Energie en het molenbedrijf
Van Techniek in Nederland
Regel 2: | Regel 2: | ||
Mensen, dieren, watermolens of windmolens zorgden voor de aandrijving. Windmolens domineerden. Hun aantal werd rond het midden van de negentiende eeuw ten behoeve van het malen en pellen van graan en boekweit geschat op 1800. Daar tegenover stonden 200 watermolens. Paardenmolens waren er ook in groten getale (1300), vooral voor het malen van boekweit. Verder werden ongeveer 400 handmolens officieel geregistreerd bij de uitoefening van een bedrijf. Stoom als de nieuwe energiebron was in deze periode in de statistiek nog slechts marginaal aanwezig. Wel vormde stoom de voorbode voor de grote veranderingen die zich in de daaropvolgende decennia voltrokken. | Mensen, dieren, watermolens of windmolens zorgden voor de aandrijving. Windmolens domineerden. Hun aantal werd rond het midden van de negentiende eeuw ten behoeve van het malen en pellen van graan en boekweit geschat op 1800. Daar tegenover stonden 200 watermolens. Paardenmolens waren er ook in groten getale (1300), vooral voor het malen van boekweit. Verder werden ongeveer 400 handmolens officieel geregistreerd bij de uitoefening van een bedrijf. Stoom als de nieuwe energiebron was in deze periode in de statistiek nog slechts marginaal aanwezig. Wel vormde stoom de voorbode voor de grote veranderingen die zich in de daaropvolgende decennia voltrokken. | ||
− | + | Tabel 3.1: Molens voor het malen en pellen van graan en boekweit in 1850/1851, naar soort (schatting). | |
wind 1800 | wind 1800 |