De verbreiding van nieuwe technieken

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 12: Regel 12:
 
'''Hereboeren als verspreiders'''
 
'''Hereboeren als verspreiders'''
  
Hereboeren en landbouwkundigen speelden een belangrijke rol in de verspreiding van deze nieuwe werktuigen en machines. [[Afbeelding:Garrett's_ruggenzaaier_1852.jpg|thumb|400px|right|Garrett's ruggenzaaier, 1852.]]Zij maakten daarbij gebruik van de middelen die de tweede hervormingsbeweging hen gaf: de organisaties van de provinciale landbouwmaatschappijen en de verschillende [[Wetenschappelijke landbouw als vernieuwingsbeweging|'''landbouwperiodieken''']]. Om zich als pionier te kunnen etaleren, brachten hereboeren met graagte verslag uit van hun experimenten - vermoedelijk was dit een niet onbelangrijk motief achter hun activiteiten. We moeten echter oppassen de rol van deze heren en van de door hen geïntroduceerde vernieuwingen te overschatten. De enige bronnen waar we over beschikken, de landbouwverslagen en -[[begrippenlijst#Periodiek|periodieken]], zijn juist door hen volgeschreven om hun eigen rol meer glans te verlenen.  
+
Hereboeren en landbouwkundigen speelden een belangrijke rol in de verspreiding van deze nieuwe werktuigen en machines.  
 +
[[Afbeelding:Garrett's_ruggenzaaier_1852.jpg|thumb|400px|right|Garrett's ruggenzaaier, 1852.]]
 +
Zij maakten daarbij gebruik van de middelen die de tweede hervormingsbeweging hen gaf: de organisaties van de provinciale landbouwmaatschappijen en de verschillende [[Wetenschappelijke landbouw als vernieuwingsbeweging|'''landbouwperiodieken''']]. Om zich als pionier te kunnen etaleren, brachten hereboeren met graagte verslag uit van hun experimenten - vermoedelijk was dit een niet onbelangrijk motief achter hun activiteiten. We moeten echter oppassen de rol van deze heren en van de door hen geïntroduceerde vernieuwingen te overschatten. De enige bronnen waar we over beschikken, de landbouwverslagen en -[[begrippenlijst#Periodiek|periodieken]], zijn juist door hen volgeschreven om hun eigen rol meer glans te verlenen.  
  
 
De bronnen zwijgen haast over de manier waarop technische veranderingen verliepen in het kleinbedrijf, dat zo dominant was in de Nederlandse landbouw. Het is aannemelijk dat de opkomst en verspreiding van de aardappelteelt in de negentiende eeuw veel belangrijker is geweest dan de drie hier besproken innovaties, maar daarover vinden we in deze bronnen veel minder informatie. Uit het voorgaande blijkt dat landbouwkundigen als Staring of hereboeren als Amersfoordt weinig oog hadden voor de problemen waar de kleinere boeren werkelijk mee worstelden en dat een flink deel van hun enthousiasme voor vernieuwing niet heeft bijgedragen aan de oplossing van deze problemen.
 
De bronnen zwijgen haast over de manier waarop technische veranderingen verliepen in het kleinbedrijf, dat zo dominant was in de Nederlandse landbouw. Het is aannemelijk dat de opkomst en verspreiding van de aardappelteelt in de negentiende eeuw veel belangrijker is geweest dan de drie hier besproken innovaties, maar daarover vinden we in deze bronnen veel minder informatie. Uit het voorgaande blijkt dat landbouwkundigen als Staring of hereboeren als Amersfoordt weinig oog hadden voor de problemen waar de kleinere boeren werkelijk mee worstelden en dat een flink deel van hun enthousiasme voor vernieuwing niet heeft bijgedragen aan de oplossing van deze problemen.
Regel 35: Regel 37:
  
 
Van fundamenteel belang was de verspreiding van de aardappelteelt. Eén hectare aardappelen bracht gemiddeld twee tot drie keer zoveel calorieën op als één hectare tarwe of rogge. De voedingswaarde van de 100.000 tot 130.000 ha landbouwgrond die tussen 1850 en 1880 in Nederland met consumptieaardappelen werd beteeld, zorgde globaal voor een verdubbeling van de voedingswaarde van de akkerbouw. Zonder de aardappel was de vraag naar granen zodanig gestegen dat de invoer van rogge en tarwe minstens verdrievoudigd had moeten worden - van 100 miljoen kg naar 300 miljoen kg rond 1850.  
 
Van fundamenteel belang was de verspreiding van de aardappelteelt. Eén hectare aardappelen bracht gemiddeld twee tot drie keer zoveel calorieën op als één hectare tarwe of rogge. De voedingswaarde van de 100.000 tot 130.000 ha landbouwgrond die tussen 1850 en 1880 in Nederland met consumptieaardappelen werd beteeld, zorgde globaal voor een verdubbeling van de voedingswaarde van de akkerbouw. Zonder de aardappel was de vraag naar granen zodanig gestegen dat de invoer van rogge en tarwe minstens verdrievoudigd had moeten worden - van 100 miljoen kg naar 300 miljoen kg rond 1850.  
 +
 
[[Afbeelding:TIN19_blz68.jpg|thumb|400px|left|Aanvankelijk Een oorkonde die rijk is geïllustreerd met traditionele en moderne landbouwproducten en -werktuigen, 1876.]]
 
[[Afbeelding:TIN19_blz68.jpg|thumb|400px|left|Aanvankelijk Een oorkonde die rijk is geïllustreerd met traditionele en moderne landbouwproducten en -werktuigen, 1876.]]
 
De behoefte aan granen, die een sterke stijging van de graanprijzen in jaren met een misoogst had veroorzaakt, werd iets minder groot toen consumenten in duurtejaren naar de aardappel konden uitwijken.  
 
De behoefte aan granen, die een sterke stijging van de graanprijzen in jaren met een misoogst had veroorzaakt, werd iets minder groot toen consumenten in duurtejaren naar de aardappel konden uitwijken.  

Versie op 18 apr 2008 19:14