Meel en gezondheid

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 16: Regel 16:
  
 
Toch lagen de voordelen van de moderne meelfabricage niet zo duidelijk als de voorstanders stelden. In 1862 publiceerde de chemicus dr. C.C.J. Teerlink een uitvoerig artikel in het Tijdschrift van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid over zijn onderzoek naar de kwaliteit van tarwemeel.[[Noten TIN19-1-H3#3-101|<sup>[101]</sup>]]  
 
Toch lagen de voordelen van de moderne meelfabricage niet zo duidelijk als de voorstanders stelden. In 1862 publiceerde de chemicus dr. C.C.J. Teerlink een uitvoerig artikel in het Tijdschrift van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid over zijn onderzoek naar de kwaliteit van tarwemeel.[[Noten TIN19-1-H3#3-101|<sup>[101]</sup>]]  
Aanleiding voor het onderzoek is het feit '' 'dat men tegenwoordig hoort klagen dat het brood niet meer is wat het plagt te zijn. In het voorkomen, den smaak, de voedzaamheid, kortom in alles meent men haar achteruitgang te bespeuren'.''  
+
Aanleiding voor het onderzoek is het feit '' 'dat men tegenwoordig hoort klagen dat het brood niet meer is wat het plagt te zijn. In het voorkomen, den smaak, de voedzaamheid, kortom in alles meent men haar achteruitgang te bespeuren'.''  
  
 
Teerlink onderzocht dertig monsters van meel afkomstig van bakkers in Leiden. Omtrent de uitkomst van het onderzoek kon hij kort zijn. Er was '' 'geene bij welke ik vervalsching heb waargenomen'.'' Naar de uiterlijke kenmerken te oordelen'' 'voldeden allen aan de eischen, die men volgens de opgave der verschillende schrijvers aan goed tarwemeel mag stellen'.'' De aard en hoeveelheid van het [[Begrippenlijst#Gluten|gluten]] - bepalend voor de bakkwaliteit -'' 'leverden bij onderlinge vergelijking wel eenig verschil op, doch de hoeveelheid was (op eene uitzondering na ...) nimmer zoo gering, dat het meel hierom afgekeurd zou kunnen worden ...'.'' Tot slot bespeurde hij ook na microscopisch onderzoek niets'' 'dat of aan een slechte toestand of aan vervalsching van het meel kan doen denken'.''  
 
Teerlink onderzocht dertig monsters van meel afkomstig van bakkers in Leiden. Omtrent de uitkomst van het onderzoek kon hij kort zijn. Er was '' 'geene bij welke ik vervalsching heb waargenomen'.'' Naar de uiterlijke kenmerken te oordelen'' 'voldeden allen aan de eischen, die men volgens de opgave der verschillende schrijvers aan goed tarwemeel mag stellen'.'' De aard en hoeveelheid van het [[Begrippenlijst#Gluten|gluten]] - bepalend voor de bakkwaliteit -'' 'leverden bij onderlinge vergelijking wel eenig verschil op, doch de hoeveelheid was (op eene uitzondering na ...) nimmer zoo gering, dat het meel hierom afgekeurd zou kunnen worden ...'.'' Tot slot bespeurde hij ook na microscopisch onderzoek niets'' 'dat of aan een slechte toestand of aan vervalsching van het meel kan doen denken'.''  

Huidige versie van 21 apr 2008 om 19:43