Melkpak opnieuw ter discussie
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
Gelijktijdig met de opmars van het melkpak groeide ook de aandacht voor milieuvervuiling. De eenmalige verpakking riep nu opnieuw weerstand op. Producenten en grrootgebruikers van eenmalig verpakkingsmateriaal liet dit niet onberoerd. ‘Wanneer nu bekend is, dat 1/3 deel van het huishoudelijk afval bestaat uit verpakkingen, dan is het begrijpelijk, dat juist die industrieën, die hun producten verpakt aan de consument afleveren, zich dienen te verdiepen in de problematiek van verpakkingsafval. Dat zo’n industrie ook de consumptiemelkindustrie is, behoeft nauwelijks betoog.’[[Noten TIN20-3-H7#7-61|<sup>[61]</sup>]] De Stichting Verpakking en Milieu, een initiatief van producenten en industriële gebruikers van eenmalig verpakkingsmateriaal, verzocht de Centrale Verpakkingscommissie van de zuivelindustrie om onderzoek te verrichten naar economische en milieuvriendelijke manieren van verwerking en vernietiging van gebruikt eenmalig verpakkingsmateriaal.[[Noten TIN20-3-H7#7-62|<sup>[62]</sup>]] De Centrale Verpakkingscommissie becijferde dat het aandeel van het melkverpakkingsafval in het totaal van het stedelijke afval en in het totaal van het verpakkingsafval in 1970 gering was, respectievelijk 0,4 en 1,3%(zie tabel 7.3).[[Noten TIN20-3-H7#7-63|<sup>[63]</sup>]] | Gelijktijdig met de opmars van het melkpak groeide ook de aandacht voor milieuvervuiling. De eenmalige verpakking riep nu opnieuw weerstand op. Producenten en grrootgebruikers van eenmalig verpakkingsmateriaal liet dit niet onberoerd. ‘Wanneer nu bekend is, dat 1/3 deel van het huishoudelijk afval bestaat uit verpakkingen, dan is het begrijpelijk, dat juist die industrieën, die hun producten verpakt aan de consument afleveren, zich dienen te verdiepen in de problematiek van verpakkingsafval. Dat zo’n industrie ook de consumptiemelkindustrie is, behoeft nauwelijks betoog.’[[Noten TIN20-3-H7#7-61|<sup>[61]</sup>]] De Stichting Verpakking en Milieu, een initiatief van producenten en industriële gebruikers van eenmalig verpakkingsmateriaal, verzocht de Centrale Verpakkingscommissie van de zuivelindustrie om onderzoek te verrichten naar economische en milieuvriendelijke manieren van verwerking en vernietiging van gebruikt eenmalig verpakkingsmateriaal.[[Noten TIN20-3-H7#7-62|<sup>[62]</sup>]] De Centrale Verpakkingscommissie becijferde dat het aandeel van het melkverpakkingsafval in het totaal van het stedelijke afval en in het totaal van het verpakkingsafval in 1970 gering was, respectievelijk 0,4 en 1,3%(zie tabel 7.3).[[Noten TIN20-3-H7#7-63|<sup>[63]</sup>]] | ||
− | [[Afbeelding:Tabel_7,3.jpg|thumb|right| | + | [[Afbeelding:Tabel_7,3.jpg|thumb|right|350px|Omvang van het aandeel van melkverpakking vergeleken met de omvang van verpakkingsafval in Nederland, 1970.]] |
Volgens de Centrale Verpakkingscommissie leverde de verwerking van het melkverpakkingsafval geen enkel milieuprobleem op, hoewel de verbranding van kunststoffen met een twee tot drie maal hogere calorische waarde dan gewoon papier, hogere eisen stelde aan de capaciteit van de verbrandingsinstallaties. Het melkverpakkingsafval dat wél een milieuprobleem vormde, was volgens de Centrale Verpakkingscommissie het zwerfvuil. Volgens de commissie zou een grootscheepse opvoedingscampagne een oplossing hiervoor zijn. Ook het gebruik van schaarse grondstoffen, het energieverbruik en de samenstelling van verpakkingsmateriaal kwam in de aandacht te staan; de overheid speelde hierbij een belangrijke rol. Zo zette ze in het midden van de jaren zeventig de eerste voorzichtige stappen in de richting van een verbod op de verwerking van bepaalde materialen en grondstoffen in (eenmalige) verpakkingen en stimuleerdeze retoursystemen voor bijvoorbeeld ‘wegwerpflessen’.[[Noten TIN20-3-H7#7-64|<sup>[64]</sup>]] [[Afbeelding:05_G357_V_7_10cor1.JPG|thumb|400px|left|Vooral de milieuargumenten leidden van het retoursysteem leidden tot de glasbak en de statiegeldflessen.]] | Volgens de Centrale Verpakkingscommissie leverde de verwerking van het melkverpakkingsafval geen enkel milieuprobleem op, hoewel de verbranding van kunststoffen met een twee tot drie maal hogere calorische waarde dan gewoon papier, hogere eisen stelde aan de capaciteit van de verbrandingsinstallaties. Het melkverpakkingsafval dat wél een milieuprobleem vormde, was volgens de Centrale Verpakkingscommissie het zwerfvuil. Volgens de commissie zou een grootscheepse opvoedingscampagne een oplossing hiervoor zijn. Ook het gebruik van schaarse grondstoffen, het energieverbruik en de samenstelling van verpakkingsmateriaal kwam in de aandacht te staan; de overheid speelde hierbij een belangrijke rol. Zo zette ze in het midden van de jaren zeventig de eerste voorzichtige stappen in de richting van een verbod op de verwerking van bepaalde materialen en grondstoffen in (eenmalige) verpakkingen en stimuleerdeze retoursystemen voor bijvoorbeeld ‘wegwerpflessen’.[[Noten TIN20-3-H7#7-64|<sup>[64]</sup>]] [[Afbeelding:05_G357_V_7_10cor1.JPG|thumb|400px|left|Vooral de milieuargumenten leidden van het retoursysteem leidden tot de glasbak en de statiegeldflessen.]] | ||
De maatschappelijke discussie over omvang en samenstelling van het huisvuil en het grondstoffen- en energieverbruik zorgde voor een herwaardering van de glazen melkfles. Het melkpak werd symbool van grondstoffen- en energieverspilling en milieuvervuiling. De zuivel- en de verpakkingsindustrie verweerden zich met onderzoek en publicaties waaruit het tegendeel zou moeten blijken. Het melkpak zou meer voor- dan nadelen opleveren in vergelijking met de melkfles, waarvan de productie, de inname, de reiniging en de afvalverwerking meer energie zouden vergen dan de productie en vernietiging van het melkpak. Bovendien zou de reiniging van de glazen melkfles meer afval (koelwater- en reinigingswater) opleveren dan de productie en de verbranding van de eenmalige ‘kartonnen’ verpakking bij elkaar. Kartonnen melkverpakking leverde verder een kwalitatief betere en meer smaakvolle melk op dan glazen melkverpakking, vooral omdat kartonnen melkverpakking het zonlicht geen kans gaf om in te werken op de voedingswaarde, de smaak en het vitaminegehalte van melk.[[Noten TIN20-3-H7#7-65|<sup>[65]</sup>]] | De maatschappelijke discussie over omvang en samenstelling van het huisvuil en het grondstoffen- en energieverbruik zorgde voor een herwaardering van de glazen melkfles. Het melkpak werd symbool van grondstoffen- en energieverspilling en milieuvervuiling. De zuivel- en de verpakkingsindustrie verweerden zich met onderzoek en publicaties waaruit het tegendeel zou moeten blijken. Het melkpak zou meer voor- dan nadelen opleveren in vergelijking met de melkfles, waarvan de productie, de inname, de reiniging en de afvalverwerking meer energie zouden vergen dan de productie en vernietiging van het melkpak. Bovendien zou de reiniging van de glazen melkfles meer afval (koelwater- en reinigingswater) opleveren dan de productie en de verbranding van de eenmalige ‘kartonnen’ verpakking bij elkaar. Kartonnen melkverpakking leverde verder een kwalitatief betere en meer smaakvolle melk op dan glazen melkverpakking, vooral omdat kartonnen melkverpakking het zonlicht geen kans gaf om in te werken op de voedingswaarde, de smaak en het vitaminegehalte van melk.[[Noten TIN20-3-H7#7-65|<sup>[65]</sup>]] |