Amerika en massaconsumptie
Van Techniek in Nederland
Regel 46: | Regel 46: | ||
'''Eetgewoonten''' | '''Eetgewoonten''' | ||
− | De continuïteit in gezinsopvattingen en praktijken in de jaren vijftig weerspiegelde zich in de eetgewoonten. Nederlandse huisvrouwen, door producenten beschouwd als conservatief, waren het nog nooit zo eens geweest over de voedselkeuze als in deze periode. | + | De continuïteit in gezinsopvattingen en praktijken in de [[Het assortiment, de seizoenen en de slanke lijn|'''jaren vijftig''']] weerspiegelde zich in de eetgewoonten. Nederlandse huisvrouwen, door producenten beschouwd als conservatief, waren het nog nooit zo eens geweest over de voedselkeuze als in deze periode. |
Voor [[Conservering heet en koud|'''diepvriesartikelen''']] hadden zij nog nauwelijks belangstelling, maar allen zetten ze hun gezinnen dagelijks twee [[Industrialisering van voedsel: brood, koek en banket|'''broodmaaltijden''']] voor met koffie, thee of melk, en één warme maaltijd. Tussen de maaltijden door was er opnieuw koffie en thee met een Verkade-koekje. Het brood werd dik besmeerd, steeds vaker met margarine in plaats van boter, waar ovenop nog ‘zoet’ of ‘goed’ kwam. ‘Zoet’ kon zijn: [[Industrialisering van de voedselproductie: groenten en fruit|''' jam van De Betuwe''']], hagelslag van De Ruyter of pindakaas van Calvé, sinds 1948 gemaakt door dit bedrijf, maar omstreeks de eeuwwisseling al geïmporteerd uit Suriname.[[Noten TIN20-3-H3#3-53|<sup>[53]</sup>]] | Voor [[Conservering heet en koud|'''diepvriesartikelen''']] hadden zij nog nauwelijks belangstelling, maar allen zetten ze hun gezinnen dagelijks twee [[Industrialisering van voedsel: brood, koek en banket|'''broodmaaltijden''']] voor met koffie, thee of melk, en één warme maaltijd. Tussen de maaltijden door was er opnieuw koffie en thee met een Verkade-koekje. Het brood werd dik besmeerd, steeds vaker met margarine in plaats van boter, waar ovenop nog ‘zoet’ of ‘goed’ kwam. ‘Zoet’ kon zijn: [[Industrialisering van de voedselproductie: groenten en fruit|''' jam van De Betuwe''']], hagelslag van De Ruyter of pindakaas van Calvé, sinds 1948 gemaakt door dit bedrijf, maar omstreeks de eeuwwisseling al geïmporteerd uit Suriname.[[Noten TIN20-3-H3#3-53|<sup>[53]</sup>]] | ||
+ | |||
‘Goed’ bestond uit kaas of vleeswaren, waarvan een rijke variatie fabrieksmatig werd geproduceerd. Ook warme maaltijden raakten hoe langer hoe meer gestandaardiseerd: aardappelen, vlees en groente met soep vooraf en een toetje na. Aanvankelijk slechts een zondagse luxe, werden soep en pudding nu ook door de week iets vanzelfsprekends.[[Noten TIN20-3-H3#3-54|<sup>[54]</sup>]] | ‘Goed’ bestond uit kaas of vleeswaren, waarvan een rijke variatie fabrieksmatig werd geproduceerd. Ook warme maaltijden raakten hoe langer hoe meer gestandaardiseerd: aardappelen, vlees en groente met soep vooraf en een toetje na. Aanvankelijk slechts een zondagse luxe, werden soep en pudding nu ook door de week iets vanzelfsprekends.[[Noten TIN20-3-H3#3-54|<sup>[54]</sup>]] | ||
Regel 55: | Regel 56: | ||
[[Prelude op de consumptiemaatschappij|'''De jaren vijftig''']] kenmerkten zich door een grote eenvormigheid in het maaltijdenpatroon, waarbij regionale verschillen vervaagden, de laatste fase van een ontwikkeling op lange termijn. Het stedelijke driemaaltijdenstelsel, dat zich rond het begin van de industrialisatie in de negentiende eeuw was gaan verbreiden, drong nu vrijwel overal door. De oorlog had dit proces alleen vertraagd, maar niet van richting veranderd. | [[Prelude op de consumptiemaatschappij|'''De jaren vijftig''']] kenmerkten zich door een grote eenvormigheid in het maaltijdenpatroon, waarbij regionale verschillen vervaagden, de laatste fase van een ontwikkeling op lange termijn. Het stedelijke driemaaltijdenstelsel, dat zich rond het begin van de industrialisatie in de negentiende eeuw was gaan verbreiden, drong nu vrijwel overal door. De oorlog had dit proces alleen vertraagd, maar niet van richting veranderd. | ||
− | Regionale verschillen waren in Nederland van oudsher van grote invloed geweest op de voedselkeuze en eetgewoonten, hetgeen samenhing met het gebruikelijke systeem van zelfvoorziening en huishoudelijke conservering, vooral in de landprovincies. Nu raakte dit systeem, waarbij de [[Conservering heet en koud|'''inmaak van eigen producten''']] van de oogst en de slacht de gewoonte was echter, definitief op zijn retour. Voor de weck gold dat pas na 1960. De modernisering en de ontsluiting van het platteland door wegen, transport en winkelvoorzieningen waren in deze veranderingen voorname werkzame processen.[[Noten TIN20-3-H3#3-55|<sup>[55]</sup>]] | + | Regionale verschillen waren in Nederland van oudsher van grote invloed geweest op de voedselkeuze en eetgewoonten, hetgeen samenhing met het gebruikelijke systeem van zelfvoorziening en huishoudelijke conservering, vooral in de landprovincies. Nu raakte dit systeem, waarbij de [[Conservering heet en koud|'''inmaak van eigen producten''']] van de oogst en de slacht de gewoonte was echter, definitief op zijn retour. Voor de [[Begrippenlijst#Wecken|weck]] gold dat pas na 1960. De modernisering en de ontsluiting van het platteland door wegen, transport en winkelvoorzieningen waren in deze veranderingen voorname werkzame processen.[[Noten TIN20-3-H3#3-55|<sup>[55]</sup>]] |
Daarnaast speelde de inkomensnivellering een rol. Met de groei van de welvaart namen ook de sociale verschillen in consumptie steeds meer af. De contrasten aan tafel tussen de statusgroepen veranderden in nuanceverschillen.[[Noten TIN20-3-H3#3-56|<sup>[56]</sup>]] | Daarnaast speelde de inkomensnivellering een rol. Met de groei van de welvaart namen ook de sociale verschillen in consumptie steeds meer af. De contrasten aan tafel tussen de statusgroepen veranderden in nuanceverschillen.[[Noten TIN20-3-H3#3-56|<sup>[56]</sup>]] |