De kwaliteit van de consumptiemelk

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
Consumptiemelk begon in de jaren twintig met haar opmars, toen er een overschot aan melk ontstond door een toenemende melkproductie, terwijl tegelijkertijd ondermelk (taptemelk) minder kon worden afgezet bij de boeren die deze melk gebruikten als veevoer. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de veestapel, dit gold vooral voor varkens, namelijk belangrijk ingekrompen. De zuivelfabrieken gingen het melkoverschot verwerken tot consumptiemelk, melkpoeder, condens en veevoer. De industrie ondernam tevens pogingen om het imago van melk als een drank voor kinderen en zieken te veranderen en gezonde volwassenen melk te laten drinken. Kwaliteit en kwaliteitshandhaving waren in dit kader van groot belang, niet alleen voor medici en industrie, maar tevens voor de overheid. Gemeentelijke overheden, die zich in toenemende mate met de volksgezondheid bezighielden, zagen door middel van hun Keuringsdiensten van Waren toe op de kwaliteit van melk. De industrie en (lokale) overheden ontwikkelden respectievelijk meetmethoden en verordeningen om de samenstelling en bacteriologische kwaliteit van melk te kunnen beheersen. Dergelijke kwaliteitscontroles waren noodzakelijk; de productie van consumptiemelk was bacteriologisch gezien vol risico’s. Bacteriologische besmetting van melk door ondeugdelijke pasteurisatie en sterilisatie kwam regelmatig voor.(14)Pasteuriseren, steriliseren of koken van melk was noodzakelijk omdat de Nederlandse veestapel tot 1956 niet tuberculosevrij was.(15)Ook de tyfus[[begrippenlijst#Bacil|
+
Consumptiemelk begon in de jaren twintig met haar opmars, toen er een overschot aan melk ontstond door een toenemende melkproductie, terwijl tegelijkertijd ondermelk (taptemelk) minder kon worden afgezet bij de boeren die deze melk gebruikten als veevoer. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de veestapel, dit gold vooral voor varkens, namelijk belangrijk ingekrompen. De zuivelfabrieken gingen het melkoverschot verwerken tot consumptiemelk, melkpoeder, condens en veevoer. De industrie ondernam tevens pogingen om het imago van melk als een drank voor kinderen en zieken te veranderen en gezonde volwassenen melk te laten drinken. Kwaliteit en kwaliteitshandhaving waren in dit kader van groot belang, niet alleen voor medici en industrie, maar tevens voor de overheid. Gemeentelijke overheden, die zich in toenemende mate met de volksgezondheid bezighielden, zagen door middel van hun Keuringsdiensten van Waren toe op de kwaliteit van melk. De industrie en (lokale) overheden ontwikkelden respectievelijk meetmethoden en verordeningen om de samenstelling en bacteriologische kwaliteit van melk te kunnen beheersen. Dergelijke kwaliteitscontroles waren noodzakelijk; de productie van consumptiemelk was bacteriologisch gezien vol risico’s. Bacteriologische besmetting van melk door ondeugdelijke pasteurisatie en sterilisatie kwam regelmatig voor.(14)Pasteuriseren, steriliseren of koken van melk was noodzakelijk omdat de Nederlandse veestapel tot 1956 niet tuberculosevrij was.(15)Ook de [[begrippenlijst#Tyfus|
 +
tyfus]] [[begrippenlijst#Bacil|
 
bacil]] kon zich via melk verspreiden. Het melken en de behandeling van melkbussen waren vaak bronnen van besmetting, maar ook tijdens het transport van de melk liet de hygiëne vaak te wensen over. Een tijdgenoot somde de gebreken op van de verkooppunten, de melkslijters: ‘onvoldoende privaatinrichtingen, het aanwezig zijn van een mestvaalt, het houden van konijnen, slaapplaatsen in den winkel, stank, putten zonder afsluitdeksel’ enzovoort.(16)De overheid adviseerde de burgers daarom alle melk, ook de gepasteuriseerde, voor gebruik te koken.  
 
bacil]] kon zich via melk verspreiden. Het melken en de behandeling van melkbussen waren vaak bronnen van besmetting, maar ook tijdens het transport van de melk liet de hygiëne vaak te wensen over. Een tijdgenoot somde de gebreken op van de verkooppunten, de melkslijters: ‘onvoldoende privaatinrichtingen, het aanwezig zijn van een mestvaalt, het houden van konijnen, slaapplaatsen in den winkel, stank, putten zonder afsluitdeksel’ enzovoort.(16)De overheid adviseerde de burgers daarom alle melk, ook de gepasteuriseerde, voor gebruik te koken.  
 
In de jaren dertig kwam naast de bacteriologische kwaliteit ook de voedingswaarde van melk in het centrum van de belangstelling te staan op het moment dat meer bekend werd over de ‘hitte[[begrippenlijst#Labiliteit|
 
In de jaren dertig kwam naast de bacteriologische kwaliteit ook de voedingswaarde van melk in het centrum van de belangstelling te staan op het moment dat meer bekend werd over de ‘hitte[[begrippenlijst#Labiliteit|
Regel 8: Regel 9:
 
privaatrechtelijke]] Stichting Centraal Orgaan voor Melkhygiëne opgericht.  
 
privaatrechtelijke]] Stichting Centraal Orgaan voor Melkhygiëne opgericht.  
 
Discussies onder deskundigen over hygiëne en het meten ervan waren van grote invloed op de verbetering van de gebruikte meetmethoden. Door debatten over voedselvergiftiging en ziekteverwekkende organismen in voedsel verschoof in het microbiologische zuivelonderzoek de aandacht van het aantal naar de soort bacteriën. Vanaf het begin van de jaren zestig werd gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe meetmethoden voor de [[begrippenlijst#Detectie|
 
Discussies onder deskundigen over hygiëne en het meten ervan waren van grote invloed op de verbetering van de gebruikte meetmethoden. Door debatten over voedselvergiftiging en ziekteverwekkende organismen in voedsel verschoof in het microbiologische zuivelonderzoek de aandacht van het aantal naar de soort bacteriën. Vanaf het begin van de jaren zestig werd gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe meetmethoden voor de [[begrippenlijst#Detectie|
detectie]] van bacteriën, sporenvormers en micro-organismen als stafylokokken. In de jaren zestig ontstond tevens een debat over chemische hygiëne. Mede naar aanleiding van maatschappelijke discussies over de chemisering van voedsel en ‘chemische vervuiling’ ontwikkelde het NIZO methoden voor de detectie van chemische verontreiniging door reinigings- en desinfecteermiddelen, antibiotica, fungiciden, pesticiden en radioactieve elementen.(24)
+
detectie]] van bacteriën, sporenvormers en micro-organismen als [[begrippenlijst#Stafylokok|
 +
stafylokokken]]. In de jaren zestig ontstond tevens een debat over chemische hygiëne. Mede naar aanleiding van maatschappelijke discussies over de chemisering van voedsel en ‘chemische vervuiling’ ontwikkelde het NIZO methoden voor de detectie van chemische verontreiniging door reinigings- en desinfecteermiddelen, antibiotica, fungiciden, pesticiden en radioactieve elementen.(24)

Versie op 8 mei 2007 17:21