Bekerelevators en bunkermachines
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
In het begin van de twintigste eeuw voltrok zich een belangrijke verschuiving van de aanvoer van Duitse kolen van het spoor naar de Rijnvaart, waardoor de aanschaf van een vierde [[begrippenlijst#Kolentip|kolentip]] werd afgeblazen. In het ertstransport verdween het vervoer per spoor zelfs bijna geheel door een schaalvergroting van rijnschepen, waardoor vervoer per spoor niet langer concurrerend was: de Rijnvaart werd tot vijfmaal zo goedkoop.(23)De verschuiving in het kolentransport, waar het spoor overigens wel een [[begrippenlijst#Substantieel|substantieel]] marktaandeel behield, werd mede veroorzaakt door wijzigingen in de overslagtechniek. De verschuiving van spoor naar Rijnvaart impliceerde ook dat de gemeente Rotterdam niet langer optrad als [[begrippenlijst#Innovatie|innovator]]. Particuliere ondernemingen namen die rol over, maar dat ging wel gepaard met processen van [begrippenlijst#Horizontale concentratie|horizontale concentratie]] in de handel en [begrippenlijst#Vertikale integratie|verticale integratie]] tussen handel en overslag. | In het begin van de twintigste eeuw voltrok zich een belangrijke verschuiving van de aanvoer van Duitse kolen van het spoor naar de Rijnvaart, waardoor de aanschaf van een vierde [[begrippenlijst#Kolentip|kolentip]] werd afgeblazen. In het ertstransport verdween het vervoer per spoor zelfs bijna geheel door een schaalvergroting van rijnschepen, waardoor vervoer per spoor niet langer concurrerend was: de Rijnvaart werd tot vijfmaal zo goedkoop.(23)De verschuiving in het kolentransport, waar het spoor overigens wel een [[begrippenlijst#Substantieel|substantieel]] marktaandeel behield, werd mede veroorzaakt door wijzigingen in de overslagtechniek. De verschuiving van spoor naar Rijnvaart impliceerde ook dat de gemeente Rotterdam niet langer optrad als [[begrippenlijst#Innovatie|innovator]]. Particuliere ondernemingen namen die rol over, maar dat ging wel gepaard met processen van [begrippenlijst#Horizontale concentratie|horizontale concentratie]] in de handel en [begrippenlijst#Vertikale integratie|verticale integratie]] tussen handel en overslag. | ||
− | Een eerste concentratie vond plaats in 1892.(24)Toen werd namelijk de firma P.W. Louwman te Rotterdam belast met de overlading van kolen uit spoorwagons en rijnaken voor het Kokssyndikat, een samenwerkingsverband van Duitse mijnen. Het is [[begrippenlijst#Plausibel|plausibel]] dat dit contract en de groei van de kolenhandel de basis vormden voor de mechanisatie die in 1898 door Louwman tot stand werd gebracht. Louwman bedacht dat hij de fijne exportkolen in plaats van met bakken beter met | + | Een eerste concentratie vond plaats in 1892.(24)Toen werd namelijk de firma P.W. Louwman te Rotterdam belast met de overlading van kolen uit spoorwagons en rijnaken voor het Kokssyndikat, een samenwerkingsverband van Duitse mijnen. Het is [[begrippenlijst#Plausibel|plausibel]] dat dit contract en de groei van de kolenhandel de basis vormden voor de mechanisatie die in 1898 door Louwman tot stand werd gebracht. Louwman bedacht dat hij de fijne exportkolen in plaats van met bakken beter met [[De overslag van graan|'''bekerelevators''']] uit het binnenschip kon baggeren, net als zand, om het vervolgens rechtstreeks in het zeeschip te laden. Louwman liet daartoe enige baggermolens ombouwen. Deze apparaten zorgden niet voor een volledige mechanisering, want ze vergden in ieder geval nog handarbeid voor het voeden van de [[begrippenlijst#Elevator|elevators]] in de scheepsruimen.(25) |
In 1893 kwam een nog veel sterker en breder verbond van Duitse mijnen tot stand, het Rheinisch-Westfälische Kohlensyndikat.(26)Het syndicaat was sterk gericht op het transport van kolen per spoor en verdeelde het afzetgebied in 37 districten, waaronder Nederland. De in 1896 opgerichte Steenkolen-Handelsvereeniging (SHV) verkreeg het monopolie voor de afzet van per spoor aangevoerde kolen van het syndicaat in Nederland. De SHV was een samenwerkingsverband van acht Nederlandse kolenhandelaren, dat gevestigd werd in het spoorwegknooppunt Utrecht. Twee oprichters van de SHV, de zwagers H.A. van Beuningen en D.G. Bingham, waren tevens spoorwegbeambten. | In 1893 kwam een nog veel sterker en breder verbond van Duitse mijnen tot stand, het Rheinisch-Westfälische Kohlensyndikat.(26)Het syndicaat was sterk gericht op het transport van kolen per spoor en verdeelde het afzetgebied in 37 districten, waaronder Nederland. De in 1896 opgerichte Steenkolen-Handelsvereeniging (SHV) verkreeg het monopolie voor de afzet van per spoor aangevoerde kolen van het syndicaat in Nederland. De SHV was een samenwerkingsverband van acht Nederlandse kolenhandelaren, dat gevestigd werd in het spoorwegknooppunt Utrecht. Twee oprichters van de SHV, de zwagers H.A. van Beuningen en D.G. Bingham, waren tevens spoorwegbeambten. |