Noten TIN20-3-H5
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | <br> | ||
+ | '''Hoofdstuk 5''' | ||
+ | ''Titel'' | ||
+ | *<div id=5-1>[1] L.Reijnders, R.Sijmons e.a., Voedsel in Nederland. Gezondheid, bedrog en vergif (Amsterdam 1973</div> | ||
+ | *<div id=5-2>[2] Reijnders en Sijmons 1973, 107-109.</div> | ||
+ | *<div id=5-3>[3] A.H. van Otterloo, ‘The development of public distrust in modern food technology in the Netherlands. Professionals, laymen and the Consumer’s Union’, in: A.P. den Hartog (ed.), Food, Technology, Science and Marketing. European Diet in the Twentieth Century (East Linton 1995) 253-268.</div> | ||
+ | *<div id=5-4>[4] S. Aupers en A.H. van Otterloo, New Age. Een godsdiensthistorische en sociologische benadering, Kampen 2000, 62.</div> | ||
+ | *<div id=5-5>[5] UHA, UUB 809; Unilever constateerde een aantal feitelijke onjuistheden en ging voorts vooral in op de BWA-kritiek op gezondheidsreclame. Gezondheidsclaims zijn nog steeds omstreden.</div> | ||
+ | *<div id=5-6>[6] H.van den Dool, ‘Smakelijk eten’, Voeding 43 (1982) 1, 5-9, A.van Genderen, ‘Smakelijk eten?’, Voeding 43 (1982) 1, 1982, 10-11, L.Reijnders, ‘De aanvaardbaarheid van voedseladditieven’, Voeding 43, (1982) 3; Advies voedseladditieven en -verontreinigingen; technologische en toxicologische richtlijnen, Voedingsraad, Ministerie van WVC ('s-Gravenhage 1984) 1-2; eerder al had de overheid Algemene Richtlijnen voor Toevoegingen gepubliceerd (1968, 1973).</div> | ||
+ | *<div id=5-7>[7] Commissie van de Europese gemeenschappen, Het gebruik van additieven in levensmiddelen en de consument. Luxemburg (Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen) 1980; .Schoor, Hanke, Er staat niet wat er staat. Over voedsel, verpakking, reclame (Amsterdam 1984) uitgave van Vereniging Milieudefensie, A.M. van der Ham, Additieven in ons voedsel, verloedering of vooruitgang? (Den Haag 1986) uitgave van Voorlichtingsbureau voor de Voeding; Konsumenten Kontakt, Uit je bol door voedseladditieven? (Den Haag 1988).</div> | ||
+ | *<div id=5-8>[8] De benaming vitamines verdient volgens Voeding 41 (1980) 303 de voorkeur boven vitaminen. De gegevens over de geschiedenis zijn aan diverse artikelen in dit blad ontleend, zie: C. den Hartog, ‘Perioden in de ontdekking en waardering van vitamines’, Voeding 41 (1980) 303 de voorkeur boven vitaminen. De gegevens over de geschiedenis ervan zijn aan diverse artikelen in dit blad ontleend, zie: C. den Hartog, 'Perioden in de ontdekking en waardering van vitamines', Voeding 41 (1980) 45-54 en 89-95; E.H. Groot, 'Vijftig jaar vitamine B1', Voeding 37 (1976) 490-492; E.H. Groot, 'Robert R. Williams (1886-1965)', Voeding 37 (1976) 494-497; T. van den Briel-van Ingen, 'Beknopte geschiedenis van de voedingswetenschap in Nederland', Voeding 44 (1983) 160-169. Louis Rosenfeld, 'Vitamine-vitamin. The early years of discovery', Clinical Chemistry 43 (1977) 680-685.</div> | ||
+ | *<div id=5-9>[9] Vitamine, Winkler Prins, negende druk (1993), 23-26. L.J.Machlin, Vitamins. Basics (Basel 1997).</div> | ||
+ | *<div id=5-10>[10] Funk leverde wel een theoretische bijdrage, maar over zijn rol in de isolatie van vitamine B1 zijn de historici het niet eens; nationale eer speelt daarin mee.</div> | ||
+ | *<div id=5-11>[11] H.J. Teuteberg, ‘The discovery of vitamins. Laboratory research, reception, industrial production’ in Alexander Fenton, Order and disorder, (Edinburgh 2000) te verschijnen. </div> | ||
+ | *<div id=5-12>[12] Van 1912 tot 1936 was Grijns hoogleraar in de fysiologie in Wageningen, waar hij de betekenis van vitamine E voor de voortplanting ontdekte.</div> | ||
+ | *<div id=5-13>[13] P.J. van der Laan, ‘De vitaminen. Een beknopt overzicht’, Voeding 7 (1946/47)</div> | ||
+ | *<div id=5-14>[14] Het vitamine-onderzoek duurt voort, maar de (voorlopig) laatste nieuwe synthese vond plaats in 1972 (Vitamine B12); in totaal zijn 13 vitamines ontdekt, al wordt wordt nog getwist over sterk verwante stoffen, L.J.Machlin, ‘Introduction’ in Vitamins (Basel 1997).</div> | ||
+ | *<div id=5-15>[15] Voorbeelden zijn: ‘ Het vitamine C-gehalte van tomatensap van Nederlandse fabrieken’ Voeding 9 (1948) 111-113; ‘Een vergelijking in het vitamine C-gehalte bij bereiding in het groot, in open potten en in ‘hoge druk’ potten’ Voeding 12 (1951) 478.</div> | ||
+ | *<div id=5-16>[16] Ch. Wilson, Geschiedenis van Unilever: een beeld van economische groei en maatschappelijke verandering (‘s Hertogenbosch 1984) 342-343, 379. </div> | ||
+ | *<div id=5-17>[17] A.P. den Hartog e.a., ‘Voedingsinformatie in reclame. Een analyse van 85 jaar voedingsmiddelenadvertenties’, Voeding 50 (1989) 224-229.</div> | ||
+ | *<div id=5-18>[18] R. Lotgering-Hillebrand, ‘Gezonde voeding’, in Nederlands gezinsboek (Amsterdam 1935/1938) 205-285, 208. </div> | ||
+ | *<div id=5-19>[19] Den Hartog, ‘Perioden in de ontdekking’, 94; G. Loggers, ‘Wettelijke regelingen met betrekking tot het vitamineren van levensmiddelen’ Voeding 30 (1969) 341-347.</div> | ||
+ | *<div id=5-20>[20] R.D. Apple, Vitamania. Vitamins in American Culture’ (New Brunswick 1996).</div> | ||
+ | *<div id=5-21>[21] G. Huis in ’t Veld (red.), Voedsel. Productie, samenstelling, afzet, consumentenbelang (Amsterdam 1983) 252.</div> | ||
+ | *<div id=5-22>[22] Uit de derde Voedselconsumptiepeiling in 1998 bleken paradoxale tendenzen: enerzijds bleef de ‘inname van belangrijke vitamines en mineralen onder de maat’, terwijl anderszijds (vergeleken met 1992) het gebruik van multivitaminepreparaten sterk steeg: ongeveer 25% van de bevolking consumeerde in 1998 voedingssupplementen. Bronnen: schriftelijke mededelingen Vitamine-informatiebureau, TNO-Voeding, 1998; Voedingscentrum, Zo eet Nederland 1998 (Den Haag 1998).</div> | ||
+ | *<div id=5-23>[23] C. den Hartog e.a., Nieuwe voedingsleer (Utrecht 1988) 253-256.</div> | ||
+ | *<div id=5-24>[24] ‘Enzym’, Grote Winkler Prins Encyclopedie (negende druk, Amsterdam 1991) dl. 8, 364-366.</div> | ||
+ | *<div id=5-25>[25] G.Beldman en A.G..J. Voragen, ‘Zetmeel- en sappenindustrie voorlopers in enzymtoepassing’, Speciale Ingrediënten, Voedingsmiddelentechnologie 28 (1995) 23, 36-38.</div> | ||
+ | *<div id=5-26>[26] Max Dendermonde, Hoe wij het rooiden (Veendam 1979) 167-187.</div> | ||
+ | *<div id=5-27>[27] Fysiche en chemische methoden van zetmeelmodificatie waren ook in zwang.</div> | ||
+ | *<div id=5-28>[28] Beldman en Voragen, ‘Zetmeel- en sappenindustrie’, 36.</div> | ||
+ | *<div id=5-29>[29] Dit voorbeeld toont duidelijk de opeenvolging van problemen, oplossingen en nieuwe problemen, die herhaaldelijk zijn aan te treffen in de techniekontwikkeling. Het is gebaseerd op A. Schrauwers, 'Enzym verdringt vruchtepers'. G. van Maanen (red), Sporen van Wageningen. Een greep uit 75 jaar onderzoek van de landbouwuniversiteit 1918-1993 (Wageningen 1993) 76-81.</div> | ||
+ | *<div id=5-30>[30] Van Maanen, Sporen van Wageningen.</div> | ||
+ | *<div id=5-31>[31] H.A Boekenoogen, ‘Vijftig jaren levensmiddelentechnologie in Nederland’, Chemisch Weekblad, 50 (1954) 65-70 en 69.</div> | ||
+ | *<div id=5-32>[32] Als maatstaf voor schadelijkheid wordt door toxicologen tegenwoordig voor een aantal stoffen de ADI-waarde (Acceptable Daily Intake) gehanteerd, de maximale hoeveelheid die mensen per kilo lichaamsgewicht mogen binnenkrijgen.</div> | ||
+ | *<div id=5-33>[33] G.J. van Meurs, ‘De Nederlandse Chemische Vereniging en het Keuringsdienstwezen in Nederland.’, Chemisch Weekblad, (1954), 70-71.</div> | ||
+ | *<div id=5-34>[34] Symposium over 'ongewenste veranderingen in voedingsmiddelen en hun bestrijding; georganiseerd door de Sectie Voedingsleer van de Nederlandse Chemische Vereniging op 26 maart 1949 te Utrecht. Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek TNO, Wageningen. Publicatie nr. 94-98 (overgedrukt uit het Chemisch Weekblad 45 (1949)).</div> | ||
+ | *<div id=5-35>[35] F.D. Tollenaar, Bestrijding van koelhuisgebreken van boter met behulp van antioxydanten, in het bijzonder met tetra-alkylthiuramdisulfiden (Utrecht 1953); vraaggesprek met A. van Otterloo, 17 juni 1998.</div> | ||
+ | *<div id=5-36>[36] J.F. Reith, Voeding 2 (1941) 197-204. </div> | ||
+ | *<div id=5-37>[37] J.F. Reith, Wat eten wij? Over natuurlijke en bewerkte levensmiddelen (Zaltbommel 1956), 106-107.</div> | ||
+ | *<div id=5-38>[38] Vaak werden textielkleurstoffen ook voor voedingsmiddelen gebruikt. J.F.Reith, Wat eten wij? 53.</div> | ||
+ | *<div id=5-39>[39] O.A.Corver, Aaltje, nieuw Nederlandsch kookboek (Amsterdam 1993), 226-227.</div> | ||
+ | *<div id=5-40>[40] Vgl. ondermeer: J.Kamsteeg en M.I.A.Baas, E=Eetbaar? Alle e-nummers en de belangrijkste overige additieven (Haarlem 1988); M.Stasse-Wolthuis, J.G.A.J.Hautvast, Voedselveiligheid. Van teelt tot consument. (Alphen a/d Rijn/Brussel 1989); F. ten Hoor, 'VoedselveiIigheid, risico-overweging en risico perceptie', Landbouwkundig Tijdschrift 103 (1991) 8, 3; Konsumenten Kontakt, Additievenwijzer. Alles wat u moet weten over kleur-, geur-, smaakstoffen en conserveermiddelen in voedsel (Utrecht 1992).</div> | ||
+ | *<div id=5-41>[41] M. Schrover, ‘“Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner de moeder”. Joodse ondernemers in de voedings- en genotmiddelenindustrie’, in: H. Berg, T. Wijsenbeek, E. Fischer (red.), Fabriqueur, fabrikant. Joodse ondernemers en ondernemingen in Nederland 1796-1940 (Amsterdam 1994) 160-190, aldaar 183-185.</div> | ||
+ | *<div id=5-42>[42] De informatie over Quest is ontleend aan C. Dijkema, De geschiedenis van de Techniek in Geur- en smaakstoffen (Amsterdam 1998) ongepubliceerd stagerapport Vagroep Sociologie, 9-16.</div> | ||
+ | *<div id=5-43>[43] J.A. Buchel, ‘Aromatiseren, kunst of kunde?’, Naarden Nieuws, (1967) nr. 180, 2.</div> | ||
+ | *<div id=5-44>[44] ‘De grondstoffen in de aroma’s oor voedings-en genotmiddelen’, Naarden Nieuws, (1966), nr. 177, 3.</div> | ||
+ | *<div id=5-45>[45] Naarden Nieuws, (1969) nr. 200, 4.</div> | ||
+ | *<div id=5-46>[46] J.Claasen, Tussen neus en lippen (Den Haag 1995), 31-33, 112; A.Ruiter, Natuurlijke voedseladditieven vragen nader onderzoek, Voedingsmiddelentechnologie 12 oktober 1989 no 29, 148-149. </div> | ||
+ | *<div id=5-47>[47] J. Claassen, Tussen neus en lippen.133-134.</div> | ||
+ | *<div id=5-48>[48] A.M. van der Ham, 'Additieven in ons voedsel, verloedering of vooruitgang?' (Den Haag 1988) | ||
+ | *<div id=5-49>[49] A. van Otterloo ‘De herleving van de beweging voor natuurlijk en gezond voedsel 1890-1990’, Amsterdams Sociologisch Tijdschrift 10 (1983) 507-545.</div> | ||
+ | *<div id=5-50>[50] Trouw, 24 mei 2000, 7.</div> | ||
+ | *<div id=5-51>[51] R.A.Schilpzand, Voedseladditieven, op naar minder, VMT (1990) 14/15, 11-13. </div> | ||
+ | *<div id=5-52>[52] M. Stasse-Wolthuis en A.C.Douwes (red), Eten als medicijn: voeding met anti-oxydanten (Houten/Diegem 1995), 92-93.</div> | ||
+ | *<div id=5-53>[53] M. Feenstra, Voedselveiligheid: zorg voor of van de consument?, Landbouwkundig Tijdschrift 103 (1991) 8, 13-15; Consumentenadditievengids (Den Haag 1996), 4-5.</div> |