Revolutionaire veranderingen in de levensmiddelenproductie

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 64: Regel 64:
  
  
Het toevoegen van conserveermiddelen alsook [[Geur- en smaakstoffen|'''smaak-, geur- en kleurstoffen''']] aan producten werd door fabrikanten steeds meer als noodzakelijk gezien. [[Conserveermiddelen, antioxidanten en andere additieven|'''Conserveermiddelen''']] bestaan uit chemische stoffen die in zeer kleine hoeveelheden aan voedingsmiddelen worden toegevoegd. Deze praktijk bestond al veel langer. Sinds de jaren twintig al waren sommige stoffen door precies omschreven [[Warenwet en vleeskeuringswet|'''Warenwetbesluiten''']] verboden, maar andere uitdrukkelijk toegestaan.  
+
Het toevoegen van conserveermiddelen alsook [[Geur- en smaakstoffen|'''smaak-, geur- en kleurstoffen''']] aan producten werd door fabrikanten steeds meer als noodzakelijk gezien. Conserveermiddelen bestaan uit chemische stoffen die in zeer kleine hoeveelheden aan voedingsmiddelen worden toegevoegd. Deze praktijk bestond al veel langer. Sinds de jaren twintig al waren sommige stoffen door precies omschreven [[Warenwet en vleeskeuringswet|'''Warenwetbesluiten''']] verboden, maar andere uitdrukkelijk toegestaan.  
  
  
 
Al waakte de overheid via de [[Voorlichting en consumentenbescherming|'''Keuringsdiensten van Waren''']], toch kon het gebeuren dat zich in de jaren zeventig een scala aan consumenten-actiegroepen ging formeren, gericht op voedsel en voeding. Met name de toevoeging van conserveermiddelen, het gebruik van andere additieven en de plant- en dieronvriendelijke methoden van de bio-industrie waren doelwit van activiteiten en ‘alternatieve’ informatie door ‘alternatieve’ deskundigen.[[Noten TIN20-3-H4#4-35|<sup>[35]</sup>]]  
 
Al waakte de overheid via de [[Voorlichting en consumentenbescherming|'''Keuringsdiensten van Waren''']], toch kon het gebeuren dat zich in de jaren zeventig een scala aan consumenten-actiegroepen ging formeren, gericht op voedsel en voeding. Met name de toevoeging van conserveermiddelen, het gebruik van andere additieven en de plant- en dieronvriendelijke methoden van de bio-industrie waren doelwit van activiteiten en ‘alternatieve’ informatie door ‘alternatieve’ deskundigen.[[Noten TIN20-3-H4#4-35|<sup>[35]</sup>]]  
  
Toen zich in 1960 de zogeheten Planta-affaire had voorgedaan, waarbij mogelijk een [[Gist, zemelen en enzymen|'''emulgator''']] (antispatmiddel) in margarine huidirritaties veroorzaakte, konden consumenten deze kwestie, ondanks grote [[begrippenlijst#Commotie|   [[Afbeelding:05_G357_V_4_4.JPG|thumb|right|420px|De supermarkten zorgden voor een enorme schaalvergroting in de distributie van levensmiddelen en waren een bron van nieuwigheden.]]
+
Toen zich in 1960 de zogeheten Planta-affaire had voorgedaan, waarbij mogelijk een [[Conserveermiddelen, antioxidanten en andere additieven|'''emulgator''']] (antispatmiddel) in margarine huidirritaties veroorzaakte, konden consumenten deze kwestie, ondanks grote [[begrippenlijst#Commotie|commotie]] in de pers, nog opvatten als een vergissing van een groot en complex bedrijf.[[Noten TIN20-3-H4#4-36|<sup>[36]</sup>]]
commotie]] in de pers, nog opvatten als een vergissing van een groot en complex bedrijf.[[Noten TIN20-3-H4#4-36|<sup>[36]</sup>]]  
+
 
 +
[[Afbeelding:05_G357_V_4_4.JPG|thumb|right|420px|De supermarkten zorgden voor een enorme schaalvergroting in de distributie van levensmiddelen en waren een bron van nieuwigheden.]]
 +
 
  
 
Sinds de ‘culturele revolutie’ en de milieucrisis rond 1970 was dat echter niet meer mogelijk en groeide de kritiek op de behandeling van voedsel door het grootbedrijf onder dat deel van het [[Onbehagen onder consumenten over de samenstelling van voedsel|'''consumentenpubliek''']] dat het oor leende aan de voorvechters van de opkomende beweging voor natuurlijk en gezond voedsel.[[Noten TIN20-3-H4#4-37|<sup>[37]</sup>]]  
 
Sinds de ‘culturele revolutie’ en de milieucrisis rond 1970 was dat echter niet meer mogelijk en groeide de kritiek op de behandeling van voedsel door het grootbedrijf onder dat deel van het [[Onbehagen onder consumenten over de samenstelling van voedsel|'''consumentenpubliek''']] dat het oor leende aan de voorvechters van de opkomende beweging voor natuurlijk en gezond voedsel.[[Noten TIN20-3-H4#4-37|<sup>[37]</sup>]]  
  
  
Nieuwe producten zoals TVP, een soja-eiwit-product dat in 1968 als ‘kunstvlees’ in de handel was gebracht door V&D, stuitten op wantrouwen bij consumenten en bleken daardoor onverkoopbaar. Hetzelfde geldt voor het in de jaren negentig geïntroduceerde voedsel met [[Begrippenlijst#Ingredient|ingrediënten]] die met [[Biotechnologie en functional foods|'''biotechnologie''']] zijn geproduceerd.[[Noten TIN20-3-H4#4-38|<sup>[38]</sup>]]  
+
Nieuwe producten zoals TVP, een soja-eiwit-product dat in 1968 als [[Experimenten met vleesvervangers|'''‘kunstvlees’''']] in de handel was gebracht door V&D, stuitten op wantrouwen bij consumenten en bleken daardoor onverkoopbaar. Hetzelfde geldt voor het in de jaren negentig geïntroduceerde voedsel met [[Begrippenlijst#Ingredient|ingrediënten]] die met [[Biotechnologie en functional foods|'''biotechnologie''']] zijn geproduceerd.[[Noten TIN20-3-H4#4-38|<sup>[38]</sup>]]  
  
 
Bij de fabricage van voedingsmiddelen kwamen zoveel nieuwe ingrediënten, bedrijven en instanties te pas, dat consumenten de weg in de samenstelling van hun eigen dagelijks voedsel kwijt begonnen te raken. De overname van de ‘taken van de huisvrouw’ door de industrie was gepaard gegaan met een proces van verlies aan kennis over voedsel (warenkennis) en vaardigheden in voedselbereiding (deskilling) onder consumenten, waardoor dezen gemakkelijker ten prooi vielen aan angst en onzekerheid over de veiligheid van wat producenten hun voorschotelden.  
 
Bij de fabricage van voedingsmiddelen kwamen zoveel nieuwe ingrediënten, bedrijven en instanties te pas, dat consumenten de weg in de samenstelling van hun eigen dagelijks voedsel kwijt begonnen te raken. De overname van de ‘taken van de huisvrouw’ door de industrie was gepaard gegaan met een proces van verlies aan kennis over voedsel (warenkennis) en vaardigheden in voedselbereiding (deskilling) onder consumenten, waardoor dezen gemakkelijker ten prooi vielen aan angst en onzekerheid over de veiligheid van wat producenten hun voorschotelden.  

Huidige versie van 11 apr 2008 om 10:03