin een kunstmatig in leven gehouden industrie. In zekere zin was die opmerking terecht, want van een open concurrentie tussen biet- en rietsuiker was geen sprake. Terwijl de [[Suikeraccijns|'''rietsuikerprijs altijd werd verhoogd met een invoerrecht''']], werd op bietsuiker geen enkele belasting geheven. De productiekosten van inheemse suiker konden dus hoger zijn dan die van rietsuiker. De staatskas derfde aldus [[Begrippenlijst#Accijns|accijnsinkomsten]], maar, zo betoogde men in landbouwkringen, dat woog niet op tegen het grote voordeel dat de hele landbouw zou hebben van deze enigszins beschermde industrie.
  
  

Huidige versie van 6 mei 2008 om 14:29