Koelen en vriezen
Van Techniek in Nederland
Regel 8: | Regel 8: | ||
Aan het eind van de negentiende eeuw ontstond een aanbod van nieuwe producten waarvoor een markt moest worden gezocht. Voor de ontwikkeling van die markt was het ontstaan van koel- en vriescapaciteit bij de distributiesector en bij de verbruikers van groot belang. Zogenaamde groothuishoudens waren de eerste verbruikers van gekoelde en diepgevroren voedingsmiddelen. Zij vormden de eerste niches waarbinnen ervaring werd opgedaan met de nieuwe technieken. | Aan het eind van de negentiende eeuw ontstond een aanbod van nieuwe producten waarvoor een markt moest worden gezocht. Voor de ontwikkeling van die markt was het ontstaan van koel- en vriescapaciteit bij de distributiesector en bij de verbruikers van groot belang. Zogenaamde groothuishoudens waren de eerste verbruikers van gekoelde en diepgevroren voedingsmiddelen. Zij vormden de eerste niches waarbinnen ervaring werd opgedaan met de nieuwe technieken. | ||
− | Grootverbruikers speelden een stimulerende rol bij de introductie van koel- en vriestechnieken. Vroege toepassers van koeltechnieken waren: de scheepvaart, opslagbedrijven in de havens en enkele industriële sectoren. Hotels en andere horecagelegenheden waren volgers op geringe afstand van de kopgroep. [[Afbeelding:05_G357_V_8_1tiffcor2.jpg|thumb|right|380px|De industrie probeerde door reclamecampagnes het publiek te overtuigen dat de aanschaf van diepgevroren levensmiddelen verstandig en zinvol was.]] | + | Grootverbruikers speelden een stimulerende rol bij de introductie van koel- en vriestechnieken. Vroege toepassers van koeltechnieken waren: de scheepvaart, opslagbedrijven in de havens en enkele industriële sectoren. [[Patates frites|'''Hotels en andere horecagelegenheden waren volgers op geringe afstand van de kopgroep''']]. [[Afbeelding:05_G357_V_8_1tiffcor2.jpg|thumb|right|380px|De industrie probeerde door reclamecampagnes het publiek te overtuigen dat de aanschaf van diepgevroren levensmiddelen verstandig en zinvol was.]] |
Ook het leger bleek een vroege verbruiker, variërend van de Wehrmacht tijdens de bezetting tot het Nederlandse leger en de Britse bezettingstroepen in Duitsland na de oorlog. Het eerstgenoemde leger was belangrijk bij het ontstaan van de Nederlandse diepvriesindustrie, het laatstgenoemde voor het voortbestaan ervan. Na de Tweede Wereldoorlog liepen ook de luchtvaart en de ziekenhuizen bij de toepassing van diepvries voorop. | Ook het leger bleek een vroege verbruiker, variërend van de Wehrmacht tijdens de bezetting tot het Nederlandse leger en de Britse bezettingstroepen in Duitsland na de oorlog. Het eerstgenoemde leger was belangrijk bij het ontstaan van de Nederlandse diepvriesindustrie, het laatstgenoemde voor het voortbestaan ervan. Na de Tweede Wereldoorlog liepen ook de luchtvaart en de ziekenhuizen bij de toepassing van diepvries voorop. | ||