Begeleiding en opvoeding van autotoeristen (tot 1940)
Van Techniek in Nederland
Regel 19: | Regel 19: | ||
'''Verkeersveiligheid''' | '''Verkeersveiligheid''' | ||
− | Die anarchie kwam schrijnend tot uiting in het aantal [[:afbeelding:Grafiek_verkeersdoden_nl.jpg|'''verkeersdoden''']], 94 in 1927, waarvan verreweg de meeste in de grote steden. In Amsterdam was 18% van de verkeersslachtoffers jonger dan 13 jaar, en onder de 17 doden waren vijf kinderen, "op één na het slachtoffer van eigen onvoorzichtigheid", zoals het typische commentaar in de verkeersbladen ook destijds al luidde.[[Noten H3#3-63|<sup>[63]</sup>]] Want ook "verkeersveiligheid" moest worden uitgevonden. Deze uitspraak was namelijk vooral typisch omdat in het opkomende discours over de verkeersveiligheid het woeste rijden als een karaktereigenschap en als het resultaat van opvoeding werd gezien. Het was vanuit dit perspectief dan ook volkomen logisch dat de ANWB zich in 1920 verzette tegen de invoering van een rijexamen voor chauffeurs. Volgens de ANWB ontbrak het overtreders niet aan bekwaamheid, maar aan plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel. Hoewel de bond ditmaal behalve De Telegraaf en De Tijd zelfs het Handelsblad aan zijn zijde vond, werd het examen niettemin bij motie in de Kamer ingevoerd.[[Noten H3#3-64|<sup>[64]</sup>]] | + | Die anarchie kwam schrijnend tot uiting in het aantal [[:afbeelding:Grafiek_verkeersdoden_nl.jpg|'''verkeersdoden''']], 94 in 1927, waarvan verreweg de meeste in de grote steden. In Amsterdam was 18% van de verkeersslachtoffers jonger dan 13 jaar, en onder de 17 doden waren vijf kinderen, "op één na het slachtoffer van eigen onvoorzichtigheid", zoals het typische commentaar in de verkeersbladen ook destijds al luidde.[[Noten H3#3-63|<sup>[63]</sup>]] Want ook "verkeersveiligheid" moest worden uitgevonden. Deze uitspraak was namelijk vooral typisch omdat in het opkomende [[Begrippenlijst#Discours|discours]] over de verkeersveiligheid het woeste rijden als een karaktereigenschap en als het resultaat van opvoeding werd gezien. Het was vanuit dit perspectief dan ook volkomen logisch dat de ANWB zich in 1920 verzette tegen de invoering van een rijexamen voor chauffeurs. Volgens de ANWB ontbrak het overtreders niet aan bekwaamheid, maar aan plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel. Hoewel de bond ditmaal behalve De Telegraaf en De Tijd zelfs het Handelsblad aan zijn zijde vond, werd het examen niettemin bij motie in de Kamer ingevoerd.[[Noten H3#3-64|<sup>[64]</sup>]] |