Van ambacht naar industrie

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 39: Regel 39:
  
  
De introductie van de [[begrippenlijst#Ondergistend|ondergistende]] methode en vooral de komst van de kostbare koeltechniek - een Linde-machine kostte aanvankelijk rond de fl. 85.000 - had een verandering in de financiering van de brouwerijen tot gevolg. De meeste grote bedrijven kozen hierbij voor de vorm van een [[begripppenlijst#Naamloze vennootschap|Naamloze Vennootschap]] om het benodigde kapitaal bij elkaar te brengen. In 1890 waren er tien nv's met een gestort maatschappelijk kapitaal van fl. 4.369.000. Tien jaar later, inmiddels was een sterke concentratiebeweging in de biernijverheid op gang gekomen, waren er twintig nv's in die bedrijfstak, terwijl het kapitaal bijna was verdubbeld.[[Noten TIN19-1-H6#6-119|<sup>[119]</sup>]]  [[Afbeelding:TIN19_blz212.jpg|thumb|390px|right|De machinekamer van de Amsterdamse brouwerij De Gekroonde Valk rond 1910]]
+
De introductie van de [[begrippenlijst#Ondergistend|ondergistende]] methode en vooral de komst van de kostbare koeltechniek - een Linde-machine kostte aanvankelijk rond de fl. 85.000 - had een verandering in de financiering van de brouwerijen tot gevolg. De meeste grote bedrijven kozen hierbij voor de vorm van een [[begripppenlijst#Naamloze vennootschap|naamloze vennootschap]] om het benodigde kapitaal bij elkaar te brengen. In 1890 waren er tien nv's met een gestort maatschappelijk kapitaal van fl. 4.369.000. Tien jaar later, inmiddels was een sterke concentratiebeweging in de biernijverheid op gang gekomen, waren er twintig nv's in die bedrijfstak, terwijl het kapitaal bijna was verdubbeld.[[Noten TIN19-1-H6#6-119|<sup>[119]</sup>]]  [[Afbeelding:TIN19_blz212.jpg|thumb|390px|right|De machinekamer van de Amsterdamse brouwerij De Gekroonde Valk rond 1910]]
  
 
De belangrijkste slachtoffers op termijn van deze ontwikkeling waren de kleine brouwers in Brabant en Limburg. Zij bleven op een aantal uitzonderingen na bovengistende bieren voor de lokale markt brouwen. Een factor van belang hierbij was dat deze provincies in verkeerstechnisch opzicht nog vrij lang een enigszins geïsoleerde positie innamen. Pogingen om rond 1900 tot een zekere bundeling van de kleine bedrijven te komen verliepen vrijwel zonder resultaat.[[Noten TIN19-1-H6#6-120|<sup>[120]</sup>]]  Toen in het begin van deze eeuw een geleidelijke verandering in smaakvoorkeuren plaats vond, waarbij ook jongeren uit de zuidelijke provincies er de voorkeur aan gaven het ondergistende Pilsener-bier te gaan drinken, betekende dit vooral na de Eerste Wereldoorlog de ondergang van veel kleine brouwerijen in Brabant en Limburg.
 
De belangrijkste slachtoffers op termijn van deze ontwikkeling waren de kleine brouwers in Brabant en Limburg. Zij bleven op een aantal uitzonderingen na bovengistende bieren voor de lokale markt brouwen. Een factor van belang hierbij was dat deze provincies in verkeerstechnisch opzicht nog vrij lang een enigszins geïsoleerde positie innamen. Pogingen om rond 1900 tot een zekere bundeling van de kleine bedrijven te komen verliepen vrijwel zonder resultaat.[[Noten TIN19-1-H6#6-120|<sup>[120]</sup>]]  Toen in het begin van deze eeuw een geleidelijke verandering in smaakvoorkeuren plaats vond, waarbij ook jongeren uit de zuidelijke provincies er de voorkeur aan gaven het ondergistende Pilsener-bier te gaan drinken, betekende dit vooral na de Eerste Wereldoorlog de ondergang van veel kleine brouwerijen in Brabant en Limburg.

Versie op 29 okt 2007 16:38