Prelude op de consumptiemaatschappij
Van Techniek in Nederland
Regel 17: | Regel 17: | ||
[[Afbeelding:05_G357_V_4_12.JPG|thumb|right|400px|Een van de grootste kipslachthallen van Europa in Wezep (1964) om de kipconsumptie bij te houden.]] | [[Afbeelding:05_G357_V_4_12.JPG|thumb|right|400px|Een van de grootste kipslachthallen van Europa in Wezep (1964) om de kipconsumptie bij te houden.]] | ||
− | Het verpakken en ‘merken’ van artikelen bood de producenten vele voordelen: hun naamsbekendheid was ermee gediend en verpakte merkartikelen leenden zich uitstekend voor reclamedoeleinden. De opkomst van het merkartikel was direct verbonden met de groeiende kloof tussen productie en consumptie. Producent en consument raakten steeds minder persoonlijk met elkaar bekend en veranderden in anonieme groepen. Het merkartikel werd ingezet om de hierdoor ontstane afstand te overbruggen. De processen op ketenniveau, zetten in de periode 1920-1960 door. Verdere verlenging en differentiatie van de keten zijn herkenbaar, evenals een verdere schaalvergroting, mechanisering en chemicalisering. | + | Het verpakken en ‘merken’ van artikelen bood de producenten vele voordelen: hun naamsbekendheid was ermee gediend en verpakte merkartikelen leenden zich uitstekend voor [[Media, reclame, marketing|'''reclamedoeleinden''']]. De opkomst van het merkartikel was direct verbonden met de groeiende kloof tussen productie en consumptie. Producent en consument raakten steeds minder persoonlijk met elkaar bekend en veranderden in anonieme groepen. Het merkartikel werd ingezet om de hierdoor ontstane afstand te overbruggen. De processen op ketenniveau, zetten in de periode 1920-1960 door. Verdere verlenging en [[Begrippenlijst#Differentiatie|differentiatie]] van de keten zijn herkenbaar, evenals een verdere schaalvergroting, mechanisering en chemicalisering. |
Regel 29: | Regel 29: | ||
'''Middenveld tussen productie en consumptie''' | '''Middenveld tussen productie en consumptie''' | ||
− | Dit gebeurde niet alleen door de overheid en producenten maar ook door allerlei nieuwe maatschappelijke organisaties. Het meest opvallende in de hier besproken periode was de gevoelde noodzaak bij zowel producenten, overheden, wetenschappelijke instellingen als consumenten en hun organisaties om productie en consumptie, alsmede de eisen die werden gesteld door producenten en consumenten, op elkaar af te stemmen | + | Dit gebeurde niet alleen door de overheid en producenten maar ook door allerlei nieuwe maatschappelijke organisaties. Het meest opvallende in de hier besproken periode was de gevoelde noodzaak bij zowel producenten, overheden, wetenschappelijke instellingen als consumenten en hun organisaties om productie en consumptie, alsmede de eisen die werden gesteld door producenten en consumenten, op elkaar af te stemmen. |
− | + | Er werd een reeks van nieuwe organisaties in het leven geroepen die samen met bestaande groepen onderdeel gingen uitmaken van wat een middenveld tussen productie en consumptie genoemd kan worden. Het middenveld was gericht op de afstemming tussen productie en consumptie. Die afstemming had met name betrekking op de ontwikkeling van een nieuw stel [[Voedingswaarde en kwaliteit van voedsel|'''kwaliteitseisen''']] voor voedingsmiddelen en de ontwikkeling van duidelijke ideeën over wat een gezond en modern voedselpatroon inhoudt. Hierdoor kreeg de producent zicht op de markt en kreeg de consument vertrouwen in de productie van voedingsmiddelen waarvan hij of zij de herkomst vaak niet meer wist. | |
− | De afstemming ging niet zonder slag of stoot. Er was onderhandeling en strijd over de kwaliteitseisen en het beschikbare assortiment. Consumenten volgden niet altijd de wensen van de producent, waarop ze van producentenzijde het stempel van conservatisme en wispelturigheid kregen opgedrukt. De uitkomst van de onderhandeling resulteerde in een Nederlands voedselpatroon waarin bijvoorbeeld het wecken tot in de jaren zestig belangrijk bleef en tussendoortjes (snacks) lange tijd nauwelijks aansloegen. Dit veranderde in de jaren zestig. Het uniforme maaltijdenpatroon, dat zich nog maar nauwelijks had gevestigd maar reeds als oer-Nederlands werd ervaren, werd doorbroken. Er ontstond een nieuwe differentiatie. Ook daarvoor was de beschikbaarheid van een netwerk van instituties om productie en consumptie op elkaar af te stemmen van cruciaal belang. | + | Opvallend is dat de consument in de ogen van de producenten vooral werd vertegenwoordigd door de [[Warenwet en vleeskeuringswet|''' huisvrouw''']]. Het middenveld kan worden gedefinieerd als de groepen en organisaties die zich bezighouden met het bij elkaar brengen en op elkaar afstemmen van productie en consumptie. Het middenveld kan tevens worden geïnterpreteerd als een arena waarin diverse belanghebbende groepen en -organisaties proberen productie en consumptie (en consument) te definiëren en naar hun hand te zetten. |
+ | |||
+ | De afstemming ging niet zonder slag of stoot. Er was onderhandeling en strijd over de kwaliteitseisen en het beschikbare assortiment. Consumenten volgden niet altijd de wensen van de producent, waarop ze van producentenzijde het stempel van conservatisme en wispelturigheid kregen opgedrukt. De uitkomst van de onderhandeling resulteerde in een Nederlands voedselpatroon waarin bijvoorbeeld het [[Conservering heet en koud|'''wecken''']] tot in de jaren zestig belangrijk bleef en [[Snacks; van tussendoortjes naar graascultuur|'''tussendoortjes (snacks)''']] lange tijd nauwelijks aansloegen. Dit veranderde in de jaren zestig. Het uniforme maaltijdenpatroon, dat zich nog maar nauwelijks had gevestigd maar reeds als oer-Nederlands werd ervaren, werd doorbroken. Er ontstond een nieuwe differentiatie. Ook daarvoor was de beschikbaarheid van een netwerk van instituties om productie en consumptie op elkaar af te stemmen van cruciaal belang. | ||
De bemoeienissen van het middenveld met voeding leidden er uiteindelijk toe dat het [[Assortiment en voedselketen|'''industrieel assortiment''']] na 1960 in heel Nederland op een uniforme manier werd aangeboden en geconsumeerd. Tussen 1920 en 1960 kwamen deze instituties tot ontwikkeling, reden waarom dit tijdvak kan worden gekarakteriseerd als een [[begrippenlijst#Prelude|prelude]] op de consumptiemaatschappij. De crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en de voorbeeldfunctie van de Verenigde Staten spelen ook een belangrijke rol in dit proces. | De bemoeienissen van het middenveld met voeding leidden er uiteindelijk toe dat het [[Assortiment en voedselketen|'''industrieel assortiment''']] na 1960 in heel Nederland op een uniforme manier werd aangeboden en geconsumeerd. Tussen 1920 en 1960 kwamen deze instituties tot ontwikkeling, reden waarom dit tijdvak kan worden gekarakteriseerd als een [[begrippenlijst#Prelude|prelude]] op de consumptiemaatschappij. De crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en de voorbeeldfunctie van de Verenigde Staten spelen ook een belangrijke rol in dit proces. |