Nieuwe producten op de voedingsmarkt
Van Techniek in Nederland
Regel 13: | Regel 13: | ||
Behalve natuurboter werden ook koelhuisboter, plantenboter en margarine gebruikt, evenals broodbeleg als hagelslag en gestampte muisjes. In plaats van de "smeer" van vet en stroop of aardappelprak met zout belegden Nederlanders hun boterhammen voortaan met worstsoorten als leverworst, [[begrippenlijst#Plokworst|plokworst]] en tongenworst. Op het gebied van versnaperingen konden ze genieten van nieuwe industriële producten als koekjes, zuurtjes, chocola en pinda’s.[[Noten TIN20-3-H2#2-44|<sup>[44]</sup>]] | Behalve natuurboter werden ook koelhuisboter, plantenboter en margarine gebruikt, evenals broodbeleg als hagelslag en gestampte muisjes. In plaats van de "smeer" van vet en stroop of aardappelprak met zout belegden Nederlanders hun boterhammen voortaan met worstsoorten als leverworst, [[begrippenlijst#Plokworst|plokworst]] en tongenworst. Op het gebied van versnaperingen konden ze genieten van nieuwe industriële producten als koekjes, zuurtjes, chocola en pinda’s.[[Noten TIN20-3-H2#2-44|<sup>[44]</sup>]] | ||
− | Ook etenstijden en maaltijdpatronen behielden aanvankelijk gedeeltelijk een [[begrippenlijst#Pre-industrieel|pre-industrieel]] karakter en varieerden sterk naar regio, seizoen en maatschappelijke positie evenals tussen stad en platteland. De stedelingen liepen bij de vernieuwingen voorop.[[Noten TIN20-3-H2#2-45|<sup>[45]</sup>]] De warme maaltijd verschoof bij hen naar de avond, terwijl inwoners met geld vaker buiten de deur aten. De industrialisering van de voedings- en genotmiddelenindustrie ging gepaard met een groot aantal samenhangende organisatorische en technische veranderingen. Er was sprake van mechanisering en [[Geur- en smaakstoffen|'''chemicalisering''']], vaak gepaard gaand met het ontstaan van grotere bedrijven. Tegelijkertijd bleven in sommige sectoren ambachtelijke wijzen van productie bestaan. Ondanks de grote variatie was verlenging en differentiatie van en grote afhankelijkheid tussen en binnen de schakels van de voedingsmiddelenketen zichtbaar op veel terreinen. Gezien de omvang en complexiteit van de voedingsmiddelenindustrie kunnen we helaas niet alle veranderingen in de hele bedrijfstak beschrijven. We beperken ons noodgedwongen tot de bespreking van enkele sectoren als illustratie voor de algemene trend. | + | Ook etenstijden en maaltijdpatronen behielden aanvankelijk gedeeltelijk een [[begrippenlijst#Pre-industrieel|pre-industrieel]] karakter en varieerden sterk naar regio, seizoen en maatschappelijke positie evenals tussen stad en platteland. De stedelingen liepen bij de vernieuwingen voorop.[[Noten TIN20-3-H2#2-45|<sup>[45]</sup>]] |
+ | De warme maaltijd verschoof bij hen naar de avond, terwijl inwoners met geld vaker buiten de deur aten. De industrialisering van de voedings- en genotmiddelenindustrie ging gepaard met een groot aantal samenhangende organisatorische en technische veranderingen. Er was sprake van mechanisering en [[Geur- en smaakstoffen|'''chemicalisering''']], vaak gepaard gaand met het ontstaan van grotere bedrijven. | ||
+ | |||
+ | Tegelijkertijd bleven in sommige sectoren ambachtelijke wijzen van productie bestaan. Ondanks de grote variatie was verlenging en differentiatie van en grote afhankelijkheid tussen en binnen de schakels van de voedingsmiddelenketen zichtbaar op veel terreinen. Gezien de omvang en complexiteit van de voedingsmiddelenindustrie kunnen we helaas niet alle veranderingen in de hele bedrijfstak beschrijven. We beperken ons noodgedwongen tot de bespreking van enkele sectoren als illustratie voor de algemene trend. |