Invriezen van vis tijdens de Eerste Wereldoorlog
Van Techniek in Nederland
Regel 13: | Regel 13: | ||
De minister van Waterstaat liet de onderzoekers gebruikmaken van de in 1912 totstandgekomen koelinrichting bij de rijksvisafslag te IJmuiden, terwijl de Franse fabrikant van koelmachines Lebrun kosteloos apparatuur ter beschikking stelde. IJmuiden was als thuishaven van de [[begrippenlijst#Trawler|trawler]]visserij, die de kleinschaliger traditionele [[begrippenlijst#Beugvisserij|beugvisserij]] steeds meer verdrong, een goede locatie voor dergelijk onderzoek. | De minister van Waterstaat liet de onderzoekers gebruikmaken van de in 1912 totstandgekomen koelinrichting bij de rijksvisafslag te IJmuiden, terwijl de Franse fabrikant van koelmachines Lebrun kosteloos apparatuur ter beschikking stelde. IJmuiden was als thuishaven van de [[begrippenlijst#Trawler|trawler]]visserij, die de kleinschaliger traditionele [[begrippenlijst#Beugvisserij|beugvisserij]] steeds meer verdrong, een goede locatie voor dergelijk onderzoek. | ||
− | In 1912 en 1913 werd het onderzoek uitgevoerd. Het richtte zich op het bevriezen van verschillende soorten zee- en zoetwatervis onder invloed van koude lucht en de manieren waarop dit het best kon gebeuren. Ook besteedden de onderzoekers aandacht aan het gebruik van ‘kunstmatige’ sneeuw en aan de verpakking van de te bevriezen vis in ‘[[begrippenlijst# | + | In 1912 en 1913 werd het onderzoek uitgevoerd. Het richtte zich op het bevriezen van verschillende soorten zee- en zoetwatervis onder invloed van koude lucht en de manieren waarop dit het best kon gebeuren. Ook besteedden de onderzoekers aandacht aan het gebruik van ‘kunstmatige’ sneeuw en aan de verpakking van de te bevriezen vis in ‘[[begrippenlijst#Vegetablepaper|vegetable paper]]’. Uitdroging van levensmiddelen als gevolg van bevriezen was een bekend probleem, vandaar dat direct ook experimenten werden gedaan met verschillende soorten verpakking. |
Een deel van het onderzoek werd uitgevoerd door commissielid D.A. de Jong, directeur van het Leidse abattoir en buitengewoon hoogleraar aan de Leidse universiteit; in de vleessector en de gemeentelijke abattoirs was veel ervaring met de toepassing van kunstmatige koeling aanwezig. | Een deel van het onderzoek werd uitgevoerd door commissielid D.A. de Jong, directeur van het Leidse abattoir en buitengewoon hoogleraar aan de Leidse universiteit; in de vleessector en de gemeentelijke abattoirs was veel ervaring met de toepassing van kunstmatige koeling aanwezig. |