Suikeraccijns

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 3: Regel 3:
 
De moeilijkheid zat hem echter in de bepaling van het bedrag dat de staat direkt van de eerste koper mocht eisen. De accijns werd namelijk vastgesteld op een bedrag per kilo zuivere suiker, raffinade. Maar in de havens werd alleen ruwe suiker, als het ware <vervuilde raffinade> aangevoerd. Honderd kilo daarvan leverde zeker geen honderd kilo raffinade op, dus sloeg de staat de koper van die suiker ook niet voor het volle bedrag aan. Tot het midden van de negentiende eeuw hanteerde men een vaste verhouding tussen de accijns die ruwe suiker moest opbrengen en het bedrag wat men hief op het zuivere eindprodukt.
 
De moeilijkheid zat hem echter in de bepaling van het bedrag dat de staat direkt van de eerste koper mocht eisen. De accijns werd namelijk vastgesteld op een bedrag per kilo zuivere suiker, raffinade. Maar in de havens werd alleen ruwe suiker, als het ware <vervuilde raffinade> aangevoerd. Honderd kilo daarvan leverde zeker geen honderd kilo raffinade op, dus sloeg de staat de koper van die suiker ook niet voor het volle bedrag aan. Tot het midden van de negentiende eeuw hanteerde men een vaste verhouding tussen de accijns die ruwe suiker moest opbrengen en het bedrag wat men hief op het zuivere eindprodukt.
 
In de praktijk zat er een groot voordeel voor de raffinadeur in de grofheid van het systeem. Er was geen onderscheid naar de kwaliteit van ruwe suiker, en er was geen rekening gehouden met het werkelijke fabrieksverlies. Dus kon de raffinadeur uit een partij ruwe suiker vaak beduidend meer raffinade maken dan de staat veronderstelde.
 
In de praktijk zat er een groot voordeel voor de raffinadeur in de grofheid van het systeem. Er was geen onderscheid naar de kwaliteit van ruwe suiker, en er was geen rekening gehouden met het werkelijke fabrieksverlies. Dus kon de raffinadeur uit een partij ruwe suiker vaak beduidend meer raffinade maken dan de staat veronderstelde.
Deze zogenaamde overponden waren een grote, vaak onmisbare, bron van inkomsten voor de raffinadeur. Als hij ze verkocht in het binnenland, betaalde de Nederlandse consument hem accijns over die kilo's, als hij ze exporteerde, betaalde de schatkist hem het volle accijnsbedrag over deze raffinade terug. In beide gevallen had de raffinadeur echter nooit vooraf accijns afgedragen aan de staat voor deze suiker! De overheid was van deze praktijk op de hoogte, maar wilde niet zover gaan dat ze de raffinaderijen volzette met controlerende ambtenaren. Dat was te duur, en <bij zoodanige regeling zouden de raffinadeurs noodwendig alle premie op den uitvoer verliezen.> Het accijnstarief zou kunnen worden aangepast, als men precies wist hoeveel eindprodukt de raffinadeur uit ruwsuiker kon maken. Helaas, zei de Minister van Financiën in 1854, <iedere berekening hieromtrent kan slechts bij benadering gemaakt worden en zij moet, wil men niet mistasten, ruim worden genomen en steeds beneden de werkelijkheid blijven.>  
+
Deze zogenaamde overponden waren een grote, vaak onmisbare, bron van inkomsten voor de raffinadeur. Als hij ze verkocht in het binnenland, betaalde de Nederlandse consument hem accijns over die kilo's, als hij ze exporteerde, betaalde de schatkist hem het volle accijnsbedrag over deze raffinade terug. In beide gevallen had de raffinadeur echter nooit vooraf accijns afgedragen aan de staat voor deze suiker! De overheid was van deze praktijk op de hoogte, maar wilde niet zover gaan dat ze de raffinaderijen volzette met controlerende ambtenaren. Dat was te duur, en <bij zoodanige regeling zouden de raffinadeurs noodwendig alle premie op den uitvoer verliezen.>(3)Het accijnstarief zou kunnen worden aangepast, als men precies wist hoeveel eindprodukt de raffinadeur uit ruwsuiker kon maken. Helaas, zei de Minister van Financiën in 1854, <iedere berekening hieromtrent kan slechts bij benadering gemaakt worden en zij moet, wil men niet mistasten, ruim worden genomen en steeds beneden de werkelijkheid blijven.>(4)
 
Het is niet precies na te gaan hoeveel de accijnswinst voor de Nederlandse raffinadeurs was _ het verschilde per partij ruwe suiker en met de vaardigheid van de raffinadeur zelf. Er zijn echter aanwijzingen dat de inkomsten uit overponden voor veel Nederlandse raffinadeurs het verschil uitmaakten tussen winst en verlies op hun exploitatierekening.
 
Het is niet precies na te gaan hoeveel de accijnswinst voor de Nederlandse raffinadeurs was _ het verschilde per partij ruwe suiker en met de vaardigheid van de raffinadeur zelf. Er zijn echter aanwijzingen dat de inkomsten uit overponden voor veel Nederlandse raffinadeurs het verschil uitmaakten tussen winst en verlies op hun exploitatierekening.
 
Een voorbeeld uit 1824 laat zien hoeveel extra inkomsten een raffinadeur toen rechtmatig in de schoot konden vallen.(zie tabel 7.1)
 
Een voorbeeld uit 1824 laat zien hoeveel extra inkomsten een raffinadeur toen rechtmatig in de schoot konden vallen.(zie tabel 7.1)
  
In heel Europa bleven heffingen of accijnzen op suiker gedurende de negentiende eeuw bestaan. Elk land had zijn eigen systeem van heffingen, differentiële rechten, openlijke of verkapte premies. Internationale afspraken over suikerwetgeving kregen voor het eerst in 1864 de vorm van zogenaamde Conventies, verdragen die door een aantal staten tegelijk werden overeengekomen. Sindsdien werden maandenlange vergaderingen over suikerbelasting een regelmatig terugkerend fenomeen en vanaf de jaren negentig bestond er een semi-permanent overleg tussen een toenemend aantal staten.  
+
In heel Europa bleven heffingen of accijnzen op suiker gedurende de negentiende eeuw bestaan. Elk land had zijn eigen systeem van heffingen, differentiële rechten, openlijke of verkapte premies. Internationale afspraken over suikerwetgeving kregen voor het eerst in 1864 de vorm van zogenaamde Conventies, verdragen die door een aantal staten tegelijk werden overeengekomen. Sindsdien werden maandenlange vergaderingen over suikerbelasting een regelmatig terugkerend fenomeen en vanaf de jaren negentig bestond er een semi-permanent overleg tussen een toenemend aantal staten.(5)
 
Bij de Suikerconventie van 1864 waren regeringsvertegenwoordigers van Frankrijk, Engeland, Nederland, België en het Duitse Tolverbond betrokken geweest, ieder gesteund door wetenschappelijk adviseurs. Om tot enige vergelijkbaarheid te komen van de uiteenlopende nationale accijnstarieven, was standaardisatie nodig. Welke typen van ruwe suiker bestonden er? Hoe verhield de klassering van de Franse douane zich tot die van de Nederlandse? Was Duitse ruwe bietsuiker van type A, die bij export een vergoeding kreeg van 6 Mark, vergelijkbaar met Franse koloniale rietsuiker van type B, waarop een invoerrecht van 18 francs werd geheven? Meteen bij de eerste vergadering werd besloten om een wetenschappelijk geijkte, algemene standaard te ontwikkelen.
 
Bij de Suikerconventie van 1864 waren regeringsvertegenwoordigers van Frankrijk, Engeland, Nederland, België en het Duitse Tolverbond betrokken geweest, ieder gesteund door wetenschappelijk adviseurs. Om tot enige vergelijkbaarheid te komen van de uiteenlopende nationale accijnstarieven, was standaardisatie nodig. Welke typen van ruwe suiker bestonden er? Hoe verhield de klassering van de Franse douane zich tot die van de Nederlandse? Was Duitse ruwe bietsuiker van type A, die bij export een vergoeding kreeg van 6 Mark, vergelijkbaar met Franse koloniale rietsuiker van type B, waarop een invoerrecht van 18 francs werd geheven? Meteen bij de eerste vergadering werd besloten om een wetenschappelijk geijkte, algemene standaard te ontwikkelen.
 
Er eerst werd een nauwkeurig onderscheid gemaakt naar de suikerkwaliteit. Ruwe suiker werd sindsdien op kleur beoordeeld, en daar werd een raffinaderendement aan gekoppeld. De kleurnuances die daarvoor als standaard werden aangehouden, waren ontleend aan de kwaliteitsklassen die de Nederlandsche Handel-Maatschappij sinds 1839 hanteerde op haar suikerveilingen. Deze veilingen waren zo toonaangevend dat de deelnemers besloten om de nhm-standaard van twintig kleuren wetenschappelijk te ijken en zonodig te corrigeren.(zie tabel 7.2)
 
Er eerst werd een nauwkeurig onderscheid gemaakt naar de suikerkwaliteit. Ruwe suiker werd sindsdien op kleur beoordeeld, en daar werd een raffinaderendement aan gekoppeld. De kleurnuances die daarvoor als standaard werden aangehouden, waren ontleend aan de kwaliteitsklassen die de Nederlandsche Handel-Maatschappij sinds 1839 hanteerde op haar suikerveilingen. Deze veilingen waren zo toonaangevend dat de deelnemers besloten om de nhm-standaard van twintig kleuren wetenschappelijk te ijken en zonodig te corrigeren.(zie tabel 7.2)

Versie op 1 mei 2007 12:44