De Nederlandsche Handel-Maatschappij
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Handel speelt in op bedrijfsvoering raffinadeurs''' | '''Handel speelt in op bedrijfsvoering raffinadeurs''' | ||
− | + | Voor het succes van de stoomgedreven [[begrippenlijst#Raffinaderij|raffinaderijen]], en zeker voor expansieve bedrijven als dat van [[Expansief ondernemen|'''De Bruyn''']], was de Nederlandsche Handel-Maatschappij onmisbaar. In de jaren '30 besloot de Handel-Maatschappij alle [[begrippenlijst#Indische-cultures|Indische cultures]] nieuw leven in te blazen, waarbij de [[Suikeraccijns|'''suiker''']] speciale aandacht kreeg. Om de raffinadeurs ter wille te zijn, hield de nhm haar suikerveilingen ongeveer elke twee à drie maanden, met minstens vijf publieke verkopingen per jaar. Aldus hoefden de raffinadeurs per keer niet meer zulke grote hoeveelheden ineens aan te kopen, waarmee grote sommen gelds renteloos vast kwamen te liggen. Dit waren algemene beleidslijnen die al waren vastgelegd voordat er van massale stoomraffinage in Nederland sprake was. | |
− | Voor het succes van de stoomgedreven [[begrippenlijst#Raffinaderij|raffinaderijen]], en zeker voor expansieve bedrijven als dat van De Bruyn, was de Nederlandsche Handel-Maatschappij onmisbaar. In de jaren '30 besloot de Handel-Maatschappij alle [[begrippenlijst#Indische cultures|Indische cultures]] nieuw leven in te blazen, waarbij de suiker speciale aandacht kreeg. Om de raffinadeurs ter wille te zijn, hield de nhm haar suikerveilingen ongeveer elke twee à drie maanden, met minstens vijf publieke verkopingen per jaar. Aldus hoefden de raffinadeurs per keer niet meer zulke grote hoeveelheden ineens aan te kopen, waarmee grote sommen gelds renteloos vast kwamen te liggen. Dit waren algemene beleidslijnen die al waren vastgelegd voordat er van massale stoomraffinage in Nederland sprake was. | + | |
De wisselwerking tussen handel en raffinadeurs werd echter bijzonder spannend omstreeks 1840. | De wisselwerking tussen handel en raffinadeurs werd echter bijzonder spannend omstreeks 1840. | ||
Uit eigener beweging was de Handel-Maatschappij al enige tijd bezig om de Javaanse [[begrippenlijst#Ruwsuikerfabricage|ruwsuikerfabricage]] te moderniseren en daarmee kwam een groeiende hoeveelheid suiker naar Nederland. | Uit eigener beweging was de Handel-Maatschappij al enige tijd bezig om de Javaanse [[begrippenlijst#Ruwsuikerfabricage|ruwsuikerfabricage]] te moderniseren en daarmee kwam een groeiende hoeveelheid suiker naar Nederland. | ||
− | |||
Regel 12: | Regel 10: | ||
'''Afhankelijkheid van grote afnemers''' | '''Afhankelijkheid van grote afnemers''' | ||
+ | Die had eventueel ook goed door de tientallen kleine raffinaderijen verwerkt kunnen worden, maar er waren ondertussen enkele [[Reacties in Nederland|'''grote afnemers''']] gekomen: Rupe, De Bruyn, Beuker & Hulshoff. In 1836 lijkt het alsof de nhm eigenlijk meer suiker aanvoerde dan zij verwachtte te kunnen verkopen. Het voorgaande jaar waren er 82.625 fusten Javasuiker verkocht, nu had men bijna 104.000 fusten kunnen verkopen: | ||
− | |||
[[Afbeelding:TIN19_blz230.jpg|thumb|420px|left|Imposant torende de Nederlandsche Suikerraffinaderij uit boven de omgeving]] | [[Afbeelding:TIN19_blz230.jpg|thumb|420px|left|Imposant torende de Nederlandsche Suikerraffinaderij uit boven de omgeving]] | ||
'' 'Tot het [[begrippenlijst#Debiet|debiet]] dier ontzettende aanvoeren heeft in groote mate bijgedragen de zeer sterke consumtie der raffinaderijen en bepaaldelijk van die door stoom gedrevenen, welke door de lage prijzen waartoe dezelve hun geraffineerd kunnen afzetten, tegen Engeland hebben kunnen concurreeren, niet alleen in de uitvoer naar de Middellandsche Zee en elders, doch zelfs op de Engelsche markten zelve, alwaar zij hunne suikers vier schellingen beneden het aldaar geraffineerde konden plaatsen.' '' [[Noten TIN19-1-H7#7-68|<sup>[68]</sup>]] | '' 'Tot het [[begrippenlijst#Debiet|debiet]] dier ontzettende aanvoeren heeft in groote mate bijgedragen de zeer sterke consumtie der raffinaderijen en bepaaldelijk van die door stoom gedrevenen, welke door de lage prijzen waartoe dezelve hun geraffineerd kunnen afzetten, tegen Engeland hebben kunnen concurreeren, niet alleen in de uitvoer naar de Middellandsche Zee en elders, doch zelfs op de Engelsche markten zelve, alwaar zij hunne suikers vier schellingen beneden het aldaar geraffineerde konden plaatsen.' '' [[Noten TIN19-1-H7#7-68|<sup>[68]</sup>]] | ||
− | Twee jaar later was de directie al gewend aan deze afnemers, er werd zelfs geconstateerd dat stoombedrijven meer konden verwerken dan wat de nhm uit Java aanvoerde. Dus men maakte zich geen zorgen over een toekomstige toename van de rietsuikerproductie op Java, te meer omdat ook Duitsland een grote afnemer van ruwe suiker aan het worden was.[[Noten TIN19-1-H7#7-69|<sup>[69]</sup>]] Aan dat laatste kwam overigens na een jaar alweer een einde.[[Noten TIN19-1-H7#7-70|<sup>[70]</sup>]] Toen had de Handel-Maatschappij 187.000 fusten aangevoerd op haar zes veilingen, en bij gebrek aan Duitse afnemers en met dalende Europese suikerprijzen had de directie gevreesd voor een rampzalig jaar. Dat viel mee dankzij | + | Twee jaar later was de directie al gewend aan deze afnemers, er werd zelfs geconstateerd dat stoombedrijven meer konden verwerken dan wat de nhm uit Java aanvoerde. Dus men maakte zich geen zorgen over een toekomstige toename van de rietsuikerproductie op Java, te meer omdat ook Duitsland een grote afnemer van ruwe suiker aan het worden was.[[Noten TIN19-1-H7#7-69|<sup>[69]</sup>]] |
+ | Aan dat laatste kwam overigens na een jaar alweer een einde.[[Noten TIN19-1-H7#7-70|<sup>[70]</sup>]] | ||
+ | Toen had de Handel-Maatschappij 187.000 fusten aangevoerd op haar zes veilingen, en bij gebrek aan Duitse afnemers en met dalende Europese suikerprijzen had de directie gevreesd voor een rampzalig jaar. Dat viel mee dankzij | ||
'' 'de twee voornaamste koopers, eigenaars der beide zoo uitgestrekte stoomraffinaderijen','' | '' 'de twee voornaamste koopers, eigenaars der beide zoo uitgestrekte stoomraffinaderijen','' | ||
− | maar enige bezorgdheid klinkt al door in de toevoeging dat de nhm daar | + | maar enige bezorgdheid klinkt al door in de toevoeging dat de nhm daar '' 'meer en meer cijnsbaar' '' aan werd. |
+ | [[Noten TIN19-1-H7#7-71|<sup>[71]</sup>]] | ||
− | + | Die huiver wordt duidelijker in 1840, toen de hele aanvoer op de april-veiling in Rotterdam voor het grootste deel was verkocht aan de stoom-raffinadeurs | |
− | + | ||
− | + | ||
'' 'van welke de uitslag der suiker-veilingen, zoo als bekend is, maar al te zeer afhankelijk wordt.' ''[[Noten TIN19-1-H7#7-72|<sup>[72]</sup>]] | '' 'van welke de uitslag der suiker-veilingen, zoo als bekend is, maar al te zeer afhankelijk wordt.' ''[[Noten TIN19-1-H7#7-72|<sup>[72]</sup>]] | ||
− | |||
− | |||
'''Druk op nhm verder opgevoerd''' | '''Druk op nhm verder opgevoerd''' | ||
− | |||
Tot een confrontatie kwam het dan in 1841. De De Bruyns probeerden toen òf, en hoe sterk, ze de Handel-Maatschappij onder druk konden zetten. De directie van de nhm ontving een voorstel om van tevoren de koopprijs te regelen voor de suiker die de raffinadeurs op de drie komende veilingen zouden komen kopen. Tegenover een prijskorting zouden de heren De Bruyn dan een soepele tussentijdse betalingsregeling stellen. Dit voorstel viel evenwel volkomen verkeerd bij de directie: het werd | Tot een confrontatie kwam het dan in 1841. De De Bruyns probeerden toen òf, en hoe sterk, ze de Handel-Maatschappij onder druk konden zetten. De directie van de nhm ontving een voorstel om van tevoren de koopprijs te regelen voor de suiker die de raffinadeurs op de drie komende veilingen zouden komen kopen. Tegenover een prijskorting zouden de heren De Bruyn dan een soepele tussentijdse betalingsregeling stellen. Dit voorstel viel evenwel volkomen verkeerd bij de directie: het werd | ||
Regel 53: | Regel 49: | ||
Fisler & Tetterode 325 | Fisler & Tetterode 325 | ||
+ | |||
[[Afbeelding:Kookpannen_Suikerindustrie.jpg|thumb|380px|right|Kookpannen suikerindustrie]] | [[Afbeelding:Kookpannen_Suikerindustrie.jpg|thumb|380px|right|Kookpannen suikerindustrie]] | ||
Regel 60: | Regel 57: | ||
'' 'vooral omdat het schijnt dat De Bruyn, wiens ondernemingsgeest geene grenzen kent, het voornemen heeft om naar een monopolie op de suikermarkt te streven.' '' [[Noten TIN19-1-H7#7-76|<sup>[76]</sup>]] | '' 'vooral omdat het schijnt dat De Bruyn, wiens ondernemingsgeest geene grenzen kent, het voornemen heeft om naar een monopolie op de suikermarkt te streven.' '' [[Noten TIN19-1-H7#7-76|<sup>[76]</sup>]] | ||
− | |||
Regel 66: | Regel 62: | ||
'''Expansie en voorschotten''' | '''Expansie en voorschotten''' | ||
− | + | Het is merkwaardig dat in precies deze periode waarin De Bruyn enorme voorschotten nodig had, de expansie van hun raffinaderij onverminderd voortging. Ook in de volgende jaren, toen de nieuwbouw op het [[begrippenlijst#Bolwerk|Bolwerk]] Osdorp en de oprichting van de [[begrippenlijst#Hollandsche-Gaz-fabryk|Hollandsche Gaz-fabryk]] in volle gang waren, werd er doorlopend onderhandeld met de nhm over kredieten. In de nieuwe [[begrippenlijst#nv|nv]] Nederlandsche Suikerraffinaderij is te zien bij wie de De Bruyns zoal in het krijt stonden, want de crediteuren werden er aandeelhouder naar rato van hun vorderingen. De belangrijkste zijn enkele handelshuizen: | |
− | Het is merkwaardig dat in precies deze periode waarin De Bruyn enorme voorschotten nodig had, de expansie van hun raffinaderij onverminderd voortging. Ook in de volgende jaren, toen de nieuwbouw op het [[begrippenlijst#Bolwerk|Bolwerk]] Osdorp en de oprichting van de [[begrippenlijst#Hollandsche Gaz-fabryk|Hollandsche Gaz-fabryk]] in volle gang waren, werd er doorlopend onderhandeld met de nhm over kredieten. In de nieuwe [[begrippenlijst#nv|nv]] | + | |
Nederlandsche Handel-Maatschappij fl 462.000 | Nederlandsche Handel-Maatschappij fl 462.000 | ||
Regel 84: | Regel 79: | ||
Verder waren er nog enkele machinefabrieken, zoals de Engelse firma Butterley & Cie te Alfreton (f 60.000), J. Zimmer te Amsterdam (f 16.000), Van Vlissingen, Dudok van Heel (f 15.000). | Verder waren er nog enkele machinefabrieken, zoals de Engelse firma Butterley & Cie te Alfreton (f 60.000), J. Zimmer te Amsterdam (f 16.000), Van Vlissingen, Dudok van Heel (f 15.000). | ||
− | |||
Regel 90: | Regel 84: | ||
'''Financiering van kapitaalgoederen en voorraden''' | '''Financiering van kapitaalgoederen en voorraden''' | ||
− | + | Uit de lotgevallen van de Nederlandsche Suikerraffinaderij blijkt dat de financiering van dergelijke ondernemingen een hoofdstuk apart vormde.[[Noten TIN19-1-H7#7-77|<sup>[77]</sup>]] | |
− | Uit de lotgevallen van de Nederlandsche Suikerraffinaderij blijkt dat de financiering van dergelijke ondernemingen een hoofdstuk apart vormde.[[Noten TIN19-1-H7#7-77|<sup>[77]</sup>]] De grote kapitaalbehoefte was gedeeltelijk het gevolg van de dure gebouwen en machines, die voor 2 miljoen op de balans stonden. Minstens zo belangrijk was echter het geld dat noodgedwongen vastlag in voorraden (ruwe) suiker die hoorden bij de grote omzet waar de raffinadeur naar streefde. Die omzet moest hij wel halen om zijn investeringen rendabel te maken en een grote productie wilde hij maken omdat de markt ertoe uitnodigde. De grondstof- en productprijzen fluctueerden, wat hem de kans tot winstgevende speculatie gaf. | + | De grote kapitaalbehoefte was gedeeltelijk het gevolg van de dure gebouwen en machines, die voor 2 miljoen op de balans stonden. Minstens zo belangrijk was echter het geld dat noodgedwongen vastlag in voorraden (ruwe) suiker die hoorden bij de grote omzet waar de raffinadeur naar streefde. Die omzet moest hij wel halen om zijn investeringen rendabel te maken en een grote productie wilde hij maken omdat de markt ertoe uitnodigde. De grondstof- en productprijzen fluctueerden, wat hem de kans tot winstgevende speculatie gaf. |
Toch raakte de Nederlandsche Suikerraffinaderij na tien jaar weer in de versukkeling. In 1861 werd de fabriek aan de Looiersgracht verkocht aan de nieuwe nv Hollandsche Suikerraffinaderij[[Noten TIN19-1-H7#7-78|<sup>[78]</sup>]] , die op het Bolwerk Osdorp ging in 1877 over op de nv Amstel Suikerraffinaderij.[[Noten TIN19-1-H7#7-79|<sup>[79]</sup>]] | Toch raakte de Nederlandsche Suikerraffinaderij na tien jaar weer in de versukkeling. In 1861 werd de fabriek aan de Looiersgracht verkocht aan de nieuwe nv Hollandsche Suikerraffinaderij[[Noten TIN19-1-H7#7-78|<sup>[78]</sup>]] , die op het Bolwerk Osdorp ging in 1877 over op de nv Amstel Suikerraffinaderij.[[Noten TIN19-1-H7#7-79|<sup>[79]</sup>]] |