Voorlichting en consumentenbescherming
Van Techniek in Nederland
Regel 13: | Regel 13: | ||
'''Initiatieven van middenklassevrouwen''' | '''Initiatieven van middenklassevrouwen''' | ||
− | Tot de eerste groepen die het middenveld gingen vormen tussen producent en consument, behoorden de [[wetenschap en de definitie van kwaliteit|'''kook- en huishoudleraressen''']]. Deze gedreven en idealistische middenklassevrouwen hadden er hun beroep van gemaakt andere vrouwen (van gelijke of lagere klassen) te onderwijzen in moderne methoden van huishouden en [[Begrippenlijst# | + | Tot de eerste groepen die het middenveld gingen vormen tussen producent en consument, behoorden de [[wetenschap en de definitie van kwaliteit|'''kook- en huishoudleraressen''']]. Deze gedreven en idealistische middenklassevrouwen hadden er hun beroep van gemaakt andere vrouwen (van gelijke of lagere klassen) te onderwijzen in moderne methoden van huishouden en [[Begrippenlijst#Rationaliseren|rationele]], ‘wetenschappelijke’ bereiding van spijzen. Uit hun gelederen werden de deskundigen geworven die de nieuwe voorlichtingsorganisaties en -instituties gingen bemensen. |
‘Kennis is macht’ was in deze kring een voorname stelregel, die ook gold voor de dames georganiseerd in de Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen (NVvH). Ook zij wierpen zich op als huishoudelijke voorlichtsters. Een deel van beide groepen vrouwen werd gegrepen door de internationaal verbreide ‘beweging voor de rationalisering van het huishouden’, geïnspireerd door het brede [[Begrippenlijst#Efficiency|efficiency]]streven in bedrijfsleven en cultuur. Door het huishouden op te vatten als bedrijf met bijbehorende rationele organisatietechnieken, probeerden de [[Begrippenlijst#Protagonist|protagonisten]] van de beweging innovaties te propageren. De principes van de beweging zijn te vinden in de handboeken, waarvan De nieuwe huishouding het meest bekend is geworden.[[Noten TIN20-3-H3#3-23|<sup>[23]</sup>]] | ‘Kennis is macht’ was in deze kring een voorname stelregel, die ook gold voor de dames georganiseerd in de Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen (NVvH). Ook zij wierpen zich op als huishoudelijke voorlichtsters. Een deel van beide groepen vrouwen werd gegrepen door de internationaal verbreide ‘beweging voor de rationalisering van het huishouden’, geïnspireerd door het brede [[Begrippenlijst#Efficiency|efficiency]]streven in bedrijfsleven en cultuur. Door het huishouden op te vatten als bedrijf met bijbehorende rationele organisatietechnieken, probeerden de [[Begrippenlijst#Protagonist|protagonisten]] van de beweging innovaties te propageren. De principes van de beweging zijn te vinden in de handboeken, waarvan De nieuwe huishouding het meest bekend is geworden.[[Noten TIN20-3-H3#3-23|<sup>[23]</sup>]] | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
'''Keurmerk''' | '''Keurmerk''' | ||
− | Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de NVvH in 1926 het Instituut Voor Huishoudtechnisch Advies (IVHA) oprichtte. Het doel ervan was artikelen op hun bruikbaarheid te testen en na goedkeuring te voorzien van een keurmerk, geen vreemde gedachte in een tijdvak waarin het streven naar controle, erkenning en [[Begrippenlijst# | + | Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de NVvH in 1926 het Instituut Voor Huishoudtechnisch Advies (IVHA) oprichtte. Het doel ervan was artikelen op hun bruikbaarheid te testen en na goedkeuring te voorzien van een keurmerk, geen vreemde gedachte in een tijdvak waarin het streven naar controle, erkenning en [[Begrippenlijst#Standaard|standaardisering]] van innovaties groot was.[[Noten TIN20-3-H3#3-24|<sup>[24]</sup>]] |
Het NVvH-keurmerk kreeg, net als het Rijksboterkeurmerk en vele [[Het merkartikel|'''merkartikelen''']] van voedingsmiddelenfabrikanten, grote bekendheid. In 1935 werd de NVvH zelfs op grond van ‘bewezen deskundigheid’ ingeschakeld bij de voorbereiding van het Jam- en Limonadebesluit in de Warenwet. Toch moest de vereniging uiteindelijk het complexe terrein van de controle op voedingsmiddelen aan de [[Warenwet en vleeskeuringswet|'''Keuringsdiensten''']] laten.[[Noten TIN20-3-H3#3-25|<sup>[25]</sup>]] | Het NVvH-keurmerk kreeg, net als het Rijksboterkeurmerk en vele [[Het merkartikel|'''merkartikelen''']] van voedingsmiddelenfabrikanten, grote bekendheid. In 1935 werd de NVvH zelfs op grond van ‘bewezen deskundigheid’ ingeschakeld bij de voorbereiding van het Jam- en Limonadebesluit in de Warenwet. Toch moest de vereniging uiteindelijk het complexe terrein van de controle op voedingsmiddelen aan de [[Warenwet en vleeskeuringswet|'''Keuringsdiensten''']] laten.[[Noten TIN20-3-H3#3-25|<sup>[25]</sup>]] | ||
Regel 37: | Regel 37: | ||
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gaf de stoot tot de oprichting, in 1941, van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding van de Voedingsraad. Ook de Voedingsraad zelf, in 1940 begonnen als [[Voedselvoorziening tijdens de oorlog|'''Commissie van de Gezondheidsraad''']], had zijn ontstaan te danken aan de oorlog.[[Noten TIN20-3-H3#3-27|<sup>[27]</sup>]] | Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gaf de stoot tot de oprichting, in 1941, van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding van de Voedingsraad. Ook de Voedingsraad zelf, in 1940 begonnen als [[Voedselvoorziening tijdens de oorlog|'''Commissie van de Gezondheidsraad''']], had zijn ontstaan te danken aan de oorlog.[[Noten TIN20-3-H3#3-27|<sup>[27]</sup>]] | ||
− | De gedachte van een voorlichtingsbureau op het gebied van voeding en gezondheid was niet nieuw. Consultatiebureaus voor zuigelingen bestonden al sinds het begin van de twintigste eeuw, met het doel moeders te adviseren over de groei van en de juiste voeding (borst en fles) voor hun baby’s en jonge kinderen. Bij het Voorlichtingsbureau voor de Voeding werkten naast de kookleraressen ook gespecialiseerde diëtisten. Voor vrouwen ontstonden zo nieuwe beroepen op het terrein van de voeding en voedingsvoorlichting. Ze vertaalden de academische en semi-academische kennis over moderne en verantwoorde voeding naar de huisvrouwen in de keuken. Regels voor ‘moderne’ voedselconsumptie kwamen echter niet alleen van deze non profit-zijde. | + | De gedachte van een voorlichtingsbureau op het gebied van voeding en gezondheid was niet nieuw. Consultatiebureaus voor zuigelingen bestonden al sinds het begin van de twintigste eeuw, met het doel moeders te adviseren over de groei van en de juiste voeding (borst en fles) voor hun baby’s en jonge kinderen. Bij het Voorlichtingsbureau voor de Voeding werkten naast de kookleraressen ook gespecialiseerde diëtisten. Voor vrouwen ontstonden zo nieuwe beroepen op het terrein van de voeding en voedingsvoorlichting. Ze vertaalden de academische en semi-academische kennis over moderne en verantwoorde voeding naar de huisvrouwen in de keuken. Regels voor ‘moderne’ voedselconsumptie kwamen echter niet alleen van deze [[Begrippenlijst#Non-profit|non profit]]-zijde. |