|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
| + | '''Landbouw en voeding in de 19e eeuw'''<br> |
| | | |
− | *<div id=3-67>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Garages en Bovag|[67]]] H. J. Peppink, 'Ook hotels moeten "motoriseren",' Autokampioen (10 april 1937) 595-598, aldaar 598. </div>
| + | [[Noten TIN19-1-H2|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H2]]<br> |
− | *<div id=3-68>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Garages en Bovag|[68]]] Labots, 25 jaar, 28, 71. Het 'cadeaustelsel' bestond erin, dat autoproducenten in hun concurrentie auto's zonder reserveband, accu en zelfs startmotor begonnen af te leveren, die vervolgens gratis bij aankoop van een nieuwe auto door de dealers werden aangeboden (ib., 10). Struikelblok bij de samenwerking tussen RAI en Bovag vormde vooral het banden- en benzineprobleem. In beide gevallen botsten de belangen van de producenten (die dikwijls aan 'dumping' deden buiten de bona-fide garages om) en de handel. Pas in 1955, toen de massamotorisering op uitbarsten stond, kwam een 'exclusief verkeersovereenkomst' tussen beide organisaties tot stand, waarbij RAI-leden uitsluitend aan Bovag-leden zouden leveren en omgekeerd Bovag-leden hun waar alleen via RAI-grossiers zouden betrekken. De Jong, Geschiedenis eener Nederlandsche Vereeniging, 98.</div>
| + | [[Noten TIN19-1-H3|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H3]]<br> |
− | *<div id=3-69>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Wegen en fietspad|[69]]] Linders - Rooijendijk, Gebaande wegen voor mobiliteit, 138; Francis Miltoun, The automobilist abroad (Londen: Brown, Langham & C0, 1907) 301; Bosch en Van der Ham, Twee eeuwen Rijkswaterstaat, 160 (citaat), 222. Voor een goede uitleg over verschillende manieren van wegenaanleg verwijzen we verder naar W. van der Ham, Heersen en Beheersen (Zaltbommel 1999). </div>
| + | [[Noten TIN19-1-H4|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H4]]<br> |
− | *<div id=3-70>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Wegen en fietspad|[70]]] De Kampioen (15 juli 1904) 576 en (5 augustus 1904) 639; Bos, 'De gebruikers geteld,' 58; Linders - Rooijendijk, Gebaande wegen voor mobiliteit, 141</div>
| + | [[Noten TIN19-1-H5|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H5]]<br> |
− | *<div id=3-71>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Wegen en fietspad|[71]]] Linders - Rooijendijk, Gebaande wegen voor mobiliteit, 139-145.</div>
| + | [[Noten TIN19-1-H6|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H6]]<br> |
− | *<div id=3-72>[[Overheid en wegenbeleid|[72]]] Dirk Maarten Ligtermoet, Beleid en planning in de wegenbouw; De relatie tussen beleidsvorming en planning in de geschiedenis van de aanleg en verbetering van rijkswegen (z.p. [Den Haag]: Ministerie van Verkeer en Waterstaat; Rijkswaterstaat, z.j. [1990]) (Rijkswaterstaat-serie 51) 14-18, citaten: 15, 16.</div>
| + | [[Noten TIN19-1-H7|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H7]]<br><br> |
− | *<div id=3-73>[[Overheid en wegenbeleid|[73]]] A. Bosch en W. van der Ham, Twee eeuwen Rijkswaterstaat 1798 - 1998 (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1998) 159-162 (citaat: 159). </div>
| + | |
− | *<div id=3-74>[[Overheid en wegenbeleid|[74]]] Zie over de in de Nederlandse mobiliteitshistoriografie schromelijk verwaarloosde motorfiets bijvoorbeeld: [A.R. Biermans, e.a. (samenst.)], Het motorrijwiel in Nederland; Een merkenhistorie tot 1940 (z.p.: Veteraan Motoren Club, 1996) en De motorfiets in Nederland 1895 - 1940; Een terugblik op de vroege motorrijders in Nederland ter gelegeheid van het 35-jarig jubileum van de Veteraan Motoren Club (Rijswijk: Elmar, 1991). Over de KNMV: Han Harsze, 75 jaar motorleven in Nederland (Den Haag: Nortier & Harmsze, z.j. [1979]).</div>
| + | |
− | *<div id=3-75>[[Overheid en wegenbeleid|[75]]] Wegen (1934) 91; Linders - Rooijendijk, Gebaande wegen voor mobiliteit, 227-229. Pas in 1928 werd ook de RAI door de ANWB uitgenodigd, deel uit te maken van de groeiende wegenlobby. De Jong, Geschiedenis eener Nederlandsche Vereeniging, 63. </div>
| + | |
− | *<div id=3-76>[[Overheid en wegenbeleid|[76]]] Een dergelijke opvatting is dikwijls gebaseerd op de lof in het tijdschrift Wegen, dat bijvoorbeeld in zijn eerste jaargang de ANWB prees als een actor 'welke het wegenvraagstuk aan de orde heeft gesteld en er de belangstelling voor heeft wakker geschud en wakker gehouden.' (Wegen (1925) 5. </div>
| + | |
− | *<div id=3-77>[[Overheid en wegenbeleid|[77]]] Dirk Maarten Ligtermoet, Beleid en planning in de wegenbouw; De relatie tussen beleidsvorming en planning in de geschiedenis van de aanleg en verbetering van rijkswegen (z.p. [Den Haag] z.j. [1990]) 18; Amerika: Mom, Geschiedenis van de auto van morgen, 469.</div>
| + | |
− | *<div id=3-78>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Planning van Wegen|[78]]] Ligtermoet, Beleid en planning in de wegenbouw, 27. De verantwoordelijke waterstaatsingenieur voor de bouw van het Nederlandse wegennet, G.J. van den Broek, wordt door Ligtermoet in zichzelf sprekend opgevoerd: 'Want met een kleine miljoen gulden stijging in de jaarlijkse opbrengst van de Wegenbelasting zou toch het verkeer in 20 jaar ongeveer 3 keer zo groot moeten worden. En daar durfde Van den Broek toch niet echt van uit te gaan.' (ib., 27).</div>
| + | |
− | *<div id=3-79>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Planning van Wegen|[79]]] Ligtermoet, Beleid en planning in de wegenbouw, 28, 30. Volgens waterstaatsminsiter Van Lidt de Jeude had de 'werkverruiming', zoals de werkverschaffing in het Haagse jargon werd genoemd, een sterke positieve invloed op de uitvoering van het wegenplan. De uiteindelijke vorm van het net was trouwens niet gepland, maar kwam door een reeks toevalligheden tot stand [zie oude tekst]. Overigens - tweede element van toeval bij de totstandkoming van het 'primaire' wegennet in Nederland - mochten werkverschaffingsprojecten alleen daar worden uitgevoerd, waar de weerkloosheid hoog was.. </div>
| + | |
− | *<div id=3-80>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Planning van Wegen|[80]]] Bosch en Van der Ham, Twee eeuwen Rijkswaterstaat, 166-168; Hans Buiter en Kees Volkers, Oudenrijn; Geschiedenis van een verkeersknooppunt (Utrecht 1996) 17, 24, 27-28.</div>
| + | |
− | *<div id=3-81>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Planning van Wegen|[81]]] M.L. ten Horn-Van Nispen, 'Het Rijkswegenplan 1927; De aanpak van het verkeersvraagstuk in de jaren twintig,' Jaarboek voor e geschiedenis van bedrijf en techniek 9 (1992) 185-208.</div>
| + | |
− | *<div id=3-82>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[82]]] 'Zorgen voor de toekomst', De Kampioen nr 9 (4 maart 1927) 193-194. </div>
| + | |
− | *<div id=3-83>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[83]]] P. Lamberts Hurrelbrinck, 'Zal de kleine wagen de revolutie brengen?' Autokampioen nr 49 (6 december 1930) 877-882, aldaar 881. </div>
| + | |
− | *<div id=3-84>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[84]]] W.A. Hoek, 'Van huur en verhuur van automobielen zonder chauffeur,' Autokampioen nr 6 (13 februari 1932) 194-197. </div>
| + | |
− | *<div id=3-85>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[85]]] Motor-vehicle taxation and regulations in foreign countries (United States Department of Commerce, Bureau of Foreign and Domestic Commerce, Trade Information Bulletin No. 463, February 1927). </div>
| + | |
− | *<div id=3-86>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[86]]] 'Hoffelijkheid der politie,' Autokampioen nr 17 (25 april 1931) 634-635. </div>
| + | |
− | *<div id=3-87>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[87]]] OVERNEMEN UIT HET BOEK </div>
| + | |
− | *<div id=3-88>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[88]]] G.M. [Gijs Mom], "Verblindend licht: brandend probleem; een koplamp met een knipoog," De Auto (juli 1986) 40-43 [Peter: check maand, paginering en jaar klopt] </div>
| + | |
− | *<div id=3-89>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[89]]] ''t Is niet eentonig langs den weg!', Autokampioen (11 maart 1933) 435. </div>
| + | |
− | *<div id=3-90>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[90]]] 'Er bestaan geen "luxe-auto's" meer; het autoverkeer een levensbelang voor het geheele volk,' Autokampioen (17 februari 1934) 246. </div>
| + | |
− | *<div id=3-91>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De rol van de ANWB bij de massamotorisering|[91]]] 'De evolutie van den automobilist,' Autokampioen (14 september 1935) 1253-1255, aldaar 1255 (cursivering is van auteurs). </div>
| + | |
− | *<div id=3-92>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Plaats van de auto in het totale vervoer|[92]]] 'Is de toekomst aan tram of autobus?' Autokampioen nr 10 (10 maart 1934) 335-339.</div>
| + | |
− | *<div id=3-93>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Plaats van de auto in het totale vervoer|[93]]] 'En toch blijf ik de auto trouw!! Mijmeringen over het "reismedium".' Autokampioen (10 november 1934) 1471-1475, aldaar 1475. </div>
| + | |
− | *<div id=3-94>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Plaats van de auto in het totale vervoer|[94]]] 'Betaal en ... zwijg', Autokampioen (27 april 1935) 567-568.</div>
| + | |
− | *<div id=3-95>[[De auto in het interbellum (1918-1940): Plaats van de auto in het totale vervoer|[95]]] L. Swaab, 'Economische regeling van het verkeerswezen in Nederland III', De Ingenieur (16 februari 1929) T21-T29 (citaat: T27).</div>
| + | |
− | *<div id=3-96>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[96]]] 'Crisis verkeerswezen in Nederland', De Ingenieur (1932) A389-A390.</div>
| + | |
− | *<div id=3-97>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[97]]] L. Swaab, 'Eenige beschouwingen over verkeers- en vervoermiddelen in Nederland,' De Ingenieur (18 maart 1932) V37-V59; zie voor het begrip 'netwerksnelheid': Gabriel Dupuy, La dépendance automobile; Symptômes, analyses, diagnostics, traitements (Paris: Anthropos, 1999) pagina.</div>
| + | |
− | *<div id=3-98>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[98]]] S.A. Reitsma, 'De crisis in het Nederlandsche verkeerswezen,'De Ingenieur (13 januari 1933) V1-V12 (citaten: V8 en V10, cursivering in origineel).</div>
| + | |
− | *<div id=3-99>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[99]]] 'De crisis in het Nederlandsche verkeerswezen,' De Ingenieur (20 januari 1933) V13-V26, hier: V25.</div>
| + | |
− | *<div id=3-100>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[100]]] Autokampioen (4 mei 1935) 618-619. </div>
| + | |
− | *<div id=3-101>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[101]]] Autokampioen (januari 1939) 10-11. </div>
| + | |
− | *<div id=3-102>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[102]]] 'En toch blijf ik de auto trouw', 1475 </div>
| + | |
− | *<div id=3-103>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[103]]] 'Hoera, ik heb geen auto meer. Openhartige bekentenissen van een vrouw,' Autokampioen (15 december 1934) 1634.</div>
| + | |
− | *<div id=3-104>[[De auto in het interbellum (1918-1940): De wegenlobby contra de spoorweglobby|[104]]] 'Er bestaan geen luxe-auto's meer,' 249.</div>
| + | |
− | *<div id=3-105>[[De auto na 1945: Wederopbouw van het autoverkeer|[105]]] 'Bedrog en oplichting vieren hoogtij op de automarkten,' Autokampioen (1952) 1882.</div>
| + | |
− | *<div id=3-106>[[De auto na 1945: Wederopbouw van het autoverkeer|[106]]] Koolhaas Revers, 'Levensgevaarlijke lifters,' Autokampioen (1951) 1810-1812; K.J. Müller, 'Parkeermeters: in ons land voorlopig nergens nodig,' Autokampioen (1956) 1090-195; A.G.M. Boost, 'Opmars der parkeermeters,' Autokampioen (1958) 1741.</div>
| + | |
− | *<div id=3-107>[[De auto na 1945: Wederopbouw van het autoverkeer|[107]]] 'W.W. óók mobiele hulppost van het Rode Kruis,' Autokampioen (1952) 1508; 'Koperen jubileum Wegenwacht,' Autokampioen (1958) 1828-1829; 'De automobilist en het kamperen,' Autokampioen (1956) 196-197.</div>
| + | |
− | *<div id=3-108>[[De auto na 1945: Wederopbouw van het autoverkeer|[108]]] 'Véél veiliger auto's,' Autokampioen (1952) 1138-1142; 'Vrouwen vragen: veiliger verkeer!,' Autokampioen (1953) 1804; 'Koninklijk woord tot de weggebruikers. Prinses Wilhelmina gispt het egoïsme,' Autokampioen (1955) 214.</div>
| + | |
− | *<div id=3-109>[[De auto na 1945: Mobiliteitsexplosie|[109]]] [A. Zewuster], Auto's en koopkracht (I) (Amsterdam: Publikatie van het Advertentiebedrijf van N.V. De Arbeiderspers, juli 1959); [A. Zewuster], Auto's en koopkracht (II) (Amsterdam: Publikatie van het Advertentiebedrijf van N.V. De Arbeiderspers, februari 1960); [A. Zewuster], 100.000 auto's verkocht in 1960 (Amsterdam: Advertentiebedrijf N.V. De Arbeiderspers, januari 1961); [A. Zewuster], Een miljoen auto's in 1964 (Amsterdam: Advertentiebedrijf N.V. De Arbeiderspers, januari 1963).</div>
| + | |
− | *<div id=3-110>[[De auto na 1945: Mobiliteitsexplosie|[110]]] [Zewuster], Auto's en koopkracht (I), 18.</div>
| + | |
| | | |
− | *<div id=3-111>[[De auto na 1945: Mobiliteitsexplosie|[111]]] [Zewuster], Auto's en koopkracht (I), 29; [Zewuster], Auto's en koopkracht (II), 4, 25-29 (citaten resp.: 2 en 53).</div>
| + | '''Transport en mobiliteit in de 19e eeuw'''<br> |
− | *<div id=3-112>[[De auto na 1945: Mobiliteitsexplosie|[112]]] 'Gezinsbudget en de eigen auto,' Autokampioen (1962) 2368-2369, hier: 2368.</div>
| + | [[Noten TIN19-2-H7|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel II H7]]<br><br> |
− | *<div id=3-113>[[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|[113]]] De Jong, Geschiedenis eener Nederlandsche Vereeniging, 82 (citaat), 90-92, 107-109 (publieke opinie: 108).</div>
| + | |
− | *<div id=3-114>[[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|[114]]] [Zewuster], Een miljoen auto's in 1964, 6-7, 23; S. de Jong, 'Het toekomstige autobezit (I)', RAI (15 oktober 1963) 351-352 en 366-367, hier: 352.</div>
| + | |
− | *<div id=3-115>[[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|[115]]] Jan Cornelis van Ours, Gezinsconsumptie in Nederland; 1951 - 1980 (Meppel: krips repro, z.j. [1986]) 104-105, 155; Kees Schuyt en Ed Taverne (met medewerking van Sandra van Voorst, Klaas van Berkel, Hans van Maanen, Frans Ruiter en Wilma Sütö), 1950; Welvaart in zwart-wit (Den Haag: Sdu Uitgevers, 2000) 276-277.</div>
| + | |
− | *<div id=3-116>[[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|[116]]] 'In Amsterdam komen alle lijnen samen,' Autokampioen (1961) 373-376, hier: 375.</div>
| + | |
− | *<div id=3-117>[[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|[117]]] 'Kwart nieuwe personenauto's is leaseauto,' Automobiel Management (9 februari 2001).</div>
| + | |
− | *<div id=3-118>[[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|[118]]] Zie, ook voor het volgende: K.A. de Vries, '"Een auto is een onmisbaar vervoermiddel bij het zoeken naar een parkeerplaats"; De personenauto in Nederland sinds 1945' (ongepubl. doctoraalscriptie, Erasmus Universiteit, juli/augustus 1995) 99-135, 24-32.</div>
| + | |
− | *<div id=3-119>[[De auto na 1945: Problemen door de groei van het autoverkeer en maatregelen|[119]]] Ligtermoet, Beleid en planning in de wegenbouw, 43-77. Zie voor de geschiedenis van de nota’s ruimtelijke ordening K. Martens, Debatteren over mobiliteit. Over de rationaliteit van het ruimtelijk mobiliteitsbeleid (Proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen 2000) met name hoofdstuk 4. </div>
| + | |
− | *<div id=3-120>[[De auto na 1945: Problemen door de groei van het autoverkeer en maatregelen|[120]]] 'Laat de ANWB dat toch voor u doen!' Autokampioen (1961) 709; 'Goed kamp!, tentoonstelling met voorlichting,' Autokampioen (1961) 775. </div>
| + | |
− | *<div id=3-121>[[De auto na 1945: Problemen door de groei van het autoverkeer en maatregelen|[121]]] Linders - Rooijendijk, Gebaande wegen voor mobiliteit en vrijetijdsbesteding II, 961.</div>
| + | |
− | *<div id=3-122>[[De auto na 1945: Verklaring voor de mobiliteitsexplosie|[122]]] "Het aantal personenauto's in Nederland; bepalende factoren en mogelijkheden tot beïnvloeding; Rapport voor het Projectbureau Integrale Verkeers- en Vervoersstudies van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat" (Universiteit van Amsterdam, Intituut voor Actuariaat en Econometrie, december 1973); zie ook: J.S. Cramer, Het aantal personenauto's in Nederland (Amsterdam, 1973).</div>
| + | |
− | *<div id=3-123>[[De auto na 1945: Verklaring voor de mobiliteitsexplosie|[123]]] H. van der Cammen en L.A. de Klerk, Ruimtelijke ordening; Van plannen komen plannen - de ontwikkelingsgang van de ruimtelijke ordening in Nederland (Utrecht: Uitgeverij Het Spectrum B.V., 19932) 134-135, 169, 197.</div>
| + | |
− | *<div id=3-124>[[De auto na 1945: Verklaring voor de mobiliteitsexplosie|[124]]] J.W. Schot, H.W. Lintsen en A. Rip in samenwerking met de redactie, 'Methode en opzet van het onderzoek,' in: Techniek in Nederland in de twintigste eeuw I; Techniek in ontwikkeling; Waterstaat; kantoor en informatietechnologie (Zutphen: Walburg Pers, 1998) 37-51, hier: 44-45.</div>
| + | |
| | | |
− | <br>
| |
− | <br>
| |
| | | |
− | <div id=TUeh12veiligheid>[[Veiligheid|Bronnen H15 Automobiliteit uit het boek 'Gedreven door Nieuwsgierigheid]]
| |
| | | |
− | * J. Wensted, ‘Beheerste kreukelzones maken auto veiliger’, in : Cursor, 9 juli 1994.
| |
| | | |
− | * J.S.H.M. Wismans e.a., Injury Biomechanics, collegedictaat TU/e, 2004.
| + | '''Landbouw en voeding in de 20e eeuw'''<br> |
| | | |
− | * W. Witteman, Improved Vehicle Crashworthiness Design by Control of the Energy Absorption for Different Collision Situations, Eindhoven 1999.
| + | [[Noten TIN20-3-H1|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H1]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H2|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H2]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H3|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H3]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H4|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H4]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H5|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H5]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H6|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H6]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H7|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H7]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H8|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H8]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H9|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H9]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H10|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H10]]<br><br> |
| | | |
− | * W. Witteman, ‘Slimme auto plooit zich naar botsing’, in: Natuur en Techniek, oktober 2000.
| + | |
| + | '''Transport en mobiliteit in de 20e eeuw'''<br> |
| + | |
| + | [[Noten H1|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H1]]<br> |
| + | [[Noten H2|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H2]]<br> |
| + | [[Noten H3|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H3]]<br> |
| + | [[Noten H4|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H4]]<br> |
| + | [[Noten H5|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H5]]<br> |
| + | [[Noten H6|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H6]]<br> |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | [[Noten Made in Holland|Made in Holland H12]]<br> |
| + | [[Noten Gedreven door Nieuwsgierigheid|Gedreven door Nieuwsgierigheid H15]]<br> |