De warme snack
Van Techniek in Nederland
Regel 30: | Regel 30: | ||
Volgens Calvé was de [[Een nieuw aspect: genot in voeding|'''snackmarkt''']] een ‘welvaartsmarkt’ van producten met een korte levenscyclus, die het bedrijf noodzaakte voortdurend nieuwe producten en productvariaties te ontwikkelen. Het bedrijf streefde daarom naar vergroting van haar assortiment met ten minste één nieuwe snack per twee jaar. Calvé richtte zich daarom - naast haar traditionele oriëntatie op pinda’s en noten[[Noten TIN20-3-H9#9-35|<sup>[35]</sup>]] | Volgens Calvé was de [[Een nieuw aspect: genot in voeding|'''snackmarkt''']] een ‘welvaartsmarkt’ van producten met een korte levenscyclus, die het bedrijf noodzaakte voortdurend nieuwe producten en productvariaties te ontwikkelen. Het bedrijf streefde daarom naar vergroting van haar assortiment met ten minste één nieuwe snack per twee jaar. Calvé richtte zich daarom - naast haar traditionele oriëntatie op pinda’s en noten[[Noten TIN20-3-H9#9-35|<sup>[35]</sup>]] | ||
− | - ook steeds meer op ‘moderne’ geëxtrudeerde zoutjes. | + | - ook steeds meer op ‘moderne’ [[Begrippenlijst#Extruderen|geëxtrudeerde]] zoutjes. |
Een Calvé-vertegenwoordiger schreef in 1976: ‘''Zoals je weet, hebben wij ruim een jaar geleden onze snacks [[begrippenlijst#Policy|policy]] herschreven (...) Dat betekent (...) dat wij ons niet meer beperken tot noten en notenprodukten, maar dat wij snacks in de meest ruime zin van het woord, dus al dan niet gebaseerd op noten, en al dan niet hartig of zoet, tot ons werkterrein willen rekenen.’''[[Noten TIN20-3-H9#9-36|<sup>[36]</sup>]] | Een Calvé-vertegenwoordiger schreef in 1976: ‘''Zoals je weet, hebben wij ruim een jaar geleden onze snacks [[begrippenlijst#Policy|policy]] herschreven (...) Dat betekent (...) dat wij ons niet meer beperken tot noten en notenprodukten, maar dat wij snacks in de meest ruime zin van het woord, dus al dan niet gebaseerd op noten, en al dan niet hartig of zoet, tot ons werkterrein willen rekenen.’''[[Noten TIN20-3-H9#9-36|<sup>[36]</sup>]] | ||
Dit beleid resulteerde in nieuwe producten als popcorn, Japanse zoutjes (1976) en Pindarinda (1977). | Dit beleid resulteerde in nieuwe producten als popcorn, Japanse zoutjes (1976) en Pindarinda (1977). | ||
− | De Pindarinda kan worden beschouwd als een overgang van de traditionele notensnack naar een ‘gecomponeerde’ snack, waarvan de samenstelling oneindig kan worden gevarieerd. Unilever duidde dergelijke snacks aan als ‘[[begrippenlijst#Multi-textured-snacks|multi textured]] snacks’. De Pindarinda was een krokant, goudbruin, hartig eenhapskoekje, regelmatig van vorm, waarop twee tot vier pinda’s vastzaten, en bedoeld als een exclusieve snack bij de borrel. De op basis van de [[Begrippenlijst# | + | De Pindarinda kan worden beschouwd als een overgang van de traditionele notensnack naar een ‘gecomponeerde’ snack, waarvan de samenstelling oneindig kan worden gevarieerd. Unilever duidde dergelijke snacks aan als ‘[[begrippenlijst#Multi-textured-snacks|multi textured]] snacks’. De Pindarinda was een krokant, goudbruin, hartig eenhapskoekje, regelmatig van vorm, waarop twee tot vier pinda’s vastzaten, en bedoeld als een exclusieve snack bij de borrel. De op basis van de [[Begrippenlijst#Extruderen|extrusietechniek]] geproduceerde pindarinda was complexer dan traditionele notensnacks, de productie ervan vereiste acht specifiek opgeleide [[begrippenlijst#Operator| |
operators]] per ploeg.[[Noten TIN20-3-H9#9-37|<sup>[37]</sup>]] | operators]] per ploeg.[[Noten TIN20-3-H9#9-37|<sup>[37]</sup>]] | ||
[[Afbeelding:05_G357_V_9_7.JPG|thumb|right|410px|In 1971 introduceerde Unilever-dochter Calvé de borrelnoot op de Nederlandse markt.]] | [[Afbeelding:05_G357_V_9_7.JPG|thumb|right|410px|In 1971 introduceerde Unilever-dochter Calvé de borrelnoot op de Nederlandse markt.]] | ||
− | Na 1975 groeide het marktaandeel van de geëxtrudeerde snacks/zoutjes in Nederland snel. De belangrijkste snacks in dit segment waren Wokkels, Fuifnummers, Pretletters en Gezelletjes. Volgens Calvé had dit marktsegment groeipotentieel aangezien de consumptie ervan nauw gerelateerd was aan ontspanning en vrije tijd. Het bedrijf streefde naar de productie van wat betreft vorm, smaak en verpakking unieke snacks: ‘''The product (and/or its technology) should present itself clearly as an innovation, rendering it impossible for other manufacturers to follow suit within a short period (i.e. within one year). (…) For product ideas, with emphasis on shape, it is not enough to have a unique product, but the technology in itself has to be an innovation.''’[[Noten TIN20-3-H9#9-38|<sup>[38]</sup>]] | + | |
+ | Na 1975 groeide het marktaandeel van de geëxtrudeerde snacks/zoutjes in Nederland snel. De belangrijkste snacks in dit segment waren Wokkels, Fuifnummers, Pretletters en Gezelletjes. Volgens Calvé had dit [[Consumenten en snacks|'''marktsegment groeipotentieel''']] aangezien de consumptie ervan nauw gerelateerd was aan ontspanning en vrije tijd. Het bedrijf streefde naar de productie van wat betreft vorm, smaak en verpakking unieke snacks: ‘''The product (and/or its technology) should present itself clearly as an innovation, rendering it impossible for other manufacturers to follow suit within a short period (i.e. within one year). (…) For product ideas, with emphasis on shape, it is not enough to have a unique product, but the technology in itself has to be an innovation.''’[[Noten TIN20-3-H9#9-38|<sup>[38]</sup>]] | ||
'''Nieuwe snacks en zoutjes''' | '''Nieuwe snacks en zoutjes''' | ||
− | Het vinden van markten voor nieuwe snacks en zoutjes bleef evenwel moeilijk, zoals het voorbeeld van het gevulde snackhoorntje laat zien. Met het onderzoekslaboratorium van Unilever in Duiven en het Belgische Hartog S.A. richtte Calvé een werkgroep op om een geavanceerde multi textured snack te ontwerpen, in de praktijk veranderd in een dual textured snack, een harde coating met een zachte vulling. In 1978 was een protoversie beschikbaar, een snackhoorntje met een zachte crèmevulling.[[Noten TIN20-3-H9#9-39|<sup>[39]</sup>]] De gefrituurde pasta-extrusie bleek echter niet vormvast te zijn, een hogedrukextrusie die werd vormgeknepen was weliswaar vormvast maar had een beperkte textuur en een traditioneel wafelgebakken hoorntje dat vormvast was en een goede textuur had was weer te zoet. Wafelbakken bleek uiteindelijk toch de beste resultaten op te leveren. Calvé koos hiervoor. De keuze voor de wafels leidde vervolgens tot enkele innovaties. Het Unilever Research Laboratorium te Vlaardingen slaagde er bijvoorbeeld in om hartige wafels te ontwikkelen op basis van lactose, melk- en aardappelpoeder en ontwikkelde een luchtige, hartige crème met een laag vetgehalte en met diverse smaakrichtingen. | + | Het vinden van markten voor nieuwe snacks en zoutjes bleef evenwel moeilijk, zoals het voorbeeld van het gevulde snackhoorntje laat zien. Met het onderzoekslaboratorium van Unilever in Duiven en het Belgische Hartog S.A. richtte Calvé een werkgroep op om een geavanceerde multi textured snack te ontwerpen, in de praktijk veranderd in een [[Begrippenlijst#Dual-textured|dual textured]] snack, een harde coating met een zachte vulling. In 1978 was een protoversie beschikbaar, een snackhoorntje met een zachte crèmevulling.[[Noten TIN20-3-H9#9-39|<sup>[39]</sup>]] |
− | Honderdvijftig Nederlandse huishoudens die het nieuwe product testten, waardeerden het snackconcept, maar vonden ook dat een smaakverbetering nodig was van hoorntje én crème; volgens Unilever zou dit echter twee manjaar aanvullend onderzoek vergen.[[Noten TIN20-3-H9#9-40|<sup>[40]</sup>]] Net als tijdens de marktintroductie van de reformed sticks in de jaren zestig, hadden de Nederlandse consumenten van snacks andere voorkeuren dan Unilever verwachtte. Dit betekende dat de marktintroductie van het snackhoorntje later plaatsvond dan gepland: pas aan het einde van de jaren tachtig deed het gevulde snackhoorntje zijn intrede op de Europese snackmarkt.[[Noten TIN20-3-H9#9-41|<sup>[41]</sup>]] | + | De gefrituurde pasta-[[Begrippenlijst#Extruderen|extrusie ]] bleek echter niet vormvast te zijn, een hogedrukextrusie die werd vormgeknepen was weliswaar vormvast maar had een beperkte textuur en een traditioneel wafelgebakken hoorntje dat vormvast was en een goede textuur had was weer te zoet. Wafelbakken bleek uiteindelijk toch de beste resultaten op te leveren. Calvé koos hiervoor. De keuze voor de wafels leidde vervolgens tot enkele innovaties. Het Unilever Research Laboratorium te Vlaardingen slaagde er bijvoorbeeld in om hartige wafels te ontwikkelen op basis van [[Begrippenlijst#Lactose|lactose]], melk- en aardappelpoeder en ontwikkelde een luchtige, hartige crème met een laag vetgehalte en met diverse smaakrichtingen. |
+ | |||
+ | |||
+ | Honderdvijftig Nederlandse huishoudens die het nieuwe product testten, waardeerden het snackconcept, maar vonden ook dat een smaakverbetering nodig was van hoorntje én crème; volgens Unilever zou dit echter twee manjaar aanvullend onderzoek vergen.[[Noten TIN20-3-H9#9-40|<sup>[40]</sup>]] | ||
+ | Net als tijdens de marktintroductie van de [[Chips: de aardappelsnack|'''reformed sticks''']] in de jaren zestig, hadden de Nederlandse consumenten van snacks andere voorkeuren dan Unilever verwachtte. Dit betekende dat de marktintroductie van het snackhoorntje later plaatsvond dan gepland: pas aan het einde van de jaren tachtig deed het gevulde snackhoorntje zijn intrede op de Europese snackmarkt.[[Noten TIN20-3-H9#9-41|<sup>[41]</sup>]] |