De positie van de boerin
Van Techniek in Nederland
Regel 19: | Regel 19: | ||
'''Fabriekswerk mannenwerk''' | '''Fabriekswerk mannenwerk''' | ||
− | Toen in Friesland in de late jaren '80 de boterfabrieken een serieus te nemen alternatief werden, waren het vrijwel zonder uitzondering mannen die in deze nieuwe industrie terecht kwamen. Het beheer was in handen van mannen die het bestuur van de [[begrippenlijst#Cooperatie|coöperatieve]] verenigingen vormden; de machinisten waren mannen; de werklieden waren mannen. Ook in andere provincies blijkt dat de zuivelfabriek bij uitstek als een mannen-aangelegenheid werd beschouwd. | + | Toen in Friesland in de late jaren '80 de [[Zuivelfabrieken in Noord Nederland|'''boterfabrieken''']] een serieus te nemen alternatief werden, waren het vrijwel zonder uitzondering mannen die in deze nieuwe industrie terecht kwamen. Het beheer was in handen van mannen die het bestuur van de [[begrippenlijst#Cooperatie|coöperatieve]] verenigingen vormden; de machinisten waren mannen; de werklieden waren mannen. Ook in andere provincies blijkt dat de zuivelfabriek bij uitstek als een mannen-aangelegenheid werd beschouwd. |
De provinciale zuivelleraar in Gelderland organiseerde in 1895 een cursus om 'besturend personeel' op te leiden. Er meldden zich acht mannelijke leerlingen.[[Noten TIN19-1-H4#4-42|<sup>[42]</sup>]] | De provinciale zuivelleraar in Gelderland organiseerde in 1895 een cursus om 'besturend personeel' op te leiden. Er meldden zich acht mannelijke leerlingen.[[Noten TIN19-1-H4#4-42|<sup>[42]</sup>]] |