Latere stoomkorenmolens

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 13: Regel 13:
  
 
In enkele gevallen werd het moeizame functioneren van stoommolens opgemerkt.'' 'Het schijnt dat de stoomkracht te kostbaar is voor een gewoon molenbedrijf' '' aldus het Gemeenteverslag van Zevenaar uit 1858,'' 'want zonder noodzakelijkheid wordt van de stoommolen door den eigenaar, die tevens bezitter is van windmolens geen gebruik gemaakt'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-36|<sup>[36]</sup>]]  
 
In enkele gevallen werd het moeizame functioneren van stoommolens opgemerkt.'' 'Het schijnt dat de stoomkracht te kostbaar is voor een gewoon molenbedrijf' '' aldus het Gemeenteverslag van Zevenaar uit 1858,'' 'want zonder noodzakelijkheid wordt van de stoommolen door den eigenaar, die tevens bezitter is van windmolens geen gebruik gemaakt'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-36|<sup>[36]</sup>]]  
Het betrof hier een windkorenmolen met een stoominstallatie. Overigens lag Zevenaar sinds 1856 aan de spoorlijn Arnhem - Oberhausen, zodat de aanvoer van kolen niet het knelpunt kon zijn. Enkele jaren later meldde het verslag dat de stoommolen niet meer werd gebruikt.  
+
Het betrof hier een windkorenmolen met een stoominstallatie. Overigens lag Zevenaar sinds 1856 aan de '''spoorlijn''' Arnhem - Oberhausen, zodat de aanvoer van kolen niet het knelpunt kon zijn. Enkele jaren later meldde het verslag dat de stoommolen niet meer werd gebruikt.  
  
 
De gemeenteverslagen in de jaren vijftig maakten af en toe melding van stoommolens'' 'die bijna of het geheele jaar werkeloos waren'.'' Zelfs als er volop werd geproduceerd kon men nog ontevreden zijn. Zo werd uit Leeuwarden in 1852 en 1853 bericht dat'' 'de aldaar bestaande stoomkorenmolen ... overvloedig werk (had). Doch vond ook geen voldoende resultaten wat verdienste betrof'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-37|<sup>[37]</sup>]]   
 
De gemeenteverslagen in de jaren vijftig maakten af en toe melding van stoommolens'' 'die bijna of het geheele jaar werkeloos waren'.'' Zelfs als er volop werd geproduceerd kon men nog ontevreden zijn. Zo werd uit Leeuwarden in 1852 en 1853 bericht dat'' 'de aldaar bestaande stoomkorenmolen ... overvloedig werk (had). Doch vond ook geen voldoende resultaten wat verdienste betrof'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-37|<sup>[37]</sup>]]   
Regel 19: Regel 19:
  
 
Er waren ook plaatsen zonder kartels, waar een toenemende concurrentie tussen de windmolenaars het maalloon onder druk had gezet en de komst van de stoommolen dat nog meer deed. Zo hadden de windkorenmolenaars in Friesland goed werk en redelijke verdiensten,'' 'behalve in Leeuwarden alwaar eene te groote concurrentie bestaat en de maallonen te gering zijn'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-39|<sup>[39]</sup>]]  
 
Er waren ook plaatsen zonder kartels, waar een toenemende concurrentie tussen de windmolenaars het maalloon onder druk had gezet en de komst van de stoommolen dat nog meer deed. Zo hadden de windkorenmolenaars in Friesland goed werk en redelijke verdiensten,'' 'behalve in Leeuwarden alwaar eene te groote concurrentie bestaat en de maallonen te gering zijn'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-39|<sup>[39]</sup>]]  
Geringe winstmarges plaatsten zowel wind- als stoommolenaars nogal eens voor problemen. De stoomtechniek bracht in dit opzicht geen betere perspectieven. De stoommolenaars noemden ook zelden kostenvoordelen of hoger economisch rendement als reden om hun stoombedrijf op te richten.  
+
Geringe winstmarges plaatsten zowel wind- als stoommolenaars nogal eens voor problemen. De stoomtechniek bracht in dit opzicht geen betere perspectieven. De stoommolenaars noemden ook [[De mislukte innovatie|'''zelden kostenvoordelen of hoger economisch rendement als reden om hun stoombedrijf op te richten''']].  
  
  
Regel 27: Regel 27:
 
[[Afbeelding:TIN19_blz85.jpg|thumb|370px|left|Combinatie van wind en stoom in een maalbedrijf]]
 
[[Afbeelding:TIN19_blz85.jpg|thumb|370px|left|Combinatie van wind en stoom in een maalbedrijf]]
  
Molenaar Van der Hoogt te Alblasserdam verzocht in 1853 een stoommachine in zijn molen te mogen plaatsen omdat'' 'de onlangs geheerscht hebbende en nog heerschende windstilte de noodzakelijkheid heeft leren inzien van een molen die op eene andere wijze dan door wind kan worden gedreven'.'' Hij wenste'' 'zijn korenwindmolen zoodanig in te rigten dat die kan worden gedreven door wind of bij windstilte door de kracht der stoom'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-40|<sup>[40]</sup>]]  
+
[[Korenmolenaar als beroep|'''Molenaar''']] Van der Hoogt te Alblasserdam verzocht in 1853 een stoommachine in zijn molen te mogen plaatsen omdat'' 'de onlangs geheerscht hebbende en nog heerschende windstilte de noodzakelijkheid heeft leren inzien van een molen die op eene andere wijze dan door wind kan worden gedreven'.'' Hij wenste'' 'zijn korenwindmolen zoodanig in te rigten dat die kan worden gedreven door wind of bij windstilte door de kracht der stoom'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-40|<sup>[40]</sup>]]  
  
 
In Zaltbommel vroeg molenaar Blom een vergunning voor plaatsing van een stoommachine'' 'om reden het nog al te dikwijls voorkomt met stilte de molen niet kan malen, als dan aan de broodbakker, en andere inwoonders een groot ongerijf veroorzaakt ...'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-41|<sup>[41]</sup>]]  
 
In Zaltbommel vroeg molenaar Blom een vergunning voor plaatsing van een stoommachine'' 'om reden het nog al te dikwijls voorkomt met stilte de molen niet kan malen, als dan aan de broodbakker, en andere inwoonders een groot ongerijf veroorzaakt ...'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-41|<sup>[41]</sup>]]  
Regel 46: Regel 46:
 
'''Windmolen en windstilte'''
 
'''Windmolen en windstilte'''
  
Toch stond het windmolenbedrijf niet geheel hulpeloos tegenover windstille perioden. De molenaar werkte bijvoorbeeld met voorraden en afspraken over levertijden, waarmee de problemen gedeeltelijk voorkomen konden worden. De korenmolenaar kreeg ook, bij uitzondering van de wereldlijke èn geestelijke autoriteiten toestemming om op zondag te malen. Het nachtmalen kwam eveneens voor. Er werd gemalen als het waaide, vooral tijdens de oogsttijd of na windstille perioden. De molenaar werkte dan uren, dagen, nachten soms een week met zo weinig mogelijk onderbreking door. Het bezorgde de molenaar een ongeregeld, zwaar en moeizaam bestaan: '' 'Het molenaarsleven heeft God ons gegeven. Maar het malen bij nacht heeft de duivel bedacht'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-48|<sup>[48]</sup>]]  
+
Toch stond het [[Het malen met een windmolen|'''windmolenbedrijf''']] niet geheel hulpeloos tegenover windstille perioden. De molenaar werkte bijvoorbeeld met voorraden en afspraken over levertijden, waarmee de problemen gedeeltelijk voorkomen konden worden. De korenmolenaar kreeg ook, bij uitzondering van de wereldlijke èn geestelijke autoriteiten toestemming om op zondag te malen. Het nachtmalen kwam eveneens voor. Er werd gemalen als het waaide, vooral tijdens de oogsttijd of na windstille perioden. De molenaar werkte dan uren, dagen, nachten soms een week met zo weinig mogelijk onderbreking door. Het bezorgde de molenaar een ongeregeld, zwaar en moeizaam bestaan: '' 'Het molenaarsleven heeft God ons gegeven. Maar het malen bij nacht heeft de duivel bedacht'.''[[Noten TIN19-1-H3#3-48|<sup>[48]</sup>]]  
 
Toch had het nachtmalen enige voordelen. Het werkte rustiger en de wind was veelal regelmatiger. Bovendien gaf het het beroep een zekere romantiek. Doorgaans kon de molenaar op deze wijze de door windstille perioden ontstane achterstand wegwerken.  
 
Toch had het nachtmalen enige voordelen. Het werkte rustiger en de wind was veelal regelmatiger. Bovendien gaf het het beroep een zekere romantiek. Doorgaans kon de molenaar op deze wijze de door windstille perioden ontstane achterstand wegwerken.  
  

Huidige versie van 21 apr 2008 om 15:13