Chips: de aardappelsnack
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
Hoewel het thuissnacken in Nederland een lange eigen traditie kent met de consumptie van pindanootjes, koek en zoetwaren, betekende de introductie van de aardappelchip door het Engelse bedrijf Smiths in 1958 een enorme stimulans voor het thuissnacken. Smiths’ industrieel geproduceerde aardappelchip sloeg op de Nederlandse markt dusdanig aan dat Smiths al snel concurrentie kreeg van het Engelse Golden Wonder en het Nederlandse Dam. Tussen 1966 en 1968 brachten ook winkelketens als Albert Heijn, Spar, De Gruyter, Vivo, Végé, Simon de Wit en Vroom en Dreesman in Nederland chips op de markt. De chips van deze winkelbedrijven verwierven in korte tijd een marktaandeel van 40%. In de jaren zestig stortte ook Unilever zich op de markt van chips en andere aardappelsnacks. In vergelijking met andere Europese landen consumeerde de Nederlandse consument in de jaren zestig veel chips.(zie tabel 9.1) | Hoewel het thuissnacken in Nederland een lange eigen traditie kent met de consumptie van pindanootjes, koek en zoetwaren, betekende de introductie van de aardappelchip door het Engelse bedrijf Smiths in 1958 een enorme stimulans voor het thuissnacken. Smiths’ industrieel geproduceerde aardappelchip sloeg op de Nederlandse markt dusdanig aan dat Smiths al snel concurrentie kreeg van het Engelse Golden Wonder en het Nederlandse Dam. Tussen 1966 en 1968 brachten ook winkelketens als Albert Heijn, Spar, De Gruyter, Vivo, Végé, Simon de Wit en Vroom en Dreesman in Nederland chips op de markt. De chips van deze winkelbedrijven verwierven in korte tijd een marktaandeel van 40%. In de jaren zestig stortte ook Unilever zich op de markt van chips en andere aardappelsnacks. In vergelijking met andere Europese landen consumeerde de Nederlandse consument in de jaren zestig veel chips.(zie tabel 9.1) | ||
− | [[Afbeelding: | + | [[Afbeelding:tabel_9,1.jpg|thumb|right|420px|Tabel 9,1: De geschatte jaarlijkse chipsconsumptie per hoofd van de bevolking aan het begin van de jaren zeventig]] |
Unilever, vanouds vooral een margarine- en zeepconcern, breidde vanaf 1950 haar activiteiten in de voedingssector sterk uit, onder andere door overnames binnen de zuivelindustrie, de aardappelverwerkende industrie en de graanverwerkende industrie. Het concern verwachtte dat met de stijging van de welvaart ook de vraag naar kwalitatief beter en meer gevarieerd voedsel zou toenemen. Volgens Unilever betekende dit dat er meer behoefte zou zijn aan duurdere, luxere en makkelijker te bereiden voedingsmiddelen, gedurende het gehele jaar en onafhankelijk van de traditionele seizoenen verkrijgbaar. In de jaren vijftig ontstond de verwachting binnen het concern dat de vraag naar wat genoemd werd recreational food als consumptie-ijs en frisdrank zou toenemen, net als het eten buitenshuis. Ook signaleerde Unilever een toename van het aantal kleinhuishoudens, waardoor er behoefte zou zijn aan voorbereid (gemaks)voedsel in kleinverpakking, net als hotels en restaurants prijs zouden stellen op voorbewerkt voedsel.[[Noten TIN20-3-H9#9-23|<sup>[23]</sup>]] | Unilever, vanouds vooral een margarine- en zeepconcern, breidde vanaf 1950 haar activiteiten in de voedingssector sterk uit, onder andere door overnames binnen de zuivelindustrie, de aardappelverwerkende industrie en de graanverwerkende industrie. Het concern verwachtte dat met de stijging van de welvaart ook de vraag naar kwalitatief beter en meer gevarieerd voedsel zou toenemen. Volgens Unilever betekende dit dat er meer behoefte zou zijn aan duurdere, luxere en makkelijker te bereiden voedingsmiddelen, gedurende het gehele jaar en onafhankelijk van de traditionele seizoenen verkrijgbaar. In de jaren vijftig ontstond de verwachting binnen het concern dat de vraag naar wat genoemd werd recreational food als consumptie-ijs en frisdrank zou toenemen, net als het eten buitenshuis. Ook signaleerde Unilever een toename van het aantal kleinhuishoudens, waardoor er behoefte zou zijn aan voorbereid (gemaks)voedsel in kleinverpakking, net als hotels en restaurants prijs zouden stellen op voorbewerkt voedsel.[[Noten TIN20-3-H9#9-23|<sup>[23]</sup>]] | ||
Unilever verwachtte veel van de grootschalige industriële productie van gecomponeerde voedingsmiddelen bestaand uit een groot aantal te variëren bestanddelen en wilde dergelijke procédé’s onder andere toepassen bij snacks. Al vormde, volgens een onderzoeksteam van Unilever, het vaste patroon van drie hoofdmaaltijden per dag een belemmering, de zich ontwikkelende snackmarkt in de Verenigde Staten stimuleerde Unilever om ook in Nederland activiteiten op dit vlak te ontplooien. Unilever-dochter Van den Bergh en Jurgens toonde grote interesse in de productie van chips en noten aangezien deze geen grote productie-investeringen leken te vergen.[[Noten TIN20-3-H9#9-24|<sup>[24]</sup>]] | Unilever verwachtte veel van de grootschalige industriële productie van gecomponeerde voedingsmiddelen bestaand uit een groot aantal te variëren bestanddelen en wilde dergelijke procédé’s onder andere toepassen bij snacks. Al vormde, volgens een onderzoeksteam van Unilever, het vaste patroon van drie hoofdmaaltijden per dag een belemmering, de zich ontwikkelende snackmarkt in de Verenigde Staten stimuleerde Unilever om ook in Nederland activiteiten op dit vlak te ontplooien. Unilever-dochter Van den Bergh en Jurgens toonde grote interesse in de productie van chips en noten aangezien deze geen grote productie-investeringen leken te vergen.[[Noten TIN20-3-H9#9-24|<sup>[24]</sup>]] |