Ontwikkelingen in Denemarken
Van Techniek in Nederland
Regel 28: | Regel 28: | ||
De ontwikkelingen werden mede gedragen door enkele grootgrondbezitters die, ook nadat hun macht grondwettelijk sterk was ingeperkt, hun landgoederen en kapitaal als proefterreinen gebruikten voor het algemeen belang. Een markant voorbeeld[[Noten H2#2-15|<sup>[15]</sup>]] | De ontwikkelingen werden mede gedragen door enkele grootgrondbezitters die, ook nadat hun macht grondwettelijk sterk was ingeperkt, hun landgoederen en kapitaal als proefterreinen gebruikten voor het algemeen belang. Een markant voorbeeld[[Noten H2#2-15|<sup>[15]</sup>]] | ||
− | is Eduard Tesdorpf (1817-1889). Tesdorpf werkte op allerlei manieren aan de optimalisering van de landbouw op zijn op den duur ruim 3.000 ha grote bezittingen: drainage, kunstmest, [[Begrippenlijst# | + | is Eduard Tesdorpf (1817-1889). Tesdorpf werkte op allerlei manieren aan de optimalisering van de landbouw op zijn op den duur ruim 3.000 ha grote bezittingen: drainage, kunstmest, [[Begrippenlijst#Vruchtwisselingstelsels|vruchtwissel]], stoomwerktuigen, krachtvoer voor zijn melkvee. Als president van de Koninklijke Landbouwvereniging (1860-1888) zette hij een advies- en onderzoeksafdeling van die vereniging op, waarbij hij speciaal voor zuivelaangelegenheden de hulp inriep van T.R. Segelcke die zich in korte tijd zou ontwikkelen als een internationale autoriteit op dit gebied. |