Oorlog en distributie van voedsel

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 17: Regel 17:
 
'''Producenten: boeren en voedingsmiddelenbedrijven'''
 
'''Producenten: boeren en voedingsmiddelenbedrijven'''
  
Het Rijksgraanbureau regelde de graanafzet en -verdeling centraal. Boeren werden gedwongen hun oogsten van granen, zaden en aardappelen aan de regering af te staan en kregen teeltbeperkingen en -geboden opgelegd. In 1918 werd op boeren bijvoorbeeld grote druk uitgeoefend om weidegrond te ‘scheuren’ voor het telen van koren.  
+
Het Rijksgraanbureau regelde de graanafzet en -verdeling centraal. Boeren werden gedwongen hun oogsten van granen, zaden en aardappelen aan de regering af te staan en kregen teeltbeperkingen en -geboden opgelegd. In 1918 werd op boeren bijvoorbeeld grote druk uitgeoefend om weidegrond te [[Begrippenlijst#Scheuren |‘scheuren’]] voor het telen van koren.  
 +
 
 +
Sommige voedingsmiddelenbedrijven hadden echter baat bij de oorlog en maakten soms grote winsten. De [[Industrialisering van de voedselproductie: vlees en vleesconserven|'''vleesfabriek''']] van Hartog kon het voltallige personeel van 191 mensen gedurende de gehele oorlog handhaven en maakte in 1917 1,4 miljoen gulden winst; pas in 1918 kwamen afdelingen stil te liggen.[[Noten TIN20-3-H2#2-87|<sup>[87]</sup>]]
  
Sommige voedingsmiddelenbedrijven hadden echter baat bij de oorlog en maakten soms grote winsten. De vleesfabriek van Hartog kon het voltallige personeel van 191 mensen gedurende de gehele oorlog handhaven en maakte in 1917 1,4 miljoen gulden winst; pas in 1918 kwamen afdelingen stil te liggen.[[Noten TIN20-3-H2#2-87|<sup>[87]</sup>]]
 
 
[[Afbeelding:05_G357_V_2_9cor1.JPG|thumb|480px|right|Transport van aardappelen in Amsterdam in 1917 onder begeleiding van militairen.]]
 
[[Afbeelding:05_G357_V_2_9cor1.JPG|thumb|480px|right|Transport van aardappelen in Amsterdam in 1917 onder begeleiding van militairen.]]
  
Regel 25: Regel 26:
 
'''Weerstanden bij de consument'''
 
'''Weerstanden bij de consument'''
  
Wat waren de gevolgen voor de consumenten? Onder invloed van de heersende schaarste legde de overheid de prijzen en de consumptie van basisartikelen zoals brood aan banden. Het Rijksgraanbureau trad op als broodfabrikant en distributeur. Het grauwgrijze "regeeringsbrood" werd verstrekt tegen betaalbare prijzen, soms zelfs onder de kostprijs. De fabrikant was zeer zuinig met de beschikbare grondstoffen en mengde voor het bakken meel van tarwe, rijst en aardappelen. Door bleken en toepassing van andere experimentele methoden slaagde hij erin het brood een steeds witter uiterlijk te geven, hetgeen de bezwaren van een aantal consumenten tegen het oorlogsproduct wegnam.[[Noten TIN20-3-H2#2-88|<sup>[88]</sup>]] Toen de schaarste vanaf 1916 toenam, gingen het brood op de bon, evenals meel, boter, kaas, eieren en andere voedingsmiddelen, alsmede brandstoffen. Naast regeringsmelk waren ook regeringsvet en -vis (schol, schelvis) beschikbaar gesteld.[[Noten TIN20-3-H2#2-89|<sup>[89]</sup>]]   
+
Wat waren de gevolgen voor de consumenten? Onder invloed van de heersende schaarste legde de overheid de prijzen en de consumptie van basisartikelen zoals brood aan banden. Het Rijksgraanbureau trad op als broodfabrikant en distributeur. Het grauwgrijze "regeeringsbrood" werd verstrekt tegen betaalbare prijzen, soms zelfs onder de kostprijs. De fabrikant was zeer zuinig met de beschikbare grondstoffen en mengde voor het bakken meel van tarwe, rijst en aardappelen. Door bleken en toepassing van andere experimentele methoden slaagde hij erin het brood een steeds witter uiterlijk te geven, hetgeen de bezwaren van een aantal consumenten tegen het oorlogsproduct wegnam.[[Noten TIN20-3-H2#2-88|<sup>[88]</sup>]]  
 +
 
 +
Toen de schaarste vanaf 1916 toenam, gingen het brood op de bon, evenals meel, boter, kaas, eieren en andere voedingsmiddelen, alsmede brandstoffen. Naast regeringsmelk waren ook regeringsvet en -vis (schol, schelvis) beschikbaar gesteld.[[Noten TIN20-3-H2#2-89|<sup>[89]</sup>]]   
  
  
Regel 34: Regel 37:
 
'''Raadgevingen voor de consument'''
 
'''Raadgevingen voor de consument'''
  
In Amsterdam schreven de invloedrijke kooklerares Martine Wittop-Koning en haar collega’s van het huishoudonderwijs talloze brochures met raadgevingen over de vervaardiging van surrogaten voor koffie, thee en andere producten in eigen keuken (zie kader ). Ze informeerden huisvrouwen tevens over verlenging van de houdbaarheid van de (intussen zeer kostbaar geworden) voedingsmiddelen.[[Noten TIN20-3-H2#2-90|<sup>[90]</sup>]]  Plattelandsbewoners konden in tegenstelling tot stadsbewoners terugvallen op zelfvoorziening, waardoor daar de schaarste minder nijpend was.  
+
In Amsterdam schreven de invloedrijke [[Kooklerares tijdens de Eerste Wereldoorlog|'''kooklerares''']] Martine Wittop-Koning en haar collega’s van het huishoudonderwijs talloze brochures met raadgevingen over de vervaardiging van [[Begrippenlijst#Surrogaat|surrogaten]] voor koffie, thee en andere producten in eigen keuken (zie kader ). Ze informeerden huisvrouwen tevens over verlenging van de houdbaarheid van de (intussen zeer kostbaar geworden) voedingsmiddelen.[[Noten TIN20-3-H2#2-90|<sup>[90]</sup>]]   
 +
Plattelandsbewoners konden in tegenstelling tot stadsbewoners terugvallen op zelfvoorziening, waardoor daar de schaarste minder nijpend was.  
  
  
 
'''Achteruitgang voedingstoestand en aardappeloproeren'''
 
'''Achteruitgang voedingstoestand en aardappeloproeren'''
  
Uit budgetonderzoek bleek dat de voedingstoestand van groepen met lage inkomens achteruitging. Een commissie van de Centrale Gezondheidsraad ontkende echter ook dat van ondervoeding kon worden gesproken. Deze mening werd door vertegenwoordigers van de Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunst sterk betwist; ook later is de juistheid van de rapportage in twijfel getrokken.[[Noten TIN20-3-H2#2-91|<sup>[91]</sup>]] Zeker is dat de minstvermogenden op het eind van de oorlog vaak weer terugvielen in de eenzijdige eentonigheid van de maaltijd die ze pas achter zich hadden gelaten. Dat aardappelen voor de maaltijden nog steeds de basis vormden, bleek uit de
+
Uit budgetonderzoek bleek dat de voedingstoestand van groepen met lage inkomens achteruitging. Een commissie van de Centrale Gezondheidsraad ontkende echter ook dat van ondervoeding kon worden gesproken. Deze mening werd door vertegenwoordigers van de Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunst sterk betwist; ook later is de juistheid van de rapportage in twijfel getrokken.[[Noten TIN20-3-H2#2-91|<sup>[91]</sup>]]  
aardappeloproeren in de steden in 1917, waarvan de ernstigste in Rotterdam en Amsterdam plaatsvonden, waarbij huisvrouwen voor Engeland gereedliggende aardappelschepen bestormden en leeghaalden. Er vonden hongeropstootjes plaats, winkels werden geplunderd en bij het politieoptreden vielen doden en gewonden. De rust keerde pas weer nadat de aardappelrantsoenen waren verhoogd.[[Noten TIN20-3-H2#2-92|<sup>[92]</sup>]]  
+
 
 +
Zeker is dat de minstvermogenden op het eind van de oorlog vaak weer terugvielen in de eenzijdige eentonigheid van de maaltijd die ze pas achter zich hadden gelaten. Dat aardappelen voor de maaltijden nog steeds de basis vormden, bleek uit de aardappeloproeren in de steden in 1917, waarvan de ernstigste in Rotterdam en Amsterdam plaatsvonden, waarbij huisvrouwen voor Engeland gereedliggende aardappelschepen bestormden en leeghaalden. Er vonden hongeropstootjes plaats, winkels werden geplunderd en bij het politieoptreden vielen doden en gewonden. De rust keerde pas weer nadat de aardappelrantsoenen waren verhoogd.[[Noten TIN20-3-H2#2-92|<sup>[92]</sup>]]  
  
  
 
'''Sociale effecten distributie'''
 
'''Sociale effecten distributie'''
  
De distributiemaatregelen hadden ook een andere, onbedoelde invloed op de consumptie. Omdat de distributie de voedingsmiddelen voor iedereen, arm of rijk, stad of platteland en ongeacht welke regio, beschikbaar stelde, had ze een [[begrippenlijst#Egaliseren|
+
De distributiemaatregelen hadden ook een andere, onbedoelde invloed op de consumptie. Omdat de distributie de voedingsmiddelen voor iedereen, arm of rijk, stad of platteland en ongeacht welke regio, beschikbaar stelde, had ze een [[begrippenlijst#Egaliseren|egaliserende]] invloed.  
egaliserende]] invloed.  
+
  
Consumenten konden, naast de vaste rantsoenen brood, meel en suiker, kennis maken met niet eerder geproefde industriële waren zoals blikconserven, puddingpoeder, macaroni en jam.[[Noten TIN20-3-H2#2-93|<sup>[93]</sup>]] Ook suiker, gebruikt in de plaats van stroop, was voor sommige regio’s nieuw. Bedrijven die door de exportmaatregelen met hun afzet bleven zitten, zoals fabrieken voor [[begrippenlijst#Condenseren|
+
Consumenten konden, naast de vaste rantsoenen brood, meel en suiker, kennis maken met niet eerder geproefde industriële waren zoals blikconserven, puddingpoeder, macaroni en [[Industrialisering van de voedselproductie: groenten en fruit|'''jam''']].[[Noten TIN20-3-H2#2-93|<sup>[93]</sup>]]  
gecondenseerde]] melk en melkpoeder, probeerden deze via de overheid aan het publiek te verkopen. Melk was immers schaars in de steden, omdat de veehouders hun dieren wegens gebrek aan voeder hadden moeten slachten. Toch was de binnenlandse afzet van melkpoeder geen groot succes.  
+
Ook suiker, gebruikt in de plaats van stroop, was voor sommige regio’s nieuw. Bedrijven die door de exportmaatregelen met hun afzet bleven zitten, zoals fabrieken voor [[begrippenlijst#Condenseren|
 +
gecondenseerde]] melk en melkpoeder, probeerden deze via de overheid aan het publiek te verkopen. [[Melkconsumptie en consumenten|'''Melk''']] was immers schaars in de steden, omdat de veehouders hun dieren wegens gebrek aan voeder hadden moeten slachten. Toch was de binnenlandse afzet van melkpoeder geen groot succes.  
  
  
'''De Eerste Wereldoorlog als katalysator'''
+
'''De Eerste Wereldoorlog als [[Begrippenlijst#Katalysator|katalysator]]'''
  
De oorlog had ook effecten op de technische en economische ontwikkeling.[[Noten TIN20-3-H2#2-94|<sup>[94]</sup>]]Allereerst indirect. Via de contingenteringsdwang door de NOT brachten de overheidsmaatregelen een concentratiegolf in het bedrijfsleven teweeg, waardoor alleen de grotere ondernemingen overleefden. Deze konden investeren in technische innovaties. Gebrek aan grondstoffen had bedrijven voorts gestimuleerd te zoeken naar surrogaten of nieuwe producten.  
+
De oorlog had ook effecten op de technische en economische ontwikkeling.[[Noten TIN20-3-H2#2-94|<sup>[94]</sup>]]Allereerst indirect. Via de [[Begrippenlijst#Contingentering|contingentering]]sdwang door de NOT brachten de overheidsmaatregelen een concentratiegolf in het bedrijfsleven teweeg, waardoor alleen de grotere ondernemingen overleefden. Deze konden investeren in technische innovaties. Gebrek aan grondstoffen had bedrijven voorts gestimuleerd te zoeken naar surrogaten of nieuwe producten.  
  
  
Zo nam De Coöperatieve Condensfabriek Friesland, opgericht in 1913, in verband met het verbod op de suikerexport, in 1917 twee nieuwe producten in bewerking: ongesuikerde gesteriliseerde melk en melkpoeder. Hiervoor moest de fabriek eerst de benodigde technieken en machines bestuderen en aanschaffen.[[Noten TIN20-3-H2#2-95|<sup>[95]</sup>]] Toen de blikschaarste aanhield, stapte de conservenindustrie voor de verpakking van de waren veelal over van blik op glas. Gebrek aan grondstoffen voor brood en beschuit stimuleerde [[Industrialisering van voedsel: brood, koek en banket|'''Verkade''']] nieuwe producten te fabriceren, zoals bonbons en chocolaatjes. De fabricage van biscuits werd ter hand genomen omdat de aanvoer uit Engeland was gestopt.[[Noten TIN20-3-H2#2-96|<sup>[96]</sup>]]  
+
Zo nam De Coöperatieve Condensfabriek Friesland, opgericht in 1913, in verband met het verbod op de suikerexport, in 1917 twee nieuwe producten in bewerking: ongesuikerde gesteriliseerde melk en melkpoeder. Hiervoor moest de fabriek eerst de benodigde technieken en machines bestuderen en aanschaffen.[[Noten TIN20-3-H2#2-95|<sup>[95]</sup>]]
 +
Toen de blikschaarste aanhield, stapte de conservenindustrie voor de verpakking van de waren veelal over van [[Blik, glas en papier|'''blik op glas''']]. Gebrek aan grondstoffen voor brood en beschuit stimuleerde [[Industrialisering van voedsel: brood, koek en banket|'''Verkade''']] nieuwe producten te fabriceren, zoals bonbons en chocolaatjes. De fabricage van biscuits werd ter hand genomen omdat de aanvoer uit Engeland was gestopt.[[Noten TIN20-3-H2#2-96|<sup>[96]</sup>]]  
  
  
Net als de landbouwcrisis in de jaren tachtig en negentig van de negentiende eeuw fungeerde de Eerste Wereldoorlog als katalysator van de modernisering en industrialisering van de productie- en consumptieschakels van de voedingsmiddelenketen en van het assortiment. De pogingen tot [[begrippenlijst#Reguleren|regulering]] van de keten door de overheid waren daarbij een nieuw fenomeen en van groot belang.
+
Net als de landbouwcrisis in de jaren tachtig en negentig van de negentiende eeuw fungeerde de Eerste Wereldoorlog als katalysator van de modernisering en industrialisering van de productie- en consumptieschakels van de voedingsmiddelenketen en van het assortiment. De pogingen tot [[begrippenlijst#Reguleren|regulering]] van de keten door de overheid waren daarbij een nieuw [[Begrippenlijst#Fenomeen|fenomeen]] en van groot belang.

Huidige versie van 13 apr 2008 om 14:14