Voedselvoorziening tijdens de oorlog
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Systematisch overheidsbeleid''' | '''Systematisch overheidsbeleid''' | ||
− | De Duitse bezetting had een grotere invloed op de voedselvoorziening dan de crisismaatregelen. De overheid had van de tijdens de Eerste Wereldoorlog opgedane ervaringen geleerd en zette de crisismaatregelen uit de jaren dertig voort, maar nu veel systematischer. Toen de oorlogsdreiging serieuze vormen ging aannemen, werden maatregelen voorbereid om de productie, distributie en consumptie van voedsel op grote schaal centraal te kunnen reguleren. Het overheidsbeleid inzake de landbouw en voedselvoorziening breidde zich opnieuw sterk uit, liet het vrijemarktprincipe geheel los, richtte zich op ingrijpen en veranderde daarmee definitief van karakter. | + | De Duitse bezetting had een grotere invloed op de voedselvoorziening dan de [[Crisis, overheid en collectieve propaganda|'''crisismaatregelen''']]. De overheid had van de tijdens de [[Oorlog en distributie van voedsel|'''Eerste Wereldoorlog''']] opgedane ervaringen geleerd en zette de crisismaatregelen uit de jaren dertig voort, maar nu veel systematischer. Toen de oorlogsdreiging serieuze vormen ging aannemen, werden maatregelen voorbereid om de productie, distributie en consumptie van voedsel op grote schaal centraal te kunnen reguleren. Het overheidsbeleid inzake de landbouw en voedselvoorziening breidde zich opnieuw sterk uit, liet het vrijemarktprincipe geheel los, richtte zich op ingrijpen en veranderde daarmee definitief van karakter. |
− | Dit rigoureuze beleid was in sterke mate beïnvloed door de opvattingen en activiteiten van dr.ir. S.L. Louwes, commissaris Akkerbouw en Veehouderij van het ministerie van Landbouw. Hij had al sinds 1934 bij de rijksoverheid aangedrongen op een [[begrippenlijst#Consistent|consistent]] en veelomvattend beleid in plaats van ad hoc maatregelen en slaagde erin een overkoepelend Rijksbureau voor de Voorbereiding van de Voedselvoorziening in Oorlogstijd op te richten in 1937. Toen de oorlog in 1940 werkelijk uitbrak, werd het woord voorbereiding uit de titel geschrapt. Via dit rijksbureau zijn zeer veel maatregelen genomen die de Nederlandse voedselvoorziening tijdens de oorlog op peil hebben gehouden tot aan de hongerwinter van 1944/1945.[[Noten TIN20-3-H3#3-39|<sup>[39]</sup>]] | + | Dit [[Begrippenlijst#Rigoureus|rigoureuze]] beleid was in sterke mate beïnvloed door de opvattingen en activiteiten van dr.ir. S.L. Louwes, commissaris Akkerbouw en Veehouderij van het ministerie van Landbouw. Hij had al sinds 1934 bij de rijksoverheid aangedrongen op een [[begrippenlijst#Consistent|consistent]] en veelomvattend beleid in plaats van ad hoc maatregelen en slaagde erin een overkoepelend Rijksbureau voor de Voorbereiding van de Voedselvoorziening in Oorlogstijd op te richten in 1937. Toen de oorlog in 1940 werkelijk uitbrak, werd het woord voorbereiding uit de titel geschrapt. Via dit rijksbureau zijn zeer veel maatregelen genomen die de Nederlandse voedselvoorziening tijdens de oorlog op peil hebben gehouden tot aan de hongerwinter van 1944/1945.[[Noten TIN20-3-H3#3-39|<sup>[39]</sup>]] |
Regel 11: | Regel 11: | ||
Het probleem van de nationale voedselvoorziening was vooral de scheve verhouding tussen de import en export van respectievelijk grondstoffen en hoogwaardige verse en bewerkte producten. Ingevoerd werden tarwe, oliezaden, veevoer en koloniale waren, terwijl vlees, zuivel, tuinbouwproducten en eieren werden uitgevoerd. Nederland kon zichzelf niet voeden wanneer de schakels van (productie en) distributie in de keten belemmeringen ondervonden. De door het rijksbureau ontworpen maatregelen waren erop gericht om deze situatie zoveel mogelijk te voorkomen en te bestrijden. | Het probleem van de nationale voedselvoorziening was vooral de scheve verhouding tussen de import en export van respectievelijk grondstoffen en hoogwaardige verse en bewerkte producten. Ingevoerd werden tarwe, oliezaden, veevoer en koloniale waren, terwijl vlees, zuivel, tuinbouwproducten en eieren werden uitgevoerd. Nederland kon zichzelf niet voeden wanneer de schakels van (productie en) distributie in de keten belemmeringen ondervonden. De door het rijksbureau ontworpen maatregelen waren erop gericht om deze situatie zoveel mogelijk te voorkomen en te bestrijden. | ||
− | Er werd een apparaat opgezet om schaarste in plaats van overproductie, zoals in de jaren dertig, te kunnen bestrijden en dat bestond uit elf productorganisaties waarbij bedrijven zich verplicht moesten aansluiten. Brood was als eerste volksvoedsel bedreigd en daarom werd de productie, opslag en distributie van graan als eerste centraal geregeld. De boeren moesten hun weidegrond geschikt maken voor akkerbouw en tussen 1940 en 1943 kromp het | + | Er werd een apparaat opgezet om schaarste in plaats van overproductie, zoals in de jaren dertig, te kunnen bestrijden en dat bestond uit elf productorganisaties waarbij bedrijven zich verplicht moesten aansluiten. Brood was als eerste volksvoedsel bedreigd en daarom werd de productie, opslag en distributie van graan als eerste centraal geregeld. De boeren moesten hun weidegrond geschikt maken voor akkerbouw en tussen 1940 en 1943 kromp het weide[[Begrippenlijst#Areaal|areaal]] in met 16%; zelfs parken werden gebruikt voor de graanproductie. Voorts werden de boeren verplicht hun veestapel te verkleinen in verband met de beperkte veevoervoorraden. Voor de boeren betekende het doorvoeren van deze maatregel kapitaalvernietiging, waardoor deze maatregel een strikte controle vereiste; in ruil voor hun medewerking kregen de boeren meer voedsel toegewezen. |
Vele andere wijzigingen in de bestaande productie werden doorgevoerd met het oog op het streven naar [[begrippenlijst#Autarkie| | Vele andere wijzigingen in de bestaande productie werden doorgevoerd met het oog op het streven naar [[begrippenlijst#Autarkie| |