De pioniers van de margarineindustrie

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 18: Regel 18:
 
Jurgens en de 'vriendschappelijke concurrentie'
 
Jurgens en de 'vriendschappelijke concurrentie'
  
In de pioniersfase, vanaf de start van de industrie in 1871 tot omstreeks 1878, waren er in Noord Brabant behalve Jurgens nog acht andere bedrijven actief. Daarvan waren er drie firma's die door vriendschapsbanden of als zakenpartner met Jurgens verbonden waren. Zij traden in het voetspoor van de Osse ondernemer en richtten zelf, met steun van de Osse pionier, ook een kunstboterfabriek op. Hun beslissing lijkt alleen gemotiveerd te zijn door de aantrekkelijke winsten die Jurgens bleek te maken met de verkoop van het nieuwe produkt.[[Afbeelding:Oss_Jurgens_margarinefabr_kneedmachines_1914.jpg|thumb|left|380px|Gezicht op kneedmachines]]
+
In de [[begrippenlijst#Pioniersfase|pioniersfase]], vanaf de start van de industrie in 1871 tot omstreeks 1878, waren er in Noord Brabant behalve Jurgens nog acht andere bedrijven actief. Daarvan waren er drie firma's die door vriendschapsbanden of als zakenpartner met Jurgens verbonden waren. Zij traden in het voetspoor van de Osse ondernemer en richtten zelf, met steun van de Osse pionier, ook een kunstboterfabriek op. Hun beslissing lijkt alleen gemotiveerd te zijn door de aantrekkelijke winsten die Jurgens bleek te maken met de verkoop van het nieuwe produkt.[[Afbeelding:Oss_Jurgens_margarinefabr_kneedmachines_1914.jpg|thumb|left|380px|Gezicht op kneedmachines]]
 
Potentiële ondernemers in de nieuwe branche hadden te maken met twee belangrijke hindernissen. Allereerst was het erg moeilijk om buiten het Jurgens netwerk van oleo-leveranciers aan oleomargarine te komen. Het tweede probleem was dat de receptuur en de technische kennis die nodig waren om kunstboter te maken zoveel mogelijk door Jurgens geheim werden gehouden. Het is overigens de vraag of dat altijd lukte, want bedrijfsspionage en omkoping kwamen in de kunstboter branche veel voor. Nieuwe fabrieken moesten de genoemde problemen overwinnen alvorens enig succes met de onderneming te boeken.
 
Potentiële ondernemers in de nieuwe branche hadden te maken met twee belangrijke hindernissen. Allereerst was het erg moeilijk om buiten het Jurgens netwerk van oleo-leveranciers aan oleomargarine te komen. Het tweede probleem was dat de receptuur en de technische kennis die nodig waren om kunstboter te maken zoveel mogelijk door Jurgens geheim werden gehouden. Het is overigens de vraag of dat altijd lukte, want bedrijfsspionage en omkoping kwamen in de kunstboter branche veel voor. Nieuwe fabrieken moesten de genoemde problemen overwinnen alvorens enig succes met de onderneming te boeken.
 
Voor een aantal ondernemers deden zich deze problemen niet voor. Deze firma's werden door Jurgens gerekend tot de 'vriendschappelijke concurrentie' en daarom genoten zij een aantal privileges. Daartoe behoorde in de eerste plaats de firma Johan Jurgens & Zn. Dit bedrijf was opgericht door Johan Jurgens, een broer van Anton en bij de boedelscheiding in 1867 was Johan Jurgens samen met zijn zonen voor zichzelf begonnen. De zaak kwam echter niet tot grote bloei en bleef voortdurend in de schaduw van de firma Antoon Jurgens. Wel was Johan Jurgens ook al in 1871 in Oss met de fabricage van kunstboter begonnen.
 
Voor een aantal ondernemers deden zich deze problemen niet voor. Deze firma's werden door Jurgens gerekend tot de 'vriendschappelijke concurrentie' en daarom genoten zij een aantal privileges. Daartoe behoorde in de eerste plaats de firma Johan Jurgens & Zn. Dit bedrijf was opgericht door Johan Jurgens, een broer van Anton en bij de boedelscheiding in 1867 was Johan Jurgens samen met zijn zonen voor zichzelf begonnen. De zaak kwam echter niet tot grote bloei en bleef voortdurend in de schaduw van de firma Antoon Jurgens. Wel was Johan Jurgens ook al in 1871 in Oss met de fabricage van kunstboter begonnen.

Versie op 10 sep 2007 12:41