De auto na 1945: Het functionele avontuur
Van Techniek in Nederland
Regel 6: | Regel 6: | ||
− | [[afbeelding: wegenwacht_1946_motor.jpg|left|200px|thumb|Motorfiets van de Wegenwacht]]De plotseling optredende storing kon echter niet worden uitgebannen met een grotere onderhoudsvriendelijkheid, een volwassen garage-infrastructuur, de veiligheidskeuringen van BOVAG en ANWB en de opbloei van het doe-het-zelven. | + | [[afbeelding: wegenwacht_1946_motor.jpg|left|200px|thumb|Motorfiets van de Wegenwacht]] |
+ | De plotseling optredende storing kon echter niet worden uitgebannen met een grotere onderhoudsvriendelijkheid, een volwassen garage-infrastructuur, de veiligheidskeuringen van BOVAG en ANWB en de opbloei van het doe-het-zelven. | ||
Dit (weliswaar afnemend) [[Begrippenlijst#Residu|residu]] aan technische onbetrouwbaarheid vormde in feite de kern van de naoorlogse ontwikkeling van de ANWB. Op 15 april 1946 trokken de eerste geel-zwarte motorfietsen van de Wegenwacht onder grote belangstelling van pers en overheid van het Haagse Binnenhof naar Utrecht. De exploitatie van het praatpalennet werd in 1968, één jaar voordat het aantal Wegenwachtleden de één miljoen zou bereiken, na een interdepartementale machtsstrijd aan de ANWB gegund. Wel nam het aantal pechgevallen per Wegenwachtlid voortdurend af. In de jaren veertig riep elk lid gemiddeld eenmaal per jaar de hulp in van de Wegenwacht, begin jaren zeventig was dat nog slechts 20% van de leden. | Dit (weliswaar afnemend) [[Begrippenlijst#Residu|residu]] aan technische onbetrouwbaarheid vormde in feite de kern van de naoorlogse ontwikkeling van de ANWB. Op 15 april 1946 trokken de eerste geel-zwarte motorfietsen van de Wegenwacht onder grote belangstelling van pers en overheid van het Haagse Binnenhof naar Utrecht. De exploitatie van het praatpalennet werd in 1968, één jaar voordat het aantal Wegenwachtleden de één miljoen zou bereiken, na een interdepartementale machtsstrijd aan de ANWB gegund. Wel nam het aantal pechgevallen per Wegenwachtlid voortdurend af. In de jaren veertig riep elk lid gemiddeld eenmaal per jaar de hulp in van de Wegenwacht, begin jaren zeventig was dat nog slechts 20% van de leden. |