Mobiliteit tussen de twee wereldoorlogen

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
[[afbeelding:grafiek_personenautodichtheid_eu.jpg|thumb|400px|right|De ontwikkeling van de personenautodichtheid in enkele Europese landen, 1920-1976. ]][[afbeelding:grafiek_personenautodichtheid_nl.jpg|thumb|400px|left|De ontwikkeling van de personenautodichtheid in grotere en kleinere gemeenten in Nederland, 1928-1999. Kleine steden op het platteland hadden in een vol land als Nederland tot het midden van de jaren zeventig een relatief lagere autodichtheid dan de grotere steden. In minder dicht bevolkte landen als de VS en Zweden is dit precies andersom.]]'''Autodichtheid'''
+
[[afbeelding:grafiek_personenautodichtheid_eu.jpg|thumb|400px|right|De ontwikkeling van de personenautodichtheid in enkele Europese landen, 1920-1976. ]][[afbeelding:grafiek_personenautodichtheid_nl.jpg|thumb|400px|right|De ontwikkeling van de personenautodichtheid in grotere en kleinere gemeenten in Nederland, 1928-1999. Kleine steden op het platteland hadden in een vol land als Nederland tot het midden van de jaren zeventig een relatief lagere autodichtheid dan de grotere steden. In minder dicht bevolkte landen als de VS en Zweden is dit precies andersom.]]'''Autodichtheid'''
  
 
Drukt men de autodichtheid uit per oppervlakte (een maat voor de door de tijdgenoten ervaren ‘drukte’ van het autoverkeer), dan behoorde Nederland al aan het eind van de jaren twintig tot de drukke autonaties. Begin jaren dertig passeerde Nederland in dit opzicht de Verenigde Staten.[[Noten H2#2-43|<sup>[43]</sup>]] Ook in het aantal personenauto’s per kilometer weg scoorde Nederland hoog.[[Noten H2#2-44|<sup>[44]</sup>]] Daarbij is overigens nog niet het massale fietsverkeer gerekend, dat in 1939, met 430 fietsen per 1000 inwoners, na dat van Denemarken het hoogste ter wereld was, en evenmin het motorfietsverkeer, dat vanwege zijn sterk lokale karakter veel minder in de landelijke verkeerstellingen tot uitdrukking kwam. In totaal waren er in 1939 ruim 65.000 motorfietsen in gebruik.[[Noten H2#2-45|<sup>[45]</sup>]]
 
Drukt men de autodichtheid uit per oppervlakte (een maat voor de door de tijdgenoten ervaren ‘drukte’ van het autoverkeer), dan behoorde Nederland al aan het eind van de jaren twintig tot de drukke autonaties. Begin jaren dertig passeerde Nederland in dit opzicht de Verenigde Staten.[[Noten H2#2-43|<sup>[43]</sup>]] Ook in het aantal personenauto’s per kilometer weg scoorde Nederland hoog.[[Noten H2#2-44|<sup>[44]</sup>]] Daarbij is overigens nog niet het massale fietsverkeer gerekend, dat in 1939, met 430 fietsen per 1000 inwoners, na dat van Denemarken het hoogste ter wereld was, en evenmin het motorfietsverkeer, dat vanwege zijn sterk lokale karakter veel minder in de landelijke verkeerstellingen tot uitdrukking kwam. In totaal waren er in 1939 ruim 65.000 motorfietsen in gebruik.[[Noten H2#2-45|<sup>[45]</sup>]]

Versie op 7 jul 2006 15:31