De andere pioniers: de outsiders
Van Techniek in Nederland
Regel 2: | Regel 2: | ||
Ook bij deze groep ondernemers blijkt dat zij, in minstens de helft van de gevallen, hun bestaan in de (boter)handel verruilden voor het beroep van 'boterfabrikant'. Deze boterhandelaren achtten het blijkbaar lucratiever kunstboter of een boter-kunstboter-melange te verhandelen. Wellicht dachten ze op deze manier de teruglopende boterexport naar Engeland te kunnen compenseren. | Ook bij deze groep ondernemers blijkt dat zij, in minstens de helft van de gevallen, hun bestaan in de (boter)handel verruilden voor het beroep van 'boterfabrikant'. Deze boterhandelaren achtten het blijkbaar lucratiever kunstboter of een boter-kunstboter-melange te verhandelen. Wellicht dachten ze op deze manier de teruglopende boterexport naar Engeland te kunnen compenseren. | ||
De firma Van den Bergh was van de vijf pioniers die buiten het Jurgens imperium opereerden de belangijkste en dus ook de grootste concurrent van Jurgens. Maar de rivaliteit tussen de twee firma's dateerde al uit de tijd dat beide ondernemers nog als boterhandelaar actief waren. Jurgens was katholiek en familieleden speelden in de Osse gemeentepolitiek een prominente rol; de familie Van den Bergh was joods en werd door de katholieke gemeenschap nauwelijks geaccepteerd. De tweestrijd tussen de twee lokale economische machten leek een beslissende wending te krijgen ten gunste van Jurgens, toen deze de kunstboter 'ontdekte'. | De firma Van den Bergh was van de vijf pioniers die buiten het Jurgens imperium opereerden de belangijkste en dus ook de grootste concurrent van Jurgens. Maar de rivaliteit tussen de twee firma's dateerde al uit de tijd dat beide ondernemers nog als boterhandelaar actief waren. Jurgens was katholiek en familieleden speelden in de Osse gemeentepolitiek een prominente rol; de familie Van den Bergh was joods en werd door de katholieke gemeenschap nauwelijks geaccepteerd. De tweestrijd tussen de twee lokale economische machten leek een beslissende wending te krijgen ten gunste van Jurgens, toen deze de kunstboter 'ontdekte'. | ||
− | Van den Bergh realiseerde zich dat het noodzakelijk was de betreffende kennis ook in huis te halen. In Engeland vond Jacob van den Bergh in het weekblad The London Reader een artikel over de nieuwe kunstboter van Mège Mouriès en hij stelde zich in verbinding met een vetsmelter, Daniel Hipkins uit Birmingham, die zich voor het nieuwe produkt bleek te interesseren. Er werden zaken gedaan en Hipkins wist binnen korte tijd voor Van den Bergh de eerste oleomargarine te produceren. | + | Van den Bergh realiseerde zich dat het noodzakelijk was de betreffende kennis ook in huis te halen. In Engeland vond Jacob van den Bergh in het weekblad The London Reader een artikel over de nieuwe kunstboter van [[De uitvinding van een nieuwe voedingsvet|'''Mège Mouriès''']] en hij stelde zich in verbinding met een vetsmelter, Daniel Hipkins uit Birmingham, die zich voor het nieuwe produkt bleek te interesseren. Er werden zaken gedaan en Hipkins wist binnen korte tijd voor Van den Bergh de eerste oleomargarine te produceren. |
Inmiddels was Simon van den Bergh naar Parijs getogen om Mège Mouriès te bezoeken en na ingelicht te zijn omtrent de uitvinding, viel het besluit om ook kunstboter te gaan maken. Aan het einde van 1872, ongeveer een jaar na Jurgens, bouwde Van den Bergh een fabriekje, voorzien van een stoommachine van 11 pk. De produktie was in het eerste jaar nog heel bescheiden en het fabrikaat gebrekkig, maar het begin was gemaakt. | Inmiddels was Simon van den Bergh naar Parijs getogen om Mège Mouriès te bezoeken en na ingelicht te zijn omtrent de uitvinding, viel het besluit om ook kunstboter te gaan maken. Aan het einde van 1872, ongeveer een jaar na Jurgens, bouwde Van den Bergh een fabriekje, voorzien van een stoommachine van 11 pk. De produktie was in het eerste jaar nog heel bescheiden en het fabrikaat gebrekkig, maar het begin was gemaakt. | ||
De firma Simon van den Bergh beschikte in 1872 over weinig kapitaal, maar slaagde er toch in de bouw van de fabriek uit eigen middelen te financieren. De eerste karn en kneedmachines werden vervaardigd door machinefabriek Grasso uit 's Hertogenbosch.[[Noten H2#2-30|<sup>[30]</sup>]] De bouw van de fabriek stond onder toezicht van zoon Isaac, die zich ontwikkelde tot de technische man van de familie. | De firma Simon van den Bergh beschikte in 1872 over weinig kapitaal, maar slaagde er toch in de bouw van de fabriek uit eigen middelen te financieren. De eerste karn en kneedmachines werden vervaardigd door machinefabriek Grasso uit 's Hertogenbosch.[[Noten H2#2-30|<sup>[30]</sup>]] De bouw van de fabriek stond onder toezicht van zoon Isaac, die zich ontwikkelde tot de technische man van de familie. |