Engeland als voorloper bij de temperatuurregeling

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 3: Regel 3:
 
Het is niet geheel zeker dat dit voorstel om de temperatuur te beheersen ook in de praktijk is getest. Van de brouwers die over het plan om commentaar waren gevraagd, toonden enkele zich enthousiast, maar andere wezen een dergelijk experiment af - voornamelijk vanwege de hoge kosten. Geleidelijk werden echter de voordelen van de temperatuurbeheersing in vooral het gistingsproces duidelijk. Aan het begin van de negentiende eeuw was de toepassing van de boven beschreven koelapparatuur dan ook algemeen gebruikelijk in de Engelse brouwerijen.
 
Het is niet geheel zeker dat dit voorstel om de temperatuur te beheersen ook in de praktijk is getest. Van de brouwers die over het plan om commentaar waren gevraagd, toonden enkele zich enthousiast, maar andere wezen een dergelijk experiment af - voornamelijk vanwege de hoge kosten. Geleidelijk werden echter de voordelen van de temperatuurbeheersing in vooral het gistingsproces duidelijk. Aan het begin van de negentiende eeuw was de toepassing van de boven beschreven koelapparatuur dan ook algemeen gebruikelijk in de Engelse brouwerijen.
 
Peter Mathias, de geschiedschrijver van de Britse biernijverheid in de negentiende eeuw, voegt aan zijn relaas toe dat het gebruik van deze eerste vormen van temperatuurbeheersing bij het brouwproces niet de bereidingswijze van het bier veranderden. Hij noemt het 'just a further mechanical aid to increase the flow of production'.[[Noten TIN19-1-H6#6-77|<sup>[77]</sup>]]  Het inzicht in het brouwproces werd er niet groter door, maar wel bestond nu de mogelijkheid een belangrijk onderdeel van het brouwbedrijf zodanig te manipuleren, dat het niet langer de oorzaak was van een groot aantal mislukte brouwsels. Anders gezegd, met de toepassing van koelapparatuur was constantere produktie van bier mogelijk.
 
Peter Mathias, de geschiedschrijver van de Britse biernijverheid in de negentiende eeuw, voegt aan zijn relaas toe dat het gebruik van deze eerste vormen van temperatuurbeheersing bij het brouwproces niet de bereidingswijze van het bier veranderden. Hij noemt het 'just a further mechanical aid to increase the flow of production'.[[Noten TIN19-1-H6#6-77|<sup>[77]</sup>]]  Het inzicht in het brouwproces werd er niet groter door, maar wel bestond nu de mogelijkheid een belangrijk onderdeel van het brouwbedrijf zodanig te manipuleren, dat het niet langer de oorzaak was van een groot aantal mislukte brouwsels. Anders gezegd, met de toepassing van koelapparatuur was constantere produktie van bier mogelijk.
In Beieren en aangrenzende gebieden werd vooral bij lage wintertemperaturen ondergistend gebrouwen. In de jaren twintig van de negentiende eeuw begon men ook de bieropslag te koelen. Om het bier tijdens het rijpingsproces op het vat van bederf te vrijwaren, bouwden enkele grote brouwers omvangrijke, geheel of half-onderaardse opslagruimtes. Deze kelders kregen nog weer iets later dubbele, geïsoleerde wanden en de ruimte daartussen werd in de winter opgevuld met natuurijs. Dit ijs haalde men uit vijvers, rivieren en meertjes in de streek zelf. Bij zachte winters werd er ijs aangevoerd uit de nabij gelegen Alpen. Wanneer het in de zomer niet al te heet werd, bleef het ijs tot de volgende winter en soms nog wel langer in een goede conditie. De eerste aldus gekoelde kelder was die van de Münchener brouwer Josef Pschorr, wiens opslagruimte een capaciteit van 40.000 hectoliter zou hebben gehad.[[Afbeelding:IJskelder_volgens_Brianard.jpg|thumb|right|400px|Bierkoeling volgens Brainard]]
+
In Beieren en aangrenzende gebieden werd vooral bij lage wintertemperaturen [[begrippenlijst#Ondergistend|ondergistend]] gebrouwen. In de jaren twintig van de negentiende eeuw begon men ook de bieropslag te koelen. Om het bier tijdens het rijpingsproces op het vat van bederf te vrijwaren, bouwden enkele grote brouwers omvangrijke, geheel of half-onderaardse opslagruimtes. Deze kelders kregen nog weer iets later dubbele, geïsoleerde wanden en de ruimte daartussen werd in de winter opgevuld met natuurijs. Dit ijs haalde men uit vijvers, rivieren en meertjes in de streek zelf. Bij zachte winters werd er ijs aangevoerd uit de nabij gelegen Alpen. Wanneer het in de zomer niet al te heet werd, bleef het ijs tot de volgende winter en soms nog wel langer in een goede conditie. De eerste aldus gekoelde kelder was die van de Münchener brouwer Josef Pschorr, wiens opslagruimte een capaciteit van 40.000 hectoliter zou hebben gehad.[[Afbeelding:IJskelder_volgens_Brianard.jpg|thumb|right|400px|Bierkoeling volgens Brainard]]
 
In de jaren veertig en vijftig werd de koeling van de kelders verbeterd door de invoering van het zogeheten Brainardsysteem. Hierbij bouwde men boven de bierkelders opslagruimten, die met ijs werden gevuld. De zware, koude lucht zakte via openingen in de vloer naar beneden en zo werden de opslag- of lagerkelders extra afgekoeld. De koeling à la Brainard had echter evenals de andere kelderkoelingsystemen het grote nadeel, dat smeltwater van het ijs de kelders kon bereiken. De vaten kwamen in het water te liggen en gingen rotten of het vocht veroorzaakte schimmels, die in menig geval het bier bedierven.
 
In de jaren veertig en vijftig werd de koeling van de kelders verbeterd door de invoering van het zogeheten Brainardsysteem. Hierbij bouwde men boven de bierkelders opslagruimten, die met ijs werden gevuld. De zware, koude lucht zakte via openingen in de vloer naar beneden en zo werden de opslag- of lagerkelders extra afgekoeld. De koeling à la Brainard had echter evenals de andere kelderkoelingsystemen het grote nadeel, dat smeltwater van het ijs de kelders kon bereiken. De vaten kwamen in het water te liggen en gingen rotten of het vocht veroorzaakte schimmels, die in menig geval het bier bedierven.
 
In dezelfde periode ging men er in Zuid-Duitsland meer en meer toe over om natuurijs te gebruiken bij het brouwen zelf. Dit gebeurde op ongeveer de zelfde manier als in Engeland, namelijk door ijskoud water via een koperen buizenstelsel door de brouw- en gistkuipen en het koelschip te laten circuleren. Ook lieten brouwers wel met ijs gevulde, afgesloten platte bakken van blik in de kuipen drijven.[[Noten TIN19-1-H6#6-78|<sup>[78]</sup>]]  
 
In dezelfde periode ging men er in Zuid-Duitsland meer en meer toe over om natuurijs te gebruiken bij het brouwen zelf. Dit gebeurde op ongeveer de zelfde manier als in Engeland, namelijk door ijskoud water via een koperen buizenstelsel door de brouw- en gistkuipen en het koelschip te laten circuleren. Ook lieten brouwers wel met ijs gevulde, afgesloten platte bakken van blik in de kuipen drijven.[[Noten TIN19-1-H6#6-78|<sup>[78]</sup>]]  

Versie op 11 okt 2007 15:00