De uitvinding van een nieuwe voedingsvet

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 6: Regel 6:
  
 
[[Afbeelding:TIN19_blz138.jpg|thumb|right|380px|Productieschema van de margarine]]
 
[[Afbeelding:TIN19_blz138.jpg|thumb|right|380px|Productieschema van de margarine]]
 
  
  
Regel 17: Regel 16:
  
 
Ook beweerde Jurgens de uitvinding [[Begrippenlijst#Patenten|'gepatenteerd']] te hebben in Frankrijk en Engeland, respectievelijk het land waar de grondstoffen aanvankelijk vandaan kwamen en het land waarop de export gericht zou worden. Uit octrooi-overzichten blijkt echter dat Mège Mouriès in 1869 zowel in Frankrijk als Engeland [[begrippenlijst#Octrooi|octrooi]] heeft aangevraagd en ook heeft gekregen - wij zullen daar later nog uitgebreid op terugkomen. In Nederland had Jurgens vrij spel, omdat hier sinds 1869 geen octrooiwet meer van kracht was en uitvindingen dus niet beschermd waren.
 
Ook beweerde Jurgens de uitvinding [[Begrippenlijst#Patenten|'gepatenteerd']] te hebben in Frankrijk en Engeland, respectievelijk het land waar de grondstoffen aanvankelijk vandaan kwamen en het land waarop de export gericht zou worden. Uit octrooi-overzichten blijkt echter dat Mège Mouriès in 1869 zowel in Frankrijk als Engeland [[begrippenlijst#Octrooi|octrooi]] heeft aangevraagd en ook heeft gekregen - wij zullen daar later nog uitgebreid op terugkomen. In Nederland had Jurgens vrij spel, omdat hier sinds 1869 geen octrooiwet meer van kracht was en uitvindingen dus niet beschermd waren.
 
  
  
Regel 23: Regel 21:
 
'''Mège Mouriès en de feiten'''
 
'''Mège Mouriès en de feiten'''
  
 
+
Nu was Hippolyte Mège Mouriès in ieder geval niet de tragische persoon die Jurgens ervan heeft gemaakt. Het [[Begrippenlijst#Cliche|cliché]]beeld van de wereldvreemde geleerde, die geen droog brood te eten had en berooid aan zijn einde kwam, zoals gecultiveerd in de Jurgens overlevering, correspondeert niet met de feiten.  
Nu was Hippolyte Mège Mouriès in ieder geval niet de tragische persoon die Jurgens ervan heeft gemaakt. Het clichébeeld van de wereldvreemde geleerde, die geen droog brood te eten had en berooid aan zijn einde kwam, zoals gecultiveerd in de Jurgens overlevering, correspondeert niet met de feiten.  
+
  
 
Mège had ervaring met octrooien: in Frankrijk had hij er vóór 1869 al achttien ingediend en ook voor de praktische c.q. financiële kant van zijn uitvindersarbeid had hij aandacht. Met name aan het margarine-octrooi heeft hij goed verdiend.
 
Mège had ervaring met octrooien: in Frankrijk had hij er vóór 1869 al achttien ingediend en ook voor de praktische c.q. financiële kant van zijn uitvindersarbeid had hij aandacht. Met name aan het margarine-octrooi heeft hij goed verdiend.
Regel 30: Regel 27:
 
Mège's belangrijkste ontdekking, de uitvinding van de kunstboter, deed hij in opdracht van de Franse regering. Keizer Napoleon III nam Mège in de jaren zestig in dienst en gaf hem de opdracht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden om voedingsmiddelen te verbeteren. Rond 1866 werd de doelstelling van zijn werk nader toegespitst: het bereiden van een product dat boter kan vervangen en dat bovendien goedkoop is en lang houdbaar.[[Noten TIN19-1-H5#5-9|<sup>[9]</sup>]]  
 
Mège's belangrijkste ontdekking, de uitvinding van de kunstboter, deed hij in opdracht van de Franse regering. Keizer Napoleon III nam Mège in de jaren zestig in dienst en gaf hem de opdracht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden om voedingsmiddelen te verbeteren. Rond 1866 werd de doelstelling van zijn werk nader toegespitst: het bereiden van een product dat boter kan vervangen en dat bovendien goedkoop is en lang houdbaar.[[Noten TIN19-1-H5#5-9|<sup>[9]</sup>]]  
  
De keizer hechtte veel belang aan de uitvinding van een vervangingsmiddel voor boter: de marine had behoefte aan een lang houdbaar voedingsvet en bovendien wilde hij de arbeidersklasse in de Franse steden voorzien van een goed botersurrogaat. De Franse regering had zich al geruime tijd zorgen gemaakt over de sterk gestegen boterprijzen. In 1850 werd de beste kwaliteit boter in Parijs verkocht voor 2 fr. 13 per kilo, de minste soort voor 1 fr. 48. Ten tijde van Mèges octrooi, in 1869, lagen die bedragen op respectievelijk 3 fr. 48 en 2 fr. 36.[[Noten TIN19-1-H5#5-10|<sup>[10]</sup>]]  Hierdoor was het product buiten het bereik van steeds grotere bevolkingsgroepen gekomen.[[Afbeelding:TIN19_blz139_links.jpg|thumb|340px|left|Het vroegste model van een [[begrippenlijst#Karnen|karn]]]]
+
De keizer hechtte veel belang aan de uitvinding van een vervangingsmiddel voor boter: de marine had behoefte aan een lang houdbaar voedingsvet en bovendien wilde hij de arbeidersklasse in de Franse steden voorzien van een goed boter[[Begrippenlijst#Surrogaat|surrogaat]]. De Franse regering had zich al geruime tijd zorgen gemaakt over de sterk gestegen boterprijzen. In 1850 werd de beste kwaliteit boter in Parijs verkocht voor 2 fr. 13 per kilo, de minste soort voor 1 fr. 48. Ten tijde van Mèges octrooi, in 1869, lagen die bedragen op respectievelijk 3 fr. 48 en 2 fr. 36.[[Noten TIN19-1-H5#5-10|<sup>[10]</sup>]]   
 +
Hierdoor was het product buiten het bereik van steeds grotere bevolkingsgroepen gekomen.
 +
 
 +
[[Afbeelding:TIN19_blz139_links.jpg|thumb|340px|left|Het vroegste model van een [[begrippenlijst#Karnen|karn]]]]
  
 
De Franse regering had al langer belangstelling getoond voor het ontwikkelen van betere en goedkope voedingsmiddelen, en zag zich daarin gesteund door scheikundigen als Mège en anderen. Voordat hij zich specifiek op het boteronderzoek richtte, had Mège al octrooien gekregen voor broodfabricage en voor mousserende wijn.[[Noten TIN19-1-H5#5-11|<sup>[11]</sup>]] In Frankrijk stond het chemisch onderzoek op het gebied van oliën en vetten op een hoog niveau en Mège Mouriès kon voortbouwen op de wetenschappelijke kennis van enkele decennia.  
 
De Franse regering had al langer belangstelling getoond voor het ontwikkelen van betere en goedkope voedingsmiddelen, en zag zich daarin gesteund door scheikundigen als Mège en anderen. Voordat hij zich specifiek op het boteronderzoek richtte, had Mège al octrooien gekregen voor broodfabricage en voor mousserende wijn.[[Noten TIN19-1-H5#5-11|<sup>[11]</sup>]] In Frankrijk stond het chemisch onderzoek op het gebied van oliën en vetten op een hoog niveau en Mège Mouriès kon voortbouwen op de wetenschappelijke kennis van enkele decennia.  
Regel 38: Regel 38:
 
Zijn benadering was ongeveer als volgt. Een goed vervangingsmiddel voor boter moet zoveel mogelijk op echte boter lijken, in smaak, smeerbaarheid en geschiktheid voor bakken, braden, het maken van sauzen en dergelijke. Daarmee vielen meteen allerlei bestaande vetten af, die wegens hun eigenschappen niet als grondstof konden dienen. Daarom zocht Mège een oplossing die zo dicht mogelijk in de buurt kwam van echt botervet en hij gebruikte de beesten op La Faisanderie om te ontdekken hoe echt botervet ontstaat. Een aantal melkkoeien gaf hij een tijdlang geen voedsel en na verloop van tijd gingen ze minder melk geven. Opmerkelijk was dat die melk nog wel steeds botervet bevatte en hij trok hieruit de conclusie dat melkvet eigenlijk ontstaat uit het lichaamsvet van koeien, dat via het bloed in de uier terecht komt. Onder normale omstandigheden zou dat afgescheiden vet weer aangevuld worden via het voer. Zijn volgende stap was om een proces te maken waarin hij nabootste wat er in het organisme van een koe gebeurt: de omzetting van lichaamsvet, onder invloed van warmte en natuurlijk aanwezige stoffen, in botervet.
 
Zijn benadering was ongeveer als volgt. Een goed vervangingsmiddel voor boter moet zoveel mogelijk op echte boter lijken, in smaak, smeerbaarheid en geschiktheid voor bakken, braden, het maken van sauzen en dergelijke. Daarmee vielen meteen allerlei bestaande vetten af, die wegens hun eigenschappen niet als grondstof konden dienen. Daarom zocht Mège een oplossing die zo dicht mogelijk in de buurt kwam van echt botervet en hij gebruikte de beesten op La Faisanderie om te ontdekken hoe echt botervet ontstaat. Een aantal melkkoeien gaf hij een tijdlang geen voedsel en na verloop van tijd gingen ze minder melk geven. Opmerkelijk was dat die melk nog wel steeds botervet bevatte en hij trok hieruit de conclusie dat melkvet eigenlijk ontstaat uit het lichaamsvet van koeien, dat via het bloed in de uier terecht komt. Onder normale omstandigheden zou dat afgescheiden vet weer aangevuld worden via het voer. Zijn volgende stap was om een proces te maken waarin hij nabootste wat er in het organisme van een koe gebeurt: de omzetting van lichaamsvet, onder invloed van warmte en natuurlijk aanwezige stoffen, in botervet.
  
Zijn [[begrippenlijst#Empirisch|empirische]] bevindingen en de conclusies die hij daarop baseerde, legden de basis voor zijn methode om kunstboter te maken. Het procedé, dat hij in juli 1869 in Frankrijk[[Noten TIN19-1-H5#5-12|<sup>[12]</sup>]] en Engeland octrooieerde en kort daarop in een kleine fabriek in Poissy in werking zette, bestond uit twee onderdelen: het maken van de vette grondstof, die hij oleomargarine noemde, en het bereiden van het uiteindelijke botersubstituut.
+
Zijn [[begrippenlijst#Empirisch|empirische]] bevindingen en de conclusies die hij daarop baseerde, legden de basis voor zijn methode om kunstboter te maken. Het procedé, dat hij in juli 1869 in Frankrijk[[Noten TIN19-1-H5#5-12|<sup>[12]</sup>]] en Engeland octrooieerde en kort daarop in een kleine fabriek in Poissy in werking zette, bestond uit twee onderdelen: het maken van de vette grondstof, die hij oleomargarine noemde, en het bereiden van het uiteindelijke boter[[Begrippenlijst#Substituut|substituut]].

Huidige versie van 1 apr 2008 om 18:41