Conservering heet en koud
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | De conservenindustrie in haar verschillende [[begrippenlijst#Geleding| | + | [[Afbeelding:05_G357_V_3_6tiff.JPG|left|thumb|400px|In reclame mikten conservenfabrieken in de jaren twintig o.a. op kampeerders met de nadruk op hoe 'gemakkelijk' de produkten waren.]]De conservenindustrie in haar verschillende [[begrippenlijst#Geleding| |
geledingen]] bestond kort na de Tweede Wereldoorlog al bijna een eeuw, maar van een algemene doorbraak in de consumptie van blikconserven in de Nederlandse gezinshuishoudingen was geen sprake.(58)In de jaren twintig en dertig was het [[begrippenlijst#Wecken| | geledingen]] bestond kort na de Tweede Wereldoorlog al bijna een eeuw, maar van een algemene doorbraak in de consumptie van blikconserven in de Nederlandse gezinshuishoudingen was geen sprake.(58)In de jaren twintig en dertig was het [[begrippenlijst#Wecken| | ||
wecken]] in de huishoudens als verbeterde huishoudelijke conserveringstechniek in plaats van pekelen, drogen en roken bijzonder populair geworden. Deze populariteit was begrijpelijk wegens het betere behoud van de natuurlijke smaak van de producten en een mogelijkheid tot variatie in maaltijden die voordien onmogelijk was. Bovendien gebruikten huisvrouwen bij voorkeur de fijnere groenten als erwtjes en worteltjes voor de inmaak, waar eerder alleen de meer grove producten ter beschikking stonden. Geweckte voedingsmiddelen werden daarom vooral gebruikt op zon- en feestdagen en betekenden een zekere mate van luxe. De traditionele verduurzamingstechnieken, zoals pekelen en drogen, werden tussen 1920 en 1950 minder vaak toegepast. In 1952 en 1953 verduurzaamde meer dan negentig procent van de plattelandshuisvrouwen de voedselvoorraad.(59)Naast wecken werden ook inzouten, drogen en het maken van jam van groenten en vruchten regelmatig toegepast. Het vlees van de eigen slacht(varkens) werd, naast het wecken, ook gerookt en gedroogd. | wecken]] in de huishoudens als verbeterde huishoudelijke conserveringstechniek in plaats van pekelen, drogen en roken bijzonder populair geworden. Deze populariteit was begrijpelijk wegens het betere behoud van de natuurlijke smaak van de producten en een mogelijkheid tot variatie in maaltijden die voordien onmogelijk was. Bovendien gebruikten huisvrouwen bij voorkeur de fijnere groenten als erwtjes en worteltjes voor de inmaak, waar eerder alleen de meer grove producten ter beschikking stonden. Geweckte voedingsmiddelen werden daarom vooral gebruikt op zon- en feestdagen en betekenden een zekere mate van luxe. De traditionele verduurzamingstechnieken, zoals pekelen en drogen, werden tussen 1920 en 1950 minder vaak toegepast. In 1952 en 1953 verduurzaamde meer dan negentig procent van de plattelandshuisvrouwen de voedselvoorraad.(59)Naast wecken werden ook inzouten, drogen en het maken van jam van groenten en vruchten regelmatig toegepast. Het vlees van de eigen slacht(varkens) werd, naast het wecken, ook gerookt en gedroogd. |