Suikeraccijns
Van Techniek in Nederland
Regel 36: | Regel 36: | ||
Bij de [[begrippenlijst#Suikerconventie|Suikerconventie]] van 1864 waren regeringsvertegenwoordigers van Frankrijk, Engeland, Nederland, België en het Duitse [[begrippenlijst#Tolverbond|Tolverbond]] betrokken geweest, ieder gesteund door wetenschappelijk adviseurs. Om tot enige vergelijkbaarheid te komen van de uiteenlopende nationale accijnstarieven, was standaardisatie nodig. Welke typen van ruwe suiker bestonden er? Hoe verhield de [[begrippenlijst#Klassering|klassering]] van de Franse douane zich tot die van de Nederlandse? Was Duitse ruwe bietsuiker van type A, die bij export een vergoeding kreeg van 6 Mark, vergelijkbaar met Franse koloniale rietsuiker van type B, waarop een invoerrecht van 18 francs werd geheven? | Bij de [[begrippenlijst#Suikerconventie|Suikerconventie]] van 1864 waren regeringsvertegenwoordigers van Frankrijk, Engeland, Nederland, België en het Duitse [[begrippenlijst#Tolverbond|Tolverbond]] betrokken geweest, ieder gesteund door wetenschappelijk adviseurs. Om tot enige vergelijkbaarheid te komen van de uiteenlopende nationale accijnstarieven, was standaardisatie nodig. Welke typen van ruwe suiker bestonden er? Hoe verhield de [[begrippenlijst#Klassering|klassering]] van de Franse douane zich tot die van de Nederlandse? Was Duitse ruwe bietsuiker van type A, die bij export een vergoeding kreeg van 6 Mark, vergelijkbaar met Franse koloniale rietsuiker van type B, waarop een invoerrecht van 18 francs werd geheven? | ||
− | Meteen bij de eerste vergadering werd besloten om een wetenschappelijk geijkte, algemene [[begrippenlijst#Standaard|standaard]] te ontwikkelen. Er eerst werd een nauwkeurig onderscheid gemaakt naar de suikerkwaliteit. Ruwe suiker werd sindsdien op kleur beoordeeld, en daar werd een [[begrippenlijst#Raffinaderendement|raffinaderendement]] aan gekoppeld. De kleurnuances die daarvoor als standaard werden aangehouden, waren ontleend aan de kwaliteitsklassen die de [[begrippenlijst#Nederlandsche-Handel-Maatschappij|Nederlandsche Handel-Maatschappij]] sinds 1839 hanteerde op haar suikerveilingen. Deze veilingen waren zo toonaangevend dat de deelnemers besloten om de nhm-standaard van twintig kleuren wetenschappelijk te [[Begrippenlijst#IJken|ijken]] en zo nodig te corrigeren.(zie tabel 7.2) | + | Meteen bij de eerste vergadering werd besloten om een wetenschappelijk geijkte, algemene [[begrippenlijst#Standaard|standaard]] te ontwikkelen. Er eerst werd een nauwkeurig onderscheid gemaakt naar de suikerkwaliteit. Ruwe suiker werd sindsdien op kleur beoordeeld, en daar werd een [[begrippenlijst#Raffinaderendement|raffinaderendement]] aan gekoppeld. De kleurnuances die daarvoor als standaard werden aangehouden, waren ontleend aan de kwaliteitsklassen die de [[begrippenlijst#Nederlandsche-Handel-Maatschappij|Nederlandsche Handel-Maatschappij]] sinds 1839 hanteerde op haar suikerveilingen. Deze [[De Nederlandsche Handel-Maatschappij|'''veilingen''']] waren zo toonaangevend dat de deelnemers besloten om de nhm-standaard van twintig kleuren wetenschappelijk te [[Begrippenlijst#IJken|ijken]] en zo nodig te corrigeren.(zie tabel 7.2) |
Regel 42: | Regel 42: | ||
− | Ruwe bietsuiker kwam naar analogie van rietsuiker voor accijnsheffing in aanmerking. De fabrikant moest het bedrag waarvoor de staat hem aansloeg, zelf verhalen op zijn afnemer, de raffinadeur. | + | [[De bietsuikerindustrie|'''Ruwe bietsuiker''']] kwam naar analogie van rietsuiker voor accijnsheffing in aanmerking. De fabrikant moest het bedrag waarvoor de staat hem aansloeg, zelf verhalen op zijn afnemer, de raffinadeur. |
De staat vond het ongepast om de exacte productie van elke suikerfabriek in het pakhuis te komen controleren, en dus werd, net als bij de raffinaderijen, een indirecte methode gehanteerd. De hoeveelheid en concentratie van het suikersap dat het productieproces inging, werd in elke fabriek doorlopend gedurende de campagne opgenomen - zover vond de overheid dat zij nog wel mocht gaan. | De staat vond het ongepast om de exacte productie van elke suikerfabriek in het pakhuis te komen controleren, en dus werd, net als bij de raffinaderijen, een indirecte methode gehanteerd. De hoeveelheid en concentratie van het suikersap dat het productieproces inging, werd in elke fabriek doorlopend gedurende de campagne opgenomen - zover vond de overheid dat zij nog wel mocht gaan. |