De ontsluiting van het platteland door lokaalspoorwegen
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Afbeelding:TIN19II_blz163.jpg|thumb|400px|left|Een trein van de HlJSM heeft juist het station Baarn verlaten]]'''Behoefte aan goedkope lokaalspoorwegen''' | [[Afbeelding:TIN19II_blz163.jpg|thumb|400px|left|Een trein van de HlJSM heeft juist het station Baarn verlaten]]'''Behoefte aan goedkope lokaalspoorwegen''' | ||
− | Tegen het einde van de jaren zeventig was het net van hoofdlijnen in grote | + | Tegen het einde van de jaren zeventig was het net van hoofdlijnen in grote lijnen gereed en wat nog ontbrak was met de wet van 1875 aangegeven en inmiddels in aanleg. Maar dit betekende niet dat het hele land nu gelijkmatig met spoorwegen was overdekt. Vooral in het Oosten en Noordoosten bleven er streken, waar een station slechts na een wandeling van enkele uren bereikt kon worden. |
Wegens de te verwachten geringe vervoersopbrengst was het ook niet aantrekkelijk om in dergelijke plattelandsgebieden dure hoofdspoorwegen aan te leggen. Spoorwegdeskundigen hadden zich al gebogen over de vraag of het niet mogelijk zou zijn eenvoudiger en daardoor goedkopere lijnen aan te leggen, die als aanvulling op de bestaande hoofdspoorwegen zouden kunnen dienen. | Wegens de te verwachten geringe vervoersopbrengst was het ook niet aantrekkelijk om in dergelijke plattelandsgebieden dure hoofdspoorwegen aan te leggen. Spoorwegdeskundigen hadden zich al gebogen over de vraag of het niet mogelijk zou zijn eenvoudiger en daardoor goedkopere lijnen aan te leggen, die als aanvulling op de bestaande hoofdspoorwegen zouden kunnen dienen. | ||
Regel 10: | Regel 10: | ||
'''Spoorwijdte''' | '''Spoorwijdte''' | ||
− | Deze publicatie maakte een vloed van geschriften los, vooral over de vraag of smaller spoor dan het normale hierbij van voordeel zou kunnen zijn. E.H.Baucke, chef van Weg en Werken van de Staatsspoorwegen, schreef een boekje waarin hij smalspoor als enige mogelijkheid noemt om werkelijk goedkoop te kunnen bouwen en exploiteren.[[Noten TIN19-2-H7#7-92|<sup>[92]</sup>]] Van Diesen was het hier niet mee eens en beval normaalspoor aan, vooral vanwege de bezwaren van het overladen van goederen van smalspoor naar normaalspoorweg.[[Noten TIN19-2-H7#7-93|<sup>[93]</sup>]] Ook met normaalspoor zou veel goedkoper gebouwd kunnen worden dan totnogtoe was gedaan, mits de voorschriften vereenvoudigd konden worden. Alleen in het geval van een lijn die nooit op andere spoorwegen zou aansluiten, was smalspoor misschien te overwegen. H.C.Bosscha, een andere Staatsspoorman, ging weer tegen Van Diesen in en steunde de smalspoorgedachte met uitvoerige berekeningen.[[Noten TIN19-2-H7#7-94|<sup>[94]</sup>]] Ook anderen mengden zich in de discussie. | + | Deze publicatie maakte een vloed van geschriften los, vooral over de vraag of smaller spoor dan het normale hierbij van voordeel zou kunnen zijn. E.H. Baucke, chef van Weg en Werken van de Staatsspoorwegen, schreef een boekje waarin hij smalspoor als enige mogelijkheid noemt om werkelijk goedkoop te kunnen bouwen en exploiteren.[[Noten TIN19-2-H7#7-92|<sup>[92]</sup>]] Van Diesen was het hier niet mee eens en beval normaalspoor aan, vooral vanwege de bezwaren van het overladen van goederen van smalspoor naar normaalspoorweg.[[Noten TIN19-2-H7#7-93|<sup>[93]</sup>]] Ook met normaalspoor zou veel goedkoper gebouwd kunnen worden dan totnogtoe was gedaan, mits de voorschriften vereenvoudigd konden worden. Alleen in het geval van een lijn die nooit op andere spoorwegen zou aansluiten, was smalspoor misschien te overwegen. H.C.Bosscha, een andere Staatsspoorman, ging weer tegen Van Diesen in en steunde de smalspoorgedachte met uitvoerige berekeningen.[[Noten TIN19-2-H7#7-94|<sup>[94]</sup>]] Ook anderen mengden zich in de discussie. |