Octrooien in Nederland

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 27: Regel 27:
 
In de [[begrippenlijst#Pioniersfase|pioniersfase]] van de nieuwe industrie, de periode 1871-1878, was het aantal fabrieken in Noord-Brabant tot een tiental beperkt gebleven: behalve het 'kartel' van Jurgens bestaande uit vier bedrijven en de eerder genoemde vijf [[De andere pioniers: de outsiders|outsiders]], kwam er in 1878 een vierde Osse fabriek bij, de firma Meijer van Leeuwen. Aan het einde van de pionierstijd kwam ook buiten deze provincie een klein aantal fabriekjes van de grond. In 1877 vestigden Cohen & Van der Laan in Haarlem en Muller & Cie. in Oldenzaal een kunstboterfabriek; in 1878 deden J. Cramer & J. Scheers in Nijmegen en A. Poesse & Zn. in Hengelo hetzelde.[[Noten TIN19-1-H5#5-53|<sup>[53]</sup>]]  
 
In de [[begrippenlijst#Pioniersfase|pioniersfase]] van de nieuwe industrie, de periode 1871-1878, was het aantal fabrieken in Noord-Brabant tot een tiental beperkt gebleven: behalve het 'kartel' van Jurgens bestaande uit vier bedrijven en de eerder genoemde vijf [[De andere pioniers: de outsiders|outsiders]], kwam er in 1878 een vierde Osse fabriek bij, de firma Meijer van Leeuwen. Aan het einde van de pionierstijd kwam ook buiten deze provincie een klein aantal fabriekjes van de grond. In 1877 vestigden Cohen & Van der Laan in Haarlem en Muller & Cie. in Oldenzaal een kunstboterfabriek; in 1878 deden J. Cramer & J. Scheers in Nijmegen en A. Poesse & Zn. in Hengelo hetzelde.[[Noten TIN19-1-H5#5-53|<sup>[53]</sup>]]  
  
De belangrijkste centra van de Noord-Brabantse margarine industrie waren de steden Oss en Den Bosch. Oss was de bakermat van de industrie en standplaats van vier bedrijven. In 's Hertogenbosch was Cordeweener begonnen met de productie van de [[Het fabricageproces van oleomargarine|'''oleomargarine''']] en de stad was een [[Transportrevolutie in de tweede helft van de 19-e eeuw|'''knooppunt van handelswegen''']] voor het eindproduct en de grondstoffen. Den Bosch was ook het eindpunt van de [[De moeizame weg naar een staatsspoorwegbedrijf|'''spoorverbinding''']] met Frankrijk, waarlangs een gedeelte van de oleomargarine uit Parijs Nederland binnenkwam.
+
De belangrijkste centra van de Noord-Brabantse margarine industrie waren de steden Oss en Den Bosch. Oss was de bakermat van de industrie en standplaats van vier bedrijven. In 's Hertogenbosch was Cordeweener begonnen met de productie van de oleomargarine en de stad was een [[Transportrevolutie in de tweede helft van de 19-e eeuw|'''knooppunt van handelswegen''']] voor het eindproduct en de grondstoffen. Den Bosch was ook het eindpunt van de [[De moeizame weg naar een staatsspoorwegbedrijf|'''spoorverbinding''']] met Frankrijk, waarlangs een gedeelte van de oleomargarine uit Parijs Nederland binnenkwam.
  
 
Dit beeld van een geografisch geconcentreerde, regionale industrie veranderde radicaal omstreeks 1879. Binnen twee jaar tijd steeg het aantal fabrieken van 14 in 1878 tot 68 in 1880.[[Noten TIN19-1-H5#5-54|<sup>[54]</sup>]]   
 
Dit beeld van een geografisch geconcentreerde, regionale industrie veranderde radicaal omstreeks 1879. Binnen twee jaar tijd steeg het aantal fabrieken van 14 in 1878 tot 68 in 1880.[[Noten TIN19-1-H5#5-54|<sup>[54]</sup>]]   

Versie op 23 apr 2008 14:00