Beheersing van het brouwproces
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
De stoommachine was niet de enige vernieuwing op technisch gebied die aan het eind van de achttiende eeuw voor het eerst in de Britse brouwerijen werd toegepast. Van groot belang ook waren de introductie van de thermometer en de saccharometer. Evenals bij de stoommachine het geval was, hield hun gebruik direct verband met de schaalvergroting in de brouwnijverheid. In 1760 waren er vijf brouwerijen die per jaar meer dan 50.000 barrels van 163 liter produceerden. Twintig jaar later hadden zes bedrijven al een produktie van meer dan 80.000 barrel per jaar. Een mislukt brouwsel betekende voor de eigenaar van zo'n brouwerij een zware financiële tegenslag. Een zo gelijkmatig mogelijke produktie met zo min mogelijk risico's was voor deze ondernemers van groot belang. | De stoommachine was niet de enige vernieuwing op technisch gebied die aan het eind van de achttiende eeuw voor het eerst in de Britse brouwerijen werd toegepast. Van groot belang ook waren de introductie van de thermometer en de saccharometer. Evenals bij de stoommachine het geval was, hield hun gebruik direct verband met de schaalvergroting in de brouwnijverheid. In 1760 waren er vijf brouwerijen die per jaar meer dan 50.000 barrels van 163 liter produceerden. Twintig jaar later hadden zes bedrijven al een produktie van meer dan 80.000 barrel per jaar. Een mislukt brouwsel betekende voor de eigenaar van zo'n brouwerij een zware financiële tegenslag. Een zo gelijkmatig mogelijke produktie met zo min mogelijk risico's was voor deze ondernemers van groot belang. | ||
− | Bij hun streven om dit te bereiken, kregen zij vanaf rond 1750 de steun van enkele scheikundigen die meenden dat de door hen gevonden wetenschappelijke inzichten in de praktijk zouden moeten worden toegepast. Vanwege de aard van de werkzaamheden zagen deze scheikundigen brouwerijen en distilleerderijen als bijzonder geschikt voor hun doel. Deze bedrijven waren in zekere zin te beschouwen als grote laboratoria, schreef een van hen in het begin van de negentiende eeuw.[[Afbeelding: | + | Bij hun streven om dit te bereiken, kregen zij vanaf rond 1750 de steun van enkele scheikundigen die meenden dat de door hen gevonden wetenschappelijke inzichten in de praktijk zouden moeten worden toegepast. Vanwege de aard van de werkzaamheden zagen deze scheikundigen brouwerijen en distilleerderijen als bijzonder geschikt voor hun doel. Deze bedrijven waren in zekere zin te beschouwen als grote laboratoria, schreef een van hen in het begin van de negentiende eeuw.[[Afbeelding:TIN19_blz185.jpg|thumb|right|320px|Een aantal instrumenten die in de biernijverheid gebruikt werden]] |
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat rond 1800 en nog geruime tijd daarna van toepassing van wetenschappelijke kennis in de biernijverheid nauwelijks sprake was. Dit vooral omdat eenduidig wetenschappelijk inzicht in het brouwproces vrijwel ontbrak. Wel was het zo dat een aantal Britse brouwers in het tijdvak van 1760 tot 1790 enige door onderzoekers ontwikkelde instrumenten gingen gebruiken. De belangrijkste instrumenten waren, zoals gezegd, de thermometer en de saccharometer. | Hierbij moet wel worden opgemerkt dat rond 1800 en nog geruime tijd daarna van toepassing van wetenschappelijke kennis in de biernijverheid nauwelijks sprake was. Dit vooral omdat eenduidig wetenschappelijk inzicht in het brouwproces vrijwel ontbrak. Wel was het zo dat een aantal Britse brouwers in het tijdvak van 1760 tot 1790 enige door onderzoekers ontwikkelde instrumenten gingen gebruiken. De belangrijkste instrumenten waren, zoals gezegd, de thermometer en de saccharometer. | ||
Het gebruik van de thermometer in de brouwerij werd in Groot-Brittannië voor het eerst bepleit door de brouwer Michael Combrune in zijn in 1758 verschenen Essay on Brewing. Hij ontleende zijn kennis voornamelijk aan eerdere publikaties van dr. Peter Shaw, een vooraanstaand chemicus en arts, die ondermeer aan het Engelse hof verbonden was. Voor die tijd berustte de vaststelling van de temperatuur van het water in de brouwketels geheel op het oog of op het gevoel. Het water werd bijvoorbeeld geacht de juiste temperatuur te hebben wanneer de brouwer zich erin kon spiegelen. Of men moest er nog net zijn elleboog in kunnen houden. Bij een ambachtelijke wijze van werken met een kleine brouwkuip, leverde deze temperatuurbepaling geen al te grote problemen op. Was een brouwsel eens wat minder geslaagd, dan werd het in het ergste geval weggegooid. Maar bij de veel grotere brouwkuipen van de expanderende brouwers was een dergelijke verliespost een financiële ramp. Ongeveer dertig jaar na Combrunes publikatie was de thermometer vrij algemeen in gebruik in de Britse brouwerijen. | Het gebruik van de thermometer in de brouwerij werd in Groot-Brittannië voor het eerst bepleit door de brouwer Michael Combrune in zijn in 1758 verschenen Essay on Brewing. Hij ontleende zijn kennis voornamelijk aan eerdere publikaties van dr. Peter Shaw, een vooraanstaand chemicus en arts, die ondermeer aan het Engelse hof verbonden was. Voor die tijd berustte de vaststelling van de temperatuur van het water in de brouwketels geheel op het oog of op het gevoel. Het water werd bijvoorbeeld geacht de juiste temperatuur te hebben wanneer de brouwer zich erin kon spiegelen. Of men moest er nog net zijn elleboog in kunnen houden. Bij een ambachtelijke wijze van werken met een kleine brouwkuip, leverde deze temperatuurbepaling geen al te grote problemen op. Was een brouwsel eens wat minder geslaagd, dan werd het in het ergste geval weggegooid. Maar bij de veel grotere brouwkuipen van de expanderende brouwers was een dergelijke verliespost een financiële ramp. Ongeveer dertig jaar na Combrunes publikatie was de thermometer vrij algemeen in gebruik in de Britse brouwerijen. |