De Mouture Economique

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
 
De oorsprong van de [[De meelfabriek in Nederland|'''meelfabriek''']] die de Minister van Financiën bij zijn wetsvoorstel van 1854 voor ogen had, lag in Frankrijk, om preciezer te zijn in Parijs kort voor 1760.[[Noten H2#2-64|<sup>[64]</sup>]] De twee gebroeders Malisset ondernamen met steun van het Hôpital Général de Paris proeven met een andere maalmethode. Het tweetal bezat een beroepsmatige belangstelling voor verbeteringen, want de oudste was molenaar en de ander had een grote reputatie als bakker in Parijs. Het Hospitaal verstrekte dagelijks grote hoeveelheden brood aan zijn patiënten en was daarom geïnteresseerd in de plannen van de Malissets. Zij zochten naar een methode om per hoeveelheid graan meer en fijner meel te krijgen, dat een beter brood opleverde. Er werden vergelijkende proeven gedaan met verschillende werkwijzen en inderdaad besloot het Hospitaal in 1761 zijn eigen watermolens om te bouwen.[[Afbeelding:TIN19_blz91.jpg|thumb|right|320px|Een ontwerp van Evans van een meelfabriek met detailtekeningen van verschillende typen transportbanden]]
 
De oorsprong van de [[De meelfabriek in Nederland|'''meelfabriek''']] die de Minister van Financiën bij zijn wetsvoorstel van 1854 voor ogen had, lag in Frankrijk, om preciezer te zijn in Parijs kort voor 1760.[[Noten H2#2-64|<sup>[64]</sup>]] De twee gebroeders Malisset ondernamen met steun van het Hôpital Général de Paris proeven met een andere maalmethode. Het tweetal bezat een beroepsmatige belangstelling voor verbeteringen, want de oudste was molenaar en de ander had een grote reputatie als bakker in Parijs. Het Hospitaal verstrekte dagelijks grote hoeveelheden brood aan zijn patiënten en was daarom geïnteresseerd in de plannen van de Malissets. Zij zochten naar een methode om per hoeveelheid graan meer en fijner meel te krijgen, dat een beter brood opleverde. Er werden vergelijkende proeven gedaan met verschillende werkwijzen en inderdaad besloot het Hospitaal in 1761 zijn eigen watermolens om te bouwen.[[Afbeelding:TIN19_blz91.jpg|thumb|right|320px|Een ontwerp van Evans van een meelfabriek met detailtekeningen van verschillende typen transportbanden]]
 
De nieuwe 'mouture économique' raakte vervolgens verbreid door Frankrijk, omdat de regering de heer Bucquet, de nieuwe beheerder van de Hospitaalmolens, aanspoorde om in alle grotere steden soortgelijke demonstraties te organiseren. Bucquet werkte in 1775 mee aan een Manuel du meunier et du charpentier de moulins économiques.[[Noten H2#2-65|<sup>[65]</sup>]] Ondanks de opzienbarende resultaten was de navolging zeker niet unaniem en er was regelmatig tegenwerking van plaatselijke molenaars en bakkers, die om uiteenlopende redenen vonden dat hun belang beter werd gediend met de gebruikelijke maalmethode.  
 
De nieuwe 'mouture économique' raakte vervolgens verbreid door Frankrijk, omdat de regering de heer Bucquet, de nieuwe beheerder van de Hospitaalmolens, aanspoorde om in alle grotere steden soortgelijke demonstraties te organiseren. Bucquet werkte in 1775 mee aan een Manuel du meunier et du charpentier de moulins économiques.[[Noten H2#2-65|<sup>[65]</sup>]] Ondanks de opzienbarende resultaten was de navolging zeker niet unaniem en er was regelmatig tegenwerking van plaatselijke molenaars en bakkers, die om uiteenlopende redenen vonden dat hun belang beter werd gediend met de gebruikelijke maalmethode.  
Het principe van de mouture économique was vooral dat van de herhaalde bewerking. In de bestaande, Franse molens werd het meel van het iets grovere meel en de zemelen gescheiden met een [[begrippenlijst#Buil|buil]]. Daar werd nu een tweede buil na geplaatst, die dat wat de eerste buil opleverde aan ongesorteerd materiaal alsnog scheidde. Deze buil was een langwerpige cylinder die schuin naar beneden liep en ronddraaide. Door gaas met aanvankelijk heel kleine, verder naar beneden steeds ruimere mazen te gebruiken, vielen aan het begin alleen de fijnste deeltjes door de zeef en hield men aan het eind alleen nog de grofste stukken in de buil over. De kleinste delen werden vervolgens opnieuw gemalen en weer gebuild over fijn gaas, weer gemalen en weer gebuild tot zelfs een derde herhaling van de bewerking. Elke builing leverde weer een meelsoort van een iets andere kwaliteit en er ging in elk geval niets verloren van het meel dat anders in een ongenuanceerd mengsel van zemelen en grof maalsel tegen een lagere prijs werd verkocht. De grotere opbrengst aan fijner meel blijkt uit Tabel 3.3, het resultaat van vergelijkende maalproeven die in 1766 in Bordeaux werden gehouden.(zie tabel 3.3)
+
Het principe van de mouture économique was vooral dat van de herhaalde bewerking. In de bestaande, Franse molens werd het meel van het iets grovere meel en de zemelen gescheiden met een [[begrippenlijst#Buil|buil]]. Daar werd nu een tweede buil na geplaatst, die dat wat de eerste buil opleverde aan ongesorteerd materiaal alsnog scheidde. Deze buil was een langwerpige cylinder die schuin naar beneden liep en ronddraaide. Door gaas met aanvankelijk heel kleine, verder naar beneden steeds ruimere mazen te gebruiken, vielen aan het begin alleen de fijnste deeltjes door de zeef en hield men aan het eind alleen nog de grofste stukken in de buil over. De kleinste delen werden vervolgens opnieuw gemalen en weer gebuild over fijn gaas, weer gemalen en weer gebuild tot zelfs een derde herhaling van de bewerking. Elke builing leverde weer een meelsoort van een iets andere [[Een nieuw produkt|'''kwaliteit''']] en er ging in elk geval niets verloren van het meel dat anders in een ongenuanceerd mengsel van zemelen en grof maalsel tegen een lagere prijs werd verkocht. De grotere opbrengst aan fijner meel blijkt uit Tabel 3.3, het resultaat van vergelijkende maalproeven die in 1766 in Bordeaux werden gehouden.(zie tabel 3.3)
 
[[Afbeelding:Tabel_3,3.jpg|thumb|320px|right]]
 
[[Afbeelding:Tabel_3,3.jpg|thumb|320px|right]]
 
Deze methode was door de herhaling van bewerkingen beduidend arbeidsintensiever.[[Noten H2#2-66|<sup>[66]</sup>]] De kosten daarvan werden alleen gecompenseerd als er een markt voor de grote hoeveelheid 'luxe-meel' was. Parijs had aan de vooravond van de Franse Revolutie een bevolking van ongeveerd 600.000[[Noten H2#2-67|<sup67]</sup>]] inwoners  en behalve de gegoede burgerij hadden ook de hospitalen en de instellingen van weldadigheid al snel belangstelling voor mooi meel.[[Noten H2#2-68|<sup>[68]</sup>]] Eén van de gebroeders Malisset had indertijd ook hun nieuwe methode aangeprezen als het middel om brood te maken voor de armen die verstoken moesten blijven van het felbegeerde wittebrood. Met het nieuwe 'brood voor de armen' en de nadruk op économique wist hij langdurig de belangstelling in hoge regeringskringen te wekken: hongeropstanden van het volk konden daarmee hopelijk worden voorkomen.[[Noten H2#2-69|<sup>[69]</sup>]] Dat vooruitzicht maakte dat de regering vanaf het begin haar medewerking verleende om in de directe omgeving van steden als Parijs, Lyon, Rouaan, Amiens en Nantes dergelijke molens te propageren. In 1789 schatte men dat er ongeveer 7 à 800 molens volgens de mouture économique maalden.[[Noten H2#2-70|<sup>[70]</sup>]]
 
Deze methode was door de herhaling van bewerkingen beduidend arbeidsintensiever.[[Noten H2#2-66|<sup>[66]</sup>]] De kosten daarvan werden alleen gecompenseerd als er een markt voor de grote hoeveelheid 'luxe-meel' was. Parijs had aan de vooravond van de Franse Revolutie een bevolking van ongeveerd 600.000[[Noten H2#2-67|<sup67]</sup>]] inwoners  en behalve de gegoede burgerij hadden ook de hospitalen en de instellingen van weldadigheid al snel belangstelling voor mooi meel.[[Noten H2#2-68|<sup>[68]</sup>]] Eén van de gebroeders Malisset had indertijd ook hun nieuwe methode aangeprezen als het middel om brood te maken voor de armen die verstoken moesten blijven van het felbegeerde wittebrood. Met het nieuwe 'brood voor de armen' en de nadruk op économique wist hij langdurig de belangstelling in hoge regeringskringen te wekken: hongeropstanden van het volk konden daarmee hopelijk worden voorkomen.[[Noten H2#2-69|<sup>[69]</sup>]] Dat vooruitzicht maakte dat de regering vanaf het begin haar medewerking verleende om in de directe omgeving van steden als Parijs, Lyon, Rouaan, Amiens en Nantes dergelijke molens te propageren. In 1789 schatte men dat er ongeveer 7 à 800 molens volgens de mouture économique maalden.[[Noten H2#2-70|<sup>[70]</sup>]]

Versie op 13 sep 2007 15:03