Voorlichting en consumentenbescherming

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
 
'''De huisvrouw met haar zorg en inzet voor het gezin'''
 
'''De huisvrouw met haar zorg en inzet voor het gezin'''
  
Groothuishoudens als hotels, restaurants, ziekenhuizen, leger, vloot en burgerlucht- en stoomvaartmaatschappijen namen in dit tijdvak in aantal toe en professionele koks raakten meer aangewezen op industriële producten. In de keten richtten representanten van de productie- en distributieschakels daarnaast hun aandacht op gezinshuishoudens, met name op vrouwen en meisjes met (toekomstige) gezinsverantwoordelijkheid. Veel van de voorlichtende activiteiten hadden ten doel contact te leggen met deze groep consumenten, aan wie als eerste de taak werd toegeschreven de bevolking (goed) te voeden.  
+
Groothuishoudens als hotels, restaurants, ziekenhuizen, leger, vloot en burgerlucht- en stoomvaartmaatschappijen namen in dit tijdvak in aantal toe en professionele koks raakten meer aangewezen op industriële producten. In de keten richtten [[Begrippenlijst#Representant|representanten]] van de productie- en distributieschakels daarnaast hun aandacht op gezinshuishoudens, met name op vrouwen en meisjes met (toekomstige) gezinsverantwoordelijkheid. Veel van de voorlichtende activiteiten hadden ten doel contact te leggen met deze groep consumenten, aan wie als eerste de taak werd toegeschreven de bevolking (goed) te voeden.  
  
Zelf waren deze consumenten die mening eveneens toegedaan; ook in minder gegoede kringen bleven huisvrouwen na 1920 vaker uit de fabriek om thuis te zorgen.[[Noten TIN20-3-H3#3-20|<sup>[20]</sup>]] Huisvrouwen werden overstroomd met informatie van verschillende instanties met verschillende doeleinden: reclame voor nieuwe producten uit het assortiment, maar ook adviezen voor efficiënt en zuinig huishouden en koken; in de crisistijd van de jaren dertig kwam veel informatie voort uit een mengvorm van overheidssteun en collectieve branchepropaganda.  
+
Zelf waren deze consumenten die mening eveneens toegedaan; ook in minder gegoede kringen bleven huisvrouwen na 1920 vaker uit de fabriek om thuis te zorgen.[[Noten TIN20-3-H3#3-20|<sup>[20]</sup>]]  
 +
Huisvrouwen werden overstroomd met informatie van verschillende instanties met verschillende doeleinden: [[Media, reclame, marketing|'''reclame''' voor nieuwe producten uit het assortiment, maar ook adviezen voor efficiënt en zuinig huishouden en koken; in de crisistijd van de jaren dertig kwam veel informatie voort uit een mengvorm van overheidssteun en collectieve branchepropaganda.  
  
De gemeenschappelijke kern van al deze boodschappen aan huisvrouwen bestond in het ideaal van het moderne en betere leven, de (vanzelfsprekende) zorg en inzet voor een gezond en gezellig gezin.[[Noten TIN20-3-H3#3-21|<sup>[21]</sup>]] Deze ideologie was deels nieuw, maar vormde ook een voortzetting van het brede rationaliseringsstreven op lange termijn, wel aangeduid als het burgerlijk beschavingsoffensief, dat zich ook tot voedsel uitstrekte.[[Noten TIN20-3-H3#3-22|<sup>[22]</sup>]] Al deze voorlichtende instanties tezamen vormden een belangrijk aspect van het zich ontwikkelende, complexe maatschappelijke middenveld. Maatschappelijke inbedding van innovaties kwam via dit [[Ontwikkelingen in voedselproductie en -consumptie|'''gedifferentieerde middenveld''']] tot stand.  
+
De gemeenschappelijke kern van al deze boodschappen aan huisvrouwen bestond in het ideaal van het moderne en betere leven, de (vanzelfsprekende) zorg en inzet voor een gezond en gezellig gezin.[[Noten TIN20-3-H3#3-21|<sup>[21]</sup>]]  
 +
Deze ideologie was deels nieuw, maar vormde ook een voortzetting van het brede rationaliseringsstreven op lange termijn, wel aangeduid als het burgerlijk beschavingsoffensief, dat zich ook tot voedsel uitstrekte.[[Noten TIN20-3-H3#3-22|<sup>[22]</sup>]]  
 +
Al deze voorlichtende instanties tezamen vormden een belangrijk aspect van het zich ontwikkelende, complexe maatschappelijke middenveld. Maatschappelijke inbedding van [[Begrippenlijst#Innovatie|innovaties]] kwam via dit [[Ontwikkelingen in voedselproductie en -consumptie|'''gedifferentieerde middenveld''']] tot stand.  
  
  
 
'''Initiatieven van middenklassevrouwen'''
 
'''Initiatieven van middenklassevrouwen'''
  
Tot de eerste groepen die het middenveld gingen vormen tussen producent en consument, behoorden de kook- en huishoudleraressen. Deze gedreven en idealistische middenklassevrouwen hadden er hun beroep van gemaakt andere vrouwen (van gelijke of lagere klassen) te onderwijzen in moderne methoden van huishouden en rationele, ‘wetenschappelijke’ bereiding van spijzen. Uit hun gelederen werden de deskundigen geworven die de nieuwe voorlichtingsorganisaties en -instituties gingen bemensen. ‘Kennis is macht’ was in deze kring een voorname stelregel, die ook gold voor de dames georganiseerd in de Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen (NVvH). Ook zij wierpen zich op als huishoudelijke voorlichtsters. Een deel van beide groepen vrouwen werd gegrepen door de internationaal verbreide ‘beweging voor de rationalisering van het huishouden’, geïnspireerd door het brede efficiencystreven in bedrijfsleven en cultuur. Door het huishouden op te vatten als bedrijf met bijbehorende rationele organisatietechnieken, probeerden de protagonisten van de beweging innovaties te propageren. De principes van de beweging zijn te vinden in de handboeken, waarvan De nieuwe huishouding het meest bekend is geworden.[[Noten TIN20-3-H3#3-23|<sup>[23]</sup>]]   
+
Tot de eerste groepen die het middenveld gingen vormen tussen producent en consument, behoorden de [[wetenschap en de definitie van kwaliteit|'''kook- en huishoudleraressen''']]. Deze gedreven en idealistische middenklassevrouwen hadden er hun beroep van gemaakt andere vrouwen (van gelijke of lagere klassen) te onderwijzen in moderne methoden van huishouden en [[Begrippenlijst#Rationeel|rationele]], ‘wetenschappelijke’ bereiding van spijzen. Uit hun gelederen werden de deskundigen geworven die de nieuwe voorlichtingsorganisaties en -instituties gingen bemensen.
 +
 
 +
‘Kennis is macht’ was in deze kring een voorname stelregel, die ook gold voor de dames georganiseerd in de Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen (NVvH). Ook zij wierpen zich op als huishoudelijke voorlichtsters. Een deel van beide groepen vrouwen werd gegrepen door de internationaal verbreide ‘beweging voor de rationalisering van het huishouden’, geïnspireerd door het brede [[Begrippenlijst#Efficiency|efficiency]]streven in bedrijfsleven en cultuur. Door het huishouden op te vatten als bedrijf met bijbehorende rationele organisatietechnieken, probeerden de [[Begrippenlijst#Protagonist|protagonisten]] van de beweging innovaties te propageren. De principes van de beweging zijn te vinden in de handboeken, waarvan De nieuwe huishouding het meest bekend is geworden.[[Noten TIN20-3-H3#3-23|<sup>[23]</sup>]]   
 
De dames van de NVvH stelden zich op als bemiddelaar tussen huisvrouwen (consumenten) en bedrijven. Weliswaar deelden ze de rationele ideologie met de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, maar tegelijkertijd verweten ze hun een absoluut gebrek aan huishoudelijke praktijkervaring.  
 
De dames van de NVvH stelden zich op als bemiddelaar tussen huisvrouwen (consumenten) en bedrijven. Weliswaar deelden ze de rationele ideologie met de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, maar tegelijkertijd verweten ze hun een absoluut gebrek aan huishoudelijke praktijkervaring.  
  
Regel 16: Regel 21:
 
'''Keurmerk'''
 
'''Keurmerk'''
  
Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de NVvH in 1926 het Instituut Voor Huishoudtechnisch Advies (IVHA) oprichtte. Het doel ervan was artikelen op hun bruikbaarheid te testen en na goedkeuring te voorzien van een keurmerk, geen vreemde gedachte in een tijdvak waarin het streven naar controle, erkenning en standaardisering van innovaties groot was.[[Noten TIN20-3-H3#3-24|<sup>[24]</sup>]] Het NVvH-keurmerk kreeg, net als het Rijksboterkeurmerk en vele merkartikelen van voedingsmiddelenfabrikanten, grote bekendheid. In 1935 werd de NVvH zelfs op grond van ‘bewezen deskundigheid’ ingeschakeld bij de voorbereiding van het Jam- en Limonadebesluit in de Warenwet. Toch moest de vereniging uiteindelijk het complexe terrein van de controle op voedingsmiddelen aan de Keuringsdiensten laten.[[Noten TIN20-3-H3#3-25|<sup>[25]</sup>]]  
+
Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de NVvH in 1926 het Instituut Voor Huishoudtechnisch Advies (IVHA) oprichtte. Het doel ervan was artikelen op hun bruikbaarheid te testen en na goedkeuring te voorzien van een keurmerk, geen vreemde gedachte in een tijdvak waarin het streven naar controle, erkenning en [[Begrippenlijst#Standaardisering|standaardisering]] van innovaties groot was.[[Noten TIN20-3-H3#3-24|<sup>[24]</sup>]]  
 +
Het NVvH-keurmerk kreeg, net als het Rijksboterkeurmerk en vele [[Het merkartikel|'''merkartikelen''']] van voedingsmiddelenfabrikanten, grote bekendheid. In 1935 werd de NVvH zelfs op grond van ‘bewezen deskundigheid’ ingeschakeld bij de voorbereiding van het Jam- en Limonadebesluit in de Warenwet. Toch moest de vereniging uiteindelijk het complexe terrein van de controle op voedingsmiddelen aan de [[Warenwet en vleeskeuringswet|'''Keuringsdiensten''']] laten.[[Noten TIN20-3-H3#3-25|<sup>[25]</sup>]]  
  
 
Onderzoek naar voedselkwaliteit door consumenten kwam pas na de Tweede Wereldoorlog weer tot ontwikkeling, met de oprichting van de Consumentenbond in 1954. [[Afbeelding:05_G357_V_3_3.JPG|thumb|left|365px|Een reclameprentbrief waarop aangespoord wordt om meer brood te eten voor de eigen gezondheid.]]
 
Onderzoek naar voedselkwaliteit door consumenten kwam pas na de Tweede Wereldoorlog weer tot ontwikkeling, met de oprichting van de Consumentenbond in 1954. [[Afbeelding:05_G357_V_3_3.JPG|thumb|left|365px|Een reclameprentbrief waarop aangespoord wordt om meer brood te eten voor de eigen gezondheid.]]

Versie op 9 apr 2008 15:07