Noten TIN19-1-H3
Van Techniek in Nederland
Regel 108: | Regel 108: | ||
*<div id=3-101>[101] Tijdschrift Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid, 1862, 257‑387; idem, 1863, 306‑361.</div> | *<div id=3-101>[101] Tijdschrift Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid, 1862, 257‑387; idem, 1863, 306‑361.</div> | ||
*<div id=3-100>[102] Tijdschrift van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid, 1851, 450-451; men citeert een artikel van de Utrechtse hoogleraar F.C. Donders in De Nederlandsche Lancet, 4 (1849) 739-755.</div> | *<div id=3-100>[102] Tijdschrift van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid, 1851, 450-451; men citeert een artikel van de Utrechtse hoogleraar F.C. Donders in De Nederlandsche Lancet, 4 (1849) 739-755.</div> | ||
− | *<div id=3-103>[103] Tijdschrift van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid, 1851,452.</div> | + | *<div id=3-103>[103] Tijdschrift van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid, 1851, 452.</div> |
*<div id=3-104>[104] Nederlandsch Lancet, 4 (1849) 739-755. Voor een samenvatting van het artikel van Fe.Donders zie: 'Welke deelen van den graankorrel voeden het meest', Tijdschrift Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid, 1851, 450-451.</div> | *<div id=3-104>[104] Nederlandsch Lancet, 4 (1849) 739-755. Voor een samenvatting van het artikel van Fe.Donders zie: 'Welke deelen van den graankorrel voeden het meest', Tijdschrift Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid, 1851, 450-451.</div> | ||
*<div id=3-105>[105] L. Mulder, 'Ons dagelijksch brood', Tijdschrift Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid 1869, p. 228-233.</div> | *<div id=3-105>[105] L. Mulder, 'Ons dagelijksch brood', Tijdschrift Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid 1869, p. 228-233.</div> | ||
Regel 114: | Regel 114: | ||
*<div id=3-107>[107] Zie bijvoorbeeld: Perks, Zes eeuwen molens in Utrecht, 158.</div> | *<div id=3-107>[107] Zie bijvoorbeeld: Perks, Zes eeuwen molens in Utrecht, 158.</div> | ||
*<div id=3-108>[108] Bleekrode, 'Kan de windmolen voor eene meelfabriek dienen?', in: De Volksvlijt 1856, l-ll.</div> | *<div id=3-108>[108] Bleekrode, 'Kan de windmolen voor eene meelfabriek dienen?', in: De Volksvlijt 1856, l-ll.</div> | ||
− | *<div id=3-109>[109] J.A. de Jonge, De industrialisatie in Nederland tussen 1850 en 1914, (Nijmegen 1976),221; De Molenaar, 1901, afl. 2.</div> | + | *<div id=3-109>[109] J.A. de Jonge, De industrialisatie in Nederland tussen 1850 en 1914, (Nijmegen 1976), 221; De Molenaar, 1901, afl. 2.</div> |
− | *<div id=3-110>[110] Voskuil, 'Luilekkerland', | + | *<div id=3-110>[110] Voskuil, 'Luilekkerland', 461.</div> |
*<div id=3-111>[111] J.L. van Zanden, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de negentiende eeuw 1800-1914 (Wageningen 1985), 248.</div> | *<div id=3-111>[111] J.L. van Zanden, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de negentiende eeuw 1800-1914 (Wageningen 1985), 248.</div> | ||
*<div id=3-112>[112] De Jonge, De industrialisatie in Nederland, 221-222.</div> | *<div id=3-112>[112] De Jonge, De industrialisatie in Nederland, 221-222.</div> | ||
*<div id=3-113>[113] Voskuil, 'Luilekkerland', 465.</div> | *<div id=3-113>[113] Voskuil, 'Luilekkerland', 465.</div> |