Noten TIN20-3-H6

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 5: Regel 5:
 
*<div id=6-1>[1] Gebaseerd op A.P. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding. Voedingsleer en kindergeneeskunde in Nederland 1840-1914 (Nijmegen 1984).</div>
 
*<div id=6-1>[1] Gebaseerd op A.P. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding. Voedingsleer en kindergeneeskunde in Nederland 1840-1914 (Nijmegen 1984).</div>
 
*<div id=6-2>[2] Voor de ontwikkeling van melksterilisatietechniek zie L.V. Bartels, De onmisbare. De koe en haar enorme invloed op de mens (Bedum 1989) en A.P. den Hartog, Diffusion of milk as a new food to tropical regions: the example of Indonesia, 1880-1942 (Wageningen 1986) 238.</div>
 
*<div id=6-2>[2] Voor de ontwikkeling van melksterilisatietechniek zie L.V. Bartels, De onmisbare. De koe en haar enorme invloed op de mens (Bedum 1989) en A.P. den Hartog, Diffusion of milk as a new food to tropical regions: the example of Indonesia, 1880-1942 (Wageningen 1986) 238.</div>
*<div id=6-3>[3] Voor de lezer zal duidelijk zijn dat hier sprake was van een vitamine C-deficiëntie. De indertijd gebruikte, veel tijd kostende methode om zuigelingenmelk te steriliseren, veroorzaakte een volledige oxidatie van dit toen nog onbekende bestanddeel van de m</div>
+
*<div id=6-3>[3] Voor de lezer zal duidelijk zijn dat hier sprake was van een vitamine C-deficiëntie. De indertijd gebruikte, veel tijd kostende methode om zuigelingenmelk te steriliseren, veroorzaakte een volledige oxidatie van dit toen nog onbekende bestanddeel van de melk. A.P. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding, 161-165.</div>
 
*<div id=6-4>[4] Het was niet duidelijk wat de voedingsbehoefte van een zuigeling was. De aanwezigheid van vitamines in melk was niet bekend en kennis over eigenschappen van bacteriën ontbrak.</div>
 
*<div id=6-4>[4] Het was niet duidelijk wat de voedingsbehoefte van een zuigeling was. De aanwezigheid van vitamines in melk was niet bekend en kennis over eigenschappen van bacteriën ontbrak.</div>
 
*<div id=6-5>[5] E. Gorter, De voeding van gezonde en zieke zuigelingen (Leiden 1929) 6e druk, 354; W. Wennekes, De vaders van Nutricia ‘De min van Nederland’ (Abcoude 1991) 12.</div>
 
*<div id=6-5>[5] E. Gorter, De voeding van gezonde en zieke zuigelingen (Leiden 1929) 6e druk, 354; W. Wennekes, De vaders van Nutricia ‘De min van Nederland’ (Abcoude 1991) 12.</div>
 
*<div id=6-6>[6] A.P. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding, 251.</div>
 
*<div id=6-6>[6] A.P. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding, 251.</div>
 
*<div id=6-7>[7] Onder andere A. Fockema benadrukte dat in de inleiding van zijn vertaling van H. Albrecht, Hoe voedt men zuigelingen (Arnhem 1879) III-IV.</div>
 
*<div id=6-7>[7] Onder andere A. Fockema benadrukte dat in de inleiding van zijn vertaling van H. Albrecht, Hoe voedt men zuigelingen (Arnhem 1879) III-IV.</div>
*<div id=6-8>[8] J. Gewin, ‘Over natuurlijke voeding’, Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde 54 IIA (1910) 426-438. Behalve gecondenseerde melk en Backhausmelk hadden Emstermatemelk, Koker’s melk, Veth’s melk en Puritas een zekere naam. Daarnaast de ‘kindermeel’soorte</div>
+
*<div id=6-8>[8] J. Gewin, ‘Over natuurlijke voeding’, Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde 54 IIA (1910) 426-438. Behalve gecondenseerde melk en Backhausmelk hadden Emstermatemelk, Koker’s melk, Veth’s melk en Puritas een zekere naam. Daarnaast de ‘kindermeel’-soorten van Molenaar, Okhuisen, De Gruyter en Giesen, die uit fijne rijste-, boekweit- of maïsmeel bestonden.</div>
*<div id=6-9>[9] C.H. Wagenaar Hummelinck, ‘De fabricage van gecondenseerde melk’, Economist 35 I (1886) 262-274; A.P. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding, 255-258 en 358-359. ‘HUM’ zijn letters van de naam van de fabrikant C.H. Wagenaar Hummelinc</div>
+
*<div id=6-9>[9] C.H. Wagenaar Hummelinck, ‘De fabricage van gecondenseerde melk’, Economist 35 I (1886) 262-274; A.P. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding, 255-258 en 358-359. ‘HUM’ zijn letters van de naam van de fabrikant C.H. Wagenaar Hummelinck (1843-1914).</div>
 
*<div id=6-10>[10] J.Th.M., ‘Een interessant bezoek’, Eigen haard 10 (1884) 28-33.</div>
 
*<div id=6-10>[10] J.Th.M., ‘Een interessant bezoek’, Eigen haard 10 (1884) 28-33.</div>
 
*<div id=6-11>[11] Nutricia Life 1 (1998) 1, 18: Een eerste uitgave verscheen onder de naam ‘Voor de spreekkamer van H.H. Geneeskundigen’ in 1924.</div>
 
*<div id=6-11>[11] Nutricia Life 1 (1998) 1, 18: Een eerste uitgave verscheen onder de naam ‘Voor de spreekkamer van H.H. Geneeskundigen’ in 1924.</div>
Regel 26: Regel 26:
 
*<div id=6-22>[22] ‘De Nederlandse zuivel zag vooruit’, Conserva 6 (1957) 2, 28-33.</div>
 
*<div id=6-22>[22] ‘De Nederlandse zuivel zag vooruit’, Conserva 6 (1957) 2, 28-33.</div>
 
*<div id=6-23>[23] ‘1e Steenlegging van het Ned. Instituut voor Zuivelonderzoek (NIZO) te Ede’, Nederlands Weekblad voor Zuivelbereiding en -Handel 59 (1953) 30, 712-713.</div>
 
*<div id=6-23>[23] ‘1e Steenlegging van het Ned. Instituut voor Zuivelonderzoek (NIZO) te Ede’, Nederlands Weekblad voor Zuivelbereiding en -Handel 59 (1953) 30, 712-713.</div>
*<div id=6-24>[24] ‘Zonder natuurwetenschappelijk onderzoek zou de zuivelbereiding zich niet hebben ontwikkeld tot de hoogte die ze heeft bereikt’ - H. Mulder, ‘Melk-boter-kaas. Diesrede’ (Wageningen 1962) 10.</div>
+
*<div id=6-24>[24] ‘Zonder natuurwetenschappelijk onderzoek zou de zuivelbereiding zich niet hebben ontwikkeld tot de hoogte die ze heeft bereikt’ citaat uit: H. Mulder, ‘Melk-boter-kaas. Diesrede’ (Wageningen 1962) 10.</div>
 
*<div id=6-25>[25] Vos, De melkvoorziening van Amsterdam, XIV.</div>
 
*<div id=6-25>[25] Vos, De melkvoorziening van Amsterdam, XIV.</div>
 
*<div id=6-26>[26] L. van Hoepen, Van veertig zegenrijke melkjaren 1908-1948 (Bussum 1948) 137.</div>
 
*<div id=6-26>[26] L. van Hoepen, Van veertig zegenrijke melkjaren 1908-1948 (Bussum 1948) 137.</div>
Regel 50: Regel 50:
 
*<div id=6-46>[46] ‘Onderzoek Nederlands Zuivelbureau toont aan: melkdieet bij helft van de huisvrouwen bekend, en snelverkeer en melk duidelijk met elkaar verbonden’, Misset’s ‘Zuivel’ 71 (1965) 52, 1336-1337.</div>
 
*<div id=6-46>[46] ‘Onderzoek Nederlands Zuivelbureau toont aan: melkdieet bij helft van de huisvrouwen bekend, en snelverkeer en melk duidelijk met elkaar verbonden’, Misset’s ‘Zuivel’ 71 (1965) 52, 1336-1337.</div>
 
*<div id=6-47>[47] Roosenschoon, Een wandeltocht door 75 jaar zuivelgeschiedenis, 91, 96.</div>
 
*<div id=6-47>[47] Roosenschoon, Een wandeltocht door 75 jaar zuivelgeschiedenis, 91, 96.</div>
*<div id=6-48>[48] ‘Vanuit Aken wordt de harde strijd gestreden (II)’, Misset’s ‘Zuivel’ 69 (1963) 2, 24-25.</div>
+
*<div id=6-48>[48] ‘Vanuit Aken wordt de harde strijd gestreden (II)’, Misset’s ‘Zuivel’ 69 (1963) 2, 24-25. W. Schreurs, Collectieve reclame in Nederland (Leiden 1991) 60.</div>
 
*<div id=6-49>[49] ‘Consument en Zuivel’, Misset’s ‘Zuivel’ 72 (1966) 42, 1072.</div>
 
*<div id=6-49>[49] ‘Consument en Zuivel’, Misset’s ‘Zuivel’ 72 (1966) 42, 1072.</div>
 
*<div id=6-50>[50] ‘Zuiveldag voor consumenten’, Misset’s “Zuivel” 72 (1966) 45, 1136-1137.</div>
 
*<div id=6-50>[50] ‘Zuiveldag voor consumenten’, Misset’s “Zuivel” 72 (1966) 45, 1136-1137.</div>
 
*<div id=6-51>[51] ‘Ambitieuze NZB-plannen voor 1972’, Voedingsmiddelentechnologie 2 (1971) 51, 15.</div>
 
*<div id=6-51>[51] ‘Ambitieuze NZB-plannen voor 1972’, Voedingsmiddelentechnologie 2 (1971) 51, 15.</div>
 
*<div id=6-52>[52] ‘Nieuwe schoolmelkverpakking Coberco’, Voedingsmiddelentechnologie 13 (1980) 4, 46-47.</div>
 
*<div id=6-52>[52] ‘Nieuwe schoolmelkverpakking Coberco’, Voedingsmiddelentechnologie 13 (1980) 4, 46-47.</div>
*<div id=6-53>[53] ‘Voedingsraad. Standpunt ten aanzien van de verstrekking van melk op school’, Voeding 18 (1957) 593-598. De Voedingsraad adviseerde een consumptie van 600 ml melk voor kleuters van 4-6 jaar, 750 ml voor schoolkinderen van 7-13 jaar en 750 ml voor adolesce</div>
+
*<div id=6-53>[53] ‘Voedingsraad. Standpunt ten aanzien van de verstrekking van melk op school’, Voeding 18 (1957) 593-598. De Voedingsraad adviseerde een consumptie van 600 ml melk voor kleuters van 4-6 jaar, 750 ml voor schoolkinderen van 7-13 jaar en 750 ml voor adolescenten van 14-21 jaar. 'Berichten', Nederlands Tijdschrijft voor Geneeskunde 101 (1957) 2391, 2407.</div>
 
*<div id=6-54>[54] Zie o.a. P.B. Defares, G.N. Kema en J.J. van der Werff, Schoolmelk en intellectuele prestaties: onderzoek naar het effect van schoolmelkgebruik op intellectuele prestaties (Assen 1967).</div>
 
*<div id=6-54>[54] Zie o.a. P.B. Defares, G.N. Kema en J.J. van der Werff, Schoolmelk en intellectuele prestaties: onderzoek naar het effect van schoolmelkgebruik op intellectuele prestaties (Assen 1967).</div>
 
*<div id=6-55>[55] http://www.prodzuivel.nl. Rijswijk, 9 november 1998.</div>
 
*<div id=6-55>[55] http://www.prodzuivel.nl. Rijswijk, 9 november 1998.</div>

Huidige versie van 19 sep 2007 om 11:21