Toon brontekst

In de warenwet van 1919 kreeg de overheid een belangrijke taak in de kwaliteitscontrole van voedingsmiddelen. In 1925 werden de Keuringsdiensten van Waren belast met de uitvoering van het Melkbesluit, een specifiek onderdeel van de Warenwet met betrekking tot dit product. Centraal in die melkkeuring stond de opsporing van schadelijke ziektekiemen voor de mens en de bepaling van de gezondheid van het melkvee. De controle strekte zich uit over alle schakels van de melkproductie: vanaf de melkwinning op de boerderij, via het transport en de verwerking tot en met het uitventen. Beambten van de Keuringsdienst van Waren voor de regio Tilburg inspecteerden, onder toeziend oog van de boerin, de hygiëne van de melkbussen en kannen (1929).