Noten

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 1: Regel 1:
'''Hoofdstuk 3'''  
+
'''Landbouw en voeding in de 19e eeuw'''<br>
''Werken aan mobiliteit: de inburgering van de auto''
+
<BR>
+
  
*<div id=3-1>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): racen en toeren|[1]]] Geciteerd in: Fons Alkemade, Het beeld van de auto 1896 - 1921; verslag van een speurtocht door Nederlandse collecties (Deventer 1996) 30.</div>
+
[[Noten TIN19-1-H2|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H2]]<br>
*<div id=3-2>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): racen en toeren|[2]]] Vincent van der Vinne, Spyker 1898 - 1926 (Amsterdam 1998) 38.  Zie over Spyker ook: Wim Oude Weernink, Spyker, Een Nederlands Fabrikaat (Wassenaar: stiching Ínstituut Trompenburg', 1998; eerste druk 1976) en H.A.M. van Asten, "De Spijker van de weg gereden; Trompenburg, een Nederlandse automobiel-industrie," Economisch en Sociaal-historisch Jaarboek (1971) 67-118.</div>
+
[[Noten TIN19-1-H3|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H3]]<br>
*<div id=3-3>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): racen en toeren|[3]]] J.M. Fuchs, Die heerlijke auto's; De eerste halve eeuw autorijden in Nederland (Amsterdam 1970) 164.</div>
+
[[Noten TIN19-1-H4|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H4]]<br>
*<div id=3-4>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): racen en toeren|[4]]] Gijs Mom, Geschiedenis van de auto van morgen. Cultuur en techniek van de elektrische auto (Deventer 1997) 101; M.W. Aertnijs, Hoe de auto in ons land kwam (Amsterdam 1948) 57. </div>
+
[[Noten TIN19-1-H5|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H5]]<br>
*<div id=3-5>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): racen en toeren|[5]]] Van der Vinne, Spyker, 38.</div>
+
[[Noten TIN19-1-H6|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H6]]<br>
*<div id=3-6>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als avonturenmachine|[6]]] Gijs Mom, 'Civilized adventure as a remedy for nervous times: Early automobilism and fin the siecle culture', History of Technology (2001) pagina's </div>
+
[[Noten TIN19-1-H7|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel I H7]]<br><br>
*<div id=3-7>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[7]]]De meeste publicaties komen voort uit de nostalgische sfeer van de amateur (in de letterlijke betekenis van dit woord). Zo heeft de nog steeds bestaande pionier Automobielen Club (PAC) in de loop van zijn bestaan en aantal nuttige egodocumenten uitgegeven, zoals H.P.W. Dekkers, Historische belevenissen van een automobilist rond de eeuwwisseling (Baarn, 1979), J.P. Veening, Van Een cilinder Darracq tot Acht cilinder Horch (z.p., z.j.) en een door J. van Groningen verzorgde brochure "J. Huizinga, Mijn  eerste autorit", terwijl hetzelfde PAC-lid door nauwkeurig graafwerk aanvullend materiaal naar boven wist te halen: J. van Groningen, Een gefrustreerde pionier (overdruk uit Tuf-Tuf (april 1983) 39-53). Er bestaan ook literaire verwerkingen van het autoreizen, zoals van de Belg Cyriel Buysse, Reizen van toen; Met de automobiel door Frankrijk (samengesteld en ingeleid door Luc van Doorslaer) (Antwerpen/Amsterdam: Manteau, 1992). Zie over de literaire en filmische verwerking van het autothema in het algemeen: Fons Alkemade, 'De auto in de Nederlandse literatuur en speelfilm,' (rapport in opdracht van de Stichting Historie der Techniek, augustus/september 2000). In de jaren zestig van de twintigste eeuw verschenen bovendien verscheidene popularisaties van de autogeschiedenis, meestal zonder bronnenverantwoording, zoals: Jaap Joppe, De auto in grootvaders tijd (Utrecht/Antwerpen: Pictura, 1961) en J.M. Fuchs, Die heerlijke auto's; De eerste halve eeuw autorijden in Nederland (Amsterdam: G.J.A. Ruys, 1970), terwijl in de sfeer van de geschiedenis van het reizen ook soms de auto of de autobus werd meegenomen: J.H.E. Reeskamp, Reizen en pleisteren (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1965) en J.M. Fuchs en W.J. Simons, De reizende mens; openbaar vervoer in grootmoeders tijd (Amsterdam: G.J.A. Ruys, 1968). Er bestaat geen wetenschappelijke geschiedenis van de Nederlandse auto-industrie. In de amateursfeer (zonder bronnenverantwoording) gelden M. Wallast, Historisch overzicht van de Nederlandse automobielindustrie (Den Haag: Omniboek, 1979) en Jan Lammerse, Autodesign in Nederland (Zwolle: Waanders Uitgevers, 1993) als standaardwerken. Zie voor de geschiedenis van het fameuze merk Spyker noot 2.  </div>
+
 
*<div id=3-8>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[8]]] Christoph Maria Merki, 'L'impact des sociétés sportives et touristiques sur le développement de l'automobilisme en Suisse (1898 - 1930),' in: Christophe Jaccoud, Yves Pedrazzini en Laurent Tissot, Sports suisses, sports en Suisse (plaats, 2001) pagina; Mom, Geschiedenis van de auto van morgen, 95 e.v.</div>
+
'''Transport en mobiliteit in de 19e eeuw'''<br>
*<div id=3-9> [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Vooroorlogse elektrische auto's|[9]]] Gijs Mom, "Haver- en andere motoren: de Amsterdam¬se paarden¬taxi en het dilemma van de motorisering (1880 - 1925)," in: Ariejan Bos, Hans van Groningen, Gijs Mom (red.) en Vincent van der Vinne, Het paard¬loze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden (Deventer, 1996) 165-267.</div>
+
[[Noten TIN19-2-H7|Techniek in Nederland in de Negentiende eeuw Deel II H7]]<br><br>
*<div id=3-10> [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Vooroorlogse elektrische auto's|[10]]] Ariejan Bos, 'De gebruikers geteld: het vroege Nederlandse automobilisme in cijfers en statistieken,' in: Bos e.a., Het paardloze voertuig, 17-77, hier: 46.</div>
+
 
*<div id=3-11>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[11]]] Aertnijs, Hoe de auto in ons land kwam, 55-56.</div>
+
 
*<div id=3-12>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|[12]]] Bijvoorbeeld: De Kampioen nr. 2 (8 januari 1904) 25-30, en ib., nr. 3 (15 januari 1904) 52-56.</div>
+
 
*<div id=3-27>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Ervaringen met het autorijden|[27]]] Veening, Van ééncylinder Darracq tot achtcylinder Horch, 3.</div>
+
 
*<div id=3-28>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Ervaringen met het autorijden|[28]]] Veening, Van ééncylinder Darracq tot achtcylinder Horch, 4.</div>
+
'''Landbouw en voeding in de 20e eeuw'''<br>
*<div id=3-29>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Ervaringen met het autorijden|[29]]] De Kampioen nr. 49 (8 december 1905) 943-945. Vragen zijn gesteld in 1905. </div>
+
 
*<div id=3-53>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Benzine distributie vanaf 1904|[53]]] Erik te Brake, Maarten Engels en Tim Jongbloed, 'Brandstof en smeermiddelen in Nederland in de twintigste eeuw,' (werkstuk college Geschiedenis van de techniek en innovatiesystemen 2, TU-Eindhoven, jan/febr. 2001) 35. Het grote aantal depots langs de rivieren kan behalve uit de voorkeur van de vroege automobilisten voor de dijkweggetjes (bij ontstentenis dikwijls van andere wegen) mogelijk ook verklaard worden uit de brandstoftoelevering aan de rivierscheepvaart. In dat geval volgde het autosysteem niet allen dat van de fiets, maar ook dat van de binnenvaart.</div>
+
[[Noten TIN20-3-H1|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H1]]<br>
*<div id=3-54>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Benzine distributie vanaf 1904|[54]]] Acetylena advertentie in De Motorkampioen 8 (1916) 149, met dank aan Bram Verhees. </div>
+
[[Noten TIN20-3-H2|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H2]]<br>
*<div id=3-55>[[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Benzine distributie vanaf 1904|[55]]] Ferry de Goeij, 'Henri Deterding, Royal Dutch/Shell and the Dutch market for gasoline, 1902 - 1946' (manuscript), passim; Van der Vinne, 'Automobielen in Nederland', 103-104.</div>
+
[[Noten TIN20-3-H3|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H3]]<br>
 +
[[Noten TIN20-3-H4|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H4]]<br>
 +
[[Noten TIN20-3-H5|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H5]]<br>
 +
[[Noten TIN20-3-H6|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H6]]<br>
 +
[[Noten TIN20-3-H7|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H7]]<br>
 +
[[Noten TIN20-3-H8|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H8]]<br>
 +
[[Noten TIN20-3-H9|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H9]]<br>
 +
[[Noten TIN20-3-H10|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H10]]<br><br>
 +
 
 +
 
 +
'''Transport en mobiliteit in de 20e eeuw'''<br>
 +
 
 +
[[Noten H1|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H1]]<br>
 +
[[Noten H2|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H2]]<br>
 +
[[Noten H3|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel V H3]]<br>
 +
[[Noten H4|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H4]]<br>
 +
[[Noten H5|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H5]]<br>
 +
[[Noten H6|Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw Deel III H6]]<br>
 +
 
 +
 
 +
 
 +
 
 +
 
 +
[[Noten Made in Holland|Made in Holland H12]]<br>
 +
[[Noten Gedreven door Nieuwsgierigheid|Gedreven door Nieuwsgierigheid H15]]<br>

Huidige versie van 20 jun 2007 om 12:15