De auto na 1945: Mobiliteitsexplosie
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[afbeelding:affiche_vw_kever.jpg|thumb|300px|left|Reclameaffiche van Volkswagen uit 1947.]] Na 1957 verloor de auto zijn exclusief 'kleinburgerlijke' karakter en werd een volksbezit, een "duurzaam consumptiegoed". Vrije Volk-journalist A. Zewuster publiceerde in die tijd kort na elkaar vier rapporten, waarin de verwachting van een democratisering van het autobezit doorwrocht werd geformuleerd.[[Noten H3#3-109|<sup>[109]</sup>]] | + | [[afbeelding:affiche_vw_kever.jpg|thumb|300px|left|Reclameaffiche van Volkswagen uit 1947.]] Na 1957 verloor de auto zijn exclusief 'kleinburgerlijke' karakter en werd een volksbezit, een "duurzaam consumptiegoed". Vrije Volk-journalist A. Zewuster publiceerde in die tijd kort na elkaar vier rapporten, waarin de verwachting van een democratisering van het autobezit doorwrocht werd geformuleerd.[[Noten H3#3-109|<sup>[109]</sup>]] Waar vóór de Eerste Wereldoorlog Kampioen-hoofdredacteur Henri Meijer het verlangen van de groeiende middenklasse naar individuele [[De mobiliteitsexplosie in de 20e eeuw|'''motorisering''']] onder woorden had gebracht, kan Zewuster gelden als de naoorlogse spreekbuis van hetzelfde verlangen van de arbeider, die ook wilde delen in het genot van de [[De auto na 1945: De volksauto|'''individuele mobiliteit''']]. |