De verwerking van koemelk tot consumptiemelk
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Afbeelding:05_G357_V_6_3.JPG|thumb|330px|right|Beambten van de Keuringsdienst van Waren inspecteerden de hygiëne van de melkbussen en kannen als onderdeel van de warenwet (1929).]] | [[Afbeelding:05_G357_V_6_3.JPG|thumb|330px|right|Beambten van de Keuringsdienst van Waren inspecteerden de hygiëne van de melkbussen en kannen als onderdeel van de warenwet (1929).]] | ||
− | Koemelk werd in Nederland aanvankelijk vooral gebruikt voor boter- en kaasproductie en werd vrijwel niet gedronken. Om [[Boerinnen | + | Koemelk werd in Nederland aanvankelijk vooral gebruikt voor boter- en kaasproductie en werd vrijwel niet gedronken. Om [[Boerinnen en boerencoöperaties in de boterbereiding|'''boter''']] en kaas te maken, werd de koemelk ontroomd. De ontroomde ‘ondermelk’ werd door de boeren gebruikt als veevoer. In de loop van de twintigste eeuw veranderde deze situatie volkomen. Melk, dat wil zeggen de tot consumptiemelk verwerkte rauwe melk, groeide uit tot een veel gedronken product. |
− | De ontwikkeling van consumptiemelk kreeg haar eerste belangrijke impuls met de ontwikkeling van zuigelingenvoeding. Het drinken van melk was aan het begin van de twintigste eeuw voorbehouden aan zuigelingen en kinderen. Het zoeken naar een passende samenstelling van zuigelingenvoeding ter vervanging of ter aanvulling van moedermelk vormde de eerste aanzet tot wetenschappelijk melkonderzoek en de fabrieksmatige productie van kindervoeding op basis van melk. Het daaruit voortvloeiende melkonderzoek was vervolgens van groot belang in de ontwikkeling van het voedingsonderzoek en de ontwikkeling van een voedingsmiddelentechnologie. In deze zin werd melk de witte motor van de voedingsmiddelentechnologie van ‘stromende producten’. Maar ook melk zelf groeide uit tot een witte motor, ze transformeerde van een [[begrippenlijst#Residu|residu]] product tot een [[Melk is goed voor elk|'''gezond en onmisbaar''']] geacht onderdeel van onze dagelijkse voeding. | + | De ontwikkeling van [[Melkconsumptie en consumenten|'''consumptiemelk''']] kreeg haar eerste belangrijke impuls met de ontwikkeling van zuigelingenvoeding. Het drinken van melk was aan het begin van de twintigste eeuw voorbehouden aan zuigelingen en kinderen. Het zoeken naar een passende samenstelling van zuigelingenvoeding ter vervanging of ter aanvulling van moedermelk vormde de eerste aanzet tot wetenschappelijk melkonderzoek en de fabrieksmatige productie van kindervoeding op basis van melk. Het daaruit voortvloeiende melkonderzoek was vervolgens van groot belang in de ontwikkeling van het voedingsonderzoek en de ontwikkeling van een voedingsmiddelentechnologie. In deze zin werd melk de witte motor van de voedingsmiddelentechnologie van ‘stromende producten’. Maar ook melk zelf groeide uit tot een witte motor, ze transformeerde van een [[begrippenlijst#Residu|residu]] product tot een [[Melk is goed voor elk|'''gezond en onmisbaar''']] geacht onderdeel van onze dagelijkse voeding. |
[[Afbeelding:05_G357_V_6_2c1.JPG|thumb|left|340px|In eerste instantie produceerde Nuticia vooral babyvoeding volgens het systeem van de Duitse hoogleraar Backhaus, waarvan ze een licentie had.]] | [[Afbeelding:05_G357_V_6_2c1.JPG|thumb|left|340px|In eerste instantie produceerde Nuticia vooral babyvoeding volgens het systeem van de Duitse hoogleraar Backhaus, waarvan ze een licentie had.]] | ||
Regel 27: | Regel 27: | ||
− | Uit het wetenschappelijke melkonderzoek bleek dat koemelk en vrouwenmelk weliswaar dezelfde bestanddelen hebben, maar dat de in de melk aanwezige hoeveelheden eiwitten, vetten, suikers en mineralen verschillen. Koemelk bevat naar verhouding meer [[begrippenlijst# | + | Uit het wetenschappelijke melkonderzoek bleek dat koemelk en vrouwenmelk weliswaar dezelfde bestanddelen hebben, maar dat de in de melk aanwezige hoeveelheden eiwitten, vetten, suikers en mineralen verschillen. Koemelk bevat naar verhouding meer [[begrippenlijst#Caseine|caseïne]] en mineralen, terwijl vrouwenmelk meer melksuiker bevat. Het vetgehalte van zowel koemelk als vrouwenmelk varieert (zie tabel 6.1). |
[[Afbeelding:Tabel_6,1.jpg|thumb|380px|right|Gemiddeld aandeel van bepaalde voedingsstoffen in koemelk en vrouwenmelk.]] | [[Afbeelding:Tabel_6,1.jpg|thumb|380px|right|Gemiddeld aandeel van bepaalde voedingsstoffen in koemelk en vrouwenmelk.]] | ||
Regel 63: | Regel 63: | ||
De fabrikanten volgden de ontwikkelingen in de medische wereld op de voet. Toen medici en consultatiebureaus in de jaren twintig en later opnieuw in de jaren veertig voeding op basis van karnemelk en zure melk als zeer geschikt voor zuigelingen bestempelden, startte Nutricia ook met de productie van zuigelingenvoeding op deze basis. Hiermee liet deze fabrikant haar uitgangspunt los dat zuigelingenvoeding zoveel mogelijk op vrouwenmelk moest lijken. | De fabrikanten volgden de ontwikkelingen in de medische wereld op de voet. Toen medici en consultatiebureaus in de jaren twintig en later opnieuw in de jaren veertig voeding op basis van karnemelk en zure melk als zeer geschikt voor zuigelingen bestempelden, startte Nutricia ook met de productie van zuigelingenvoeding op deze basis. Hiermee liet deze fabrikant haar uitgangspunt los dat zuigelingenvoeding zoveel mogelijk op vrouwenmelk moest lijken. | ||
− | Om te onderstrepen hoezeer ze zich liet leiden door wetenschappelijke inzichten, zette Nutricia na de Tweede Wereldoorlog een afdeling medische voorlichting op, ‘bevrouwd’ door [[ | + | Om te onderstrepen hoezeer ze zich liet leiden door wetenschappelijke inzichten, zette Nutricia na de Tweede Wereldoorlog een afdeling medische voorlichting op, ‘bevrouwd’ door [[Begrippenlijst#Dietist|diëtistes]], op dat moment een nieuw type voedingsdeskundigen, die een nauwe relatie met de medische en paramedische wereld moesten opbouwen. De diëtisten bezochten voor Nutricia relevante doelgroepen en organiseerden [[begrippenlijst#Excursie|excursies]] naar de fabriek en andere bijeenkomsten. |
Vanaf 1952 publiceerde Nutricia Voedingsnieuws, bestemd voor medici. De Groningse hoogleraar in de kindergeneeskunde J.H.P. Jonxis leverde veel bijdragen. | Vanaf 1952 publiceerde Nutricia Voedingsnieuws, bestemd voor medici. De Groningse hoogleraar in de kindergeneeskunde J.H.P. Jonxis leverde veel bijdragen. | ||
Regel 75: | Regel 75: | ||
− | Uit het voorgaande blijkt dat het product zuigelingenvoeding aan vele kwaliteitseisen moest voldoen en diverse bewerkingen moest ondergaan. Met de productie van melk voor zuigelingen en kleine kinderen deed de zuivelsector voor het eerst ervaring op met de verwerking van koemelk tot voedingsproduct. De [[Begrippenlijst# | + | Uit het voorgaande blijkt dat het product zuigelingenvoeding aan vele kwaliteitseisen moest voldoen en diverse bewerkingen moest ondergaan. Met de productie van melk voor zuigelingen en kleine kinderen deed de zuivelsector voor het eerst ervaring op met de verwerking van koemelk tot voedingsproduct. De [[Begrippenlijst#Niche|nichemarkt]] van zuigelingenvoedsel binnen de zuivelsector werd belangrijk nadat medici, consultatiebureaus en kruisverenigingen op basis van nieuwe inzichten uit de voedingsleer melk in toenemende mate gingen propageren als voedingsmiddel voor zuigelingen. |
Zuivelproducenten sprongen hierop in en brachten condens als zuigelingenvoedsel op de markt. Met de ontwikkeling van de zuigelingenvoeding nam de kennis over melk en haar verwerking tot dranken binnen de zuivelsector toe. Het streven naar kwaliteitsverbetering was de drijvende kracht achter deze ontwikkeling en de hiermee gepaard gaande institutionalisering, professionalisering en toenemende kennisintensiteit. Onderzoek- en controle-instrumenten werden in de loop van de twintigste eeuw voortdurend verfijnd en droegen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van nieuwe definities van wat kwalitatief goede, smaakvolle en hygiënische zuigelingenvoeding was. | Zuivelproducenten sprongen hierop in en brachten condens als zuigelingenvoedsel op de markt. Met de ontwikkeling van de zuigelingenvoeding nam de kennis over melk en haar verwerking tot dranken binnen de zuivelsector toe. Het streven naar kwaliteitsverbetering was de drijvende kracht achter deze ontwikkeling en de hiermee gepaard gaande institutionalisering, professionalisering en toenemende kennisintensiteit. Onderzoek- en controle-instrumenten werden in de loop van de twintigste eeuw voortdurend verfijnd en droegen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van nieuwe definities van wat kwalitatief goede, smaakvolle en hygiënische zuigelingenvoeding was. |