Transport van bagage

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 1: Regel 1:
De voor het functioneren van het stationsgebouw wellicht belangrijkste techniek die diende te worden ingebouwd, was die voor het transport van reizigersbagage. In het geval van Schiphol leverde dit grote problemen op, vanwege de eerder gemaakte keuze voor een verticale scheiding van aankomende en vertrekkende passagiers, gekoppeld aan het inrichten van een bagagekelder onder het stationsgebouw. Voor het koffertransport ging het om twee systemen: één voor het vervoer van koffers van aankomende reizigers vanuit de bagagekelder naar de douanehal en één voor het transport van koffers van vertrekkende reizigers vanaf de incheckbalie.  
+
De voor het functioneren van [[Het ontwerp voor een nieuw stationsgebouw|'''het stationsgebouw''']] wellicht belangrijkste techniek die diende te worden ingebouwd, was die voor het transport van reizigersbagage. In het geval van Schiphol leverde dit grote problemen op, vanwege de eerder gemaakte keuze voor een verticale scheiding van aankomende en vertrekkende passagiers, gekoppeld aan het inrichten van een bagagekelder onder het stationsgebouw. Voor het koffertransport ging het om twee systemen: één voor het vervoer van koffers van aankomende reizigers vanuit de bagagekelder naar de douanehal en één voor het transport van koffers van vertrekkende reizigers vanaf de incheckbalie.  
  
 
Het realiseren van een goed werkend bagagesysteem bleek niet eenvoudig. In het nieuwe stationsgebouw zou alle bagage op kelderniveau worden behandeld, maar de aankomst- en de douanehal waren gelijkvloers geprojecteerd, terwijl de vertrekhal op de eerste verdieping zou komen. Deze keuze compliceerde het koffertransport. Vanwege het hoogteverschil lagen [[begrippenlijst#Lineair|lineaire]] transportbanden eigenlijk het meest voor de hand. Hieraan kleefde echter het bezwaar dat de eindstukken van de transportbanden snel verstopt zouden raken met onafgenomen bagage.  
 
Het realiseren van een goed werkend bagagesysteem bleek niet eenvoudig. In het nieuwe stationsgebouw zou alle bagage op kelderniveau worden behandeld, maar de aankomst- en de douanehal waren gelijkvloers geprojecteerd, terwijl de vertrekhal op de eerste verdieping zou komen. Deze keuze compliceerde het koffertransport. Vanwege het hoogteverschil lagen [[begrippenlijst#Lineair|lineaire]] transportbanden eigenlijk het meest voor de hand. Hieraan kleefde echter het bezwaar dat de eindstukken van de transportbanden snel verstopt zouden raken met onafgenomen bagage.  
 
Uit de Verenigde Staten waren daarnaast carrouselsystemen bekend, bestaande uit rondgaande schakelbanden die de niet-afgenomen bagage weer mee terug namen, het bagagegedeelte van het stationsgebouw in. Een dergelijk systeem vereiste echter dat het gehele proces gelijkvloers zou worden ingericht. Het probleem spitste zich daarom toe op het vinden van een zodanige combinatie van lineair transport en een bagagecarrousel, dat het mogelijk zou zijn het hoogteverschil naar de douanehal te overbruggen en de koffers dáár rond te laten gaan. Het lastigst hierbij was het overwinnen van de hoogte tussen de verdiepingen.
 
Uit de Verenigde Staten waren daarnaast carrouselsystemen bekend, bestaande uit rondgaande schakelbanden die de niet-afgenomen bagage weer mee terug namen, het bagagegedeelte van het stationsgebouw in. Een dergelijk systeem vereiste echter dat het gehele proces gelijkvloers zou worden ingericht. Het probleem spitste zich daarom toe op het vinden van een zodanige combinatie van lineair transport en een bagagecarrousel, dat het mogelijk zou zijn het hoogteverschil naar de douanehal te overbruggen en de koffers dáár rond te laten gaan. Het lastigst hierbij was het overwinnen van de hoogte tussen de verdiepingen.
 +
 
[[afbeelding:05_J8_74.JPG|thumb|450px|left|Vanwege het toenemende vrachtvervoer vroeg Schiphol steeds meer om nieuwe technieken.]]  
 
[[afbeelding:05_J8_74.JPG|thumb|450px|left|Vanwege het toenemende vrachtvervoer vroeg Schiphol steeds meer om nieuwe technieken.]]  
  
Regel 15: Regel 16:
  
 
Voor iedere vertrekkende vlucht werden karren naast de carrousel geplaatst waarop de bagage met het betreffende vluchtnummer kon worden overgeladen.[[Noten H6#6-92|<sup>[92]</sup>]]
 
Voor iedere vertrekkende vlucht werden karren naast de carrousel geplaatst waarop de bagage met het betreffende vluchtnummer kon worden overgeladen.[[Noten H6#6-92|<sup>[92]</sup>]]
De karren met bagage moesten op hun beurt naar het platform worden vervoerd. Het ontwerp voor de bagagekelder voorzag daartoe in een tweetal hellingbanen. Er werd lang gepraat over de juiste hoek hiervoor. Deze bleek weer afhankelijk van de tractiesterkte van de te bestellen bagagewagentjes. Ten slotte werd één hellingstel gebouwd dwars onder de middenpier. De neer- en opgangen kregen ieder een verval van 1:15, zodat toch kon worden volstaan met wagentjes die voorzien waren van elektrische tractie. Dat bespaarde dan weer geld voor een ventilatiesysteem in de kelder.[[Noten H6#6-93|<sup>[93]</sup>]]
+
De karren met bagage moesten op hun beurt naar het platform worden vervoerd. Het ontwerp voor de bagagekelder voorzag daartoe in een tweetal hellingbanen. Er werd lang gepraat over de juiste hoek hiervoor. Deze bleek weer afhankelijk van de [[Begrippenlijst#Tractie|tractiesterkte]] van de te bestellen bagagewagentjes. Ten slotte werd één hellingstel gebouwd dwars onder de middenpier. De neer- en opgangen kregen ieder een verval van 1:15, zodat toch kon worden volstaan met wagentjes die voorzien waren van elektrische tractie. Dat bespaarde dan weer geld voor een ventilatiesysteem in de kelder.[[Noten H6#6-93|<sup>[93]</sup>]]

Huidige versie van 13 mei 2008 om 15:13