|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
− | *<div id=6>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als avonturenmachine|[6]]] Gijs Mom, 'Civilized adventure as a remedy for nervous times: Early automobilism and fin the siecle culture', History of Technology (2001) pagina's </div>
| + | '''Landbouw en voeding in de 19e eeuw'''<br> |
− | *<div id=7>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[7]]]De meeste publicaties komen voort uit de nostalgische sfeer van de amateur (in de letterlijke betekenis van dit woord). Zo heeft de nog steeds bestaande pionier Automobielen Club (PAC) in de loop van zijn bestaan en aantal nuttige egodocumenten uitgegeven, zoals H.P.W. Dekkers, Historische belevenissen van een automobilist rond de eeuwwisseling (Baarn, 1979), J.P. Veening, Van Een cilinder Darracq tot Acht cilinder Horch (z.p., z.j.) en een door J. van Groningen verzorgde brochure "J. Huizinga, Mijn eerste autorit", terwijl hetzelfde PAC-lid door nauwkeurig graafwerk aanvullend materiaal naar boven wist te halen: J. van Groningen, Een gefrustreerde pionier (overdruk uit Tuf-Tuf (april 1983) 39-53). Er bestaan ook literaire verwerkingen van het autoreizen, zoals van de Belg Cyriel Buysse, Reizen van toen; Met de automobiel door Frankrijk (samengesteld en ingeleid door Luc van Doorslaer) (Antwerpen/Amsterdam: Manteau, 1992). Zie over de literaire en filmische verwerking van het autothema in het algemeen: Fons Alkemade, 'De auto in de Nederlandse literatuur en speelfilm,' (rapport in opdracht van de Stichting Historie der Techniek, augustus/september 2000). In de jaren zestig van de twintigste eeuw verschenen bovendien verscheidene popularisaties van de autogeschiedenis, meestal zonder bronnenverantwoording, zoals: Jaap Joppe, De auto in grootvaders tijd (Utrecht/Antwerpen: Pictura, 1961) en J.M. Fuchs, Die heerlijke auto's; De eerste halve eeuw autorijden in Nederland (Amsterdam: G.J.A. Ruys, 1970), terwijl in de sfeer van de geschiedenis van het reizen ook soms de auto of de autobus werd meegenomen: J.H.E. Reeskamp, Reizen en pleisteren (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1965) en J.M. Fuchs en W.J. Simons, De reizende mens; openbaar vervoer in grootmoeders tijd (Amsterdam: G.J.A. Ruys, 1968). Er bestaat geen wetenschappelijke geschiedenis van de Nederlandse auto-industrie. In de amateursfeer (zonder bronnenverantwoording) gelden M. Wallast, Historisch overzicht van de Nederlandse automobielindustrie (Den Haag: Omniboek, 1979) en Jan Lammerse, Autodesign in Nederland (Zwolle: Waanders Uitgevers, 1993) als standaardwerken. Zie voor de geschiedenis van het fameuze merk Spyker noot 2. </div>
| + | |
− | *<div id=8>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[8]]] Christoph Maria Merki, 'L'impact des sociétés sportives et touristiques sur le développement de l'automobilisme en Suisse (1898 - 1930),' in: Christophe Jaccoud, Yves Pedrazzini en Laurent Tissot, Sports suisses, sports en Suisse (plaats, 2001) pagina; Mom, Geschiedenis van de auto van morgen, 95 e.v.</div>
| + | [[Noten TIN19-1-H2|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H2]]<br> |
− | *<div id=9>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[9]]] Aertnijs, Hoe de auto in ons land kwam, 55-56.</div>
| + | [[Noten TIN19-1-H3|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H3]]<br> |
− | *<div id=10>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[10]]] Bijvoorbeeld: De Kampioen nr. 2 (8 januari 1904) 25-30, en ib., nr. 3 (15 januari 1904) 52-56.</div>
| + | [[Noten TIN19-1-H4|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H4]]<br> |
| + | [[Noten TIN19-1-H5|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H5]]<br> |
| + | [[Noten TIN19-1-H6|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H6]]<br> |
| + | [[Noten TIN19-1-H7|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H7]]<br><br> |
| + | |
| + | '''Transport en mobiliteit in de 19e eeuw'''<br> |
| + | [[Noten TIN19-2-H7|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel II H7]]<br><br> |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | '''Landbouw en voeding in de 20e eeuw'''<br> |
| + | |
| + | [[Noten TIN20-3-H1|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H1]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H2|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H2]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H3|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H3]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H4|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H4]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H5|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H5]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H6|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H6]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H7|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H7]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H8|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H8]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H9|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H9]]<br> |
| + | [[Noten TIN20-3-H10|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H10]]<br><br> |
| + | |
| + | |
| + | '''Transport en mobiliteit in de 20e eeuw'''<br> |
| + | |
| + | [[Noten H1|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H1]]<br> |
| + | [[Noten H2|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H2]]<br> |
| + | [[Noten H3|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H3]]<br> |
| + | [[Noten H4|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H4]]<br> |
| + | [[Noten H5|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H5]]<br> |
| + | [[Noten H6|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H6]]<br> |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | |
| + | [[Noten Made in Holland|Made in Holland H12]]<br> |
| + | [[Noten Gedreven door Nieuwsgierigheid|Gedreven door Nieuwsgierigheid H15]]<br> |