Bietsuikerfabricage in Nederland na 1813
Van Techniek in Nederland
Regel 52: | Regel 52: | ||
Toch werd er hoegenaamd niet op deze berichten gereageerd. Alleen de Rotterdamse raffinadeur Bicker overlegde in 1836 met I.G.J. van den Bosch, de stuwende kracht achter de modellandbouw in de grote Zeeuwse Wilhelminapolder. Die volgde met aandacht de ontwikkelingen in het buitenland en teelde zelf al enkele jaren 'mangelwortels' voor zijn vee. Van den Bosch wilde deze bieten laten verwerken in Bickers Rotterdamse bedrijf, maar na wat moeizame experimenten lieten beiden het plan weer varen.[[Noten TIN19-1-H7#7-94|<sup>[94]</sup>]] | Toch werd er hoegenaamd niet op deze berichten gereageerd. Alleen de Rotterdamse raffinadeur Bicker overlegde in 1836 met I.G.J. van den Bosch, de stuwende kracht achter de modellandbouw in de grote Zeeuwse Wilhelminapolder. Die volgde met aandacht de ontwikkelingen in het buitenland en teelde zelf al enkele jaren 'mangelwortels' voor zijn vee. Van den Bosch wilde deze bieten laten verwerken in Bickers Rotterdamse bedrijf, maar na wat moeizame experimenten lieten beiden het plan weer varen.[[Noten TIN19-1-H7#7-94|<sup>[94]</sup>]] | ||
− | Daarna bleef het ongeveer twintig jaar stil rond de bietsuikerindustrie in Nederland. De [[De | + | Daarna bleef het ongeveer twintig jaar stil rond de bietsuikerindustrie in Nederland. De [[De Nederlandsche Handel-Maatschappij|'''Nederlandsche Handel-Maatschappij''']] zal daar zeker vrede mee gehad hebben, want in 1838 en 1839 maakte de Directie misprijzend gewag van de Franse en Duitse activiteiten op dat gebied. Door laaggeprijsde rietsuiker zou die industrie en haar '[[begrippenlijst#Surrogaat|surrogaat]]' wel weer verdwijnen, hoopte men.[[Noten TIN19-1-H7#7-95|<sup>[95]</sup>]] |